In leergemeenschappen botsen publieke en private belangen 

Nieuws | de redactie
7 augustus 2023 | Publieke en private partners hebben sterk verschillende motieven om leergemeenschappen in het hbo op te zetten. Waar het werkveld de samenwerking ziet als een vorm van werving en branding, zijn opleidingen eerder uit op kwaliteitsverbetering, zo blijkt uit onderzoek van Fontys Hogeschool. Beide partijen hebben interesse in de ontwikkeling van studenten, maar om verschillende redenen: als toekomstig personeel of als probleemoplossers. Ontwikkeling van docenten blijft onderbelicht.
Beeld: Cytonn

Binnen het hbo is er de laatste jaren een sterke groei van het aantal leergemeenschappen. Via deze verbanden kunnen studenten, docenten en praktijkpartners (zoals bedrijven en organisaties) samen leren, werken en onderzoeken. Daarmee hebben de gemeenschappen een collectief doel gebaseerd op wederzijdse afhankelijkheid. Volgens de Vereniging Hogescholen (VH) hebben deze gezamenlijke motieven als doel het professionaliseren van medewerkers, het bijwerken van het curriculum en het ontwikkelen van bruikbare oplossingen. 

Publieke versus private motieven voor leergemeenschappen 

Onderzoekers van Fontys hebben nu bestudeerd wat daadwerkelijke motieven voor deelname zijn. Zij hebben deze motieven onderverdeeld in legitimerend, ontwikkelingsgericht, kapitaalgerelateerd en maatschappelijk. Legitimeren draait om het bestaansrecht van een partner door imago en opinie, terwijl ontwikkeling te maken heeft met leren en professionaliseren. Tot kapitaal behoren de sociale, innovatieve en financiële overwegingen; de laatste categorie betreft maatschappelijke vraagstukken. 

Om deze motieven te leren bestudeerden de onderzoekers vijf casussen door middel van interviews en documenten. De bevraagde besluitnemers behoorden tot verschillende sectoren, waarin zowel de leeftijd als het publieke of private karakter van de leergemeenschap ook varieerde. De startdata van de leergemeenschappen liepen uiteen van 2001 tot en met 2018. Per casus werden gemiddeld zo’n vijf praktijkpartners en drie opleidingsmedewerkers ondervraagd, met een totaal van 41 geënquêteerden. 

Werkveld werkt aan eigen imago 

Uit de bevraging bleek dat legitimerende motieven bijna enkel voor het werkveld van belang waren. Bij vier van de vijf sectoren hechtte het werkveld aan de leergemeenschap om personeel te werven, terwijl drie van de vijf voordelen zagen voor hun imago. De opleidingen keken nauwelijks hiernaar. De ontwikkeling van studenten werd wel door alle partijen gewaardeerd. Hierbij onderscheidden de sectoren zich sterk: waar het binnen de zorg en educatie ging om professionalisering van de gehele leergemeenschap, beoogden partners in de ICT, economie en techniek eerder hun eigen ontwikkeling. De diverse partners en sectoren besteedden nauwelijks aandacht aan de ontwikkeling van docenten. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Binnen het motief van kapitaal had het werkveld vooral oog voor innovatievermogen. Ook hier was er echter eenzelfde onderscheid in sectoren. Zorg en educatie hechtten aan sociale innovatie, waar de andere branches zich bekommerden om innovatieve producten. Om deze reden zagen laatstgenoemde sectoren ook het nut in van moderne curricula, brede netwerken en lagere kosten. Maatschappelijke motieven vertoonden tot slot een identieke tweedeling. Partners uit private sectoren waren bezorgd om maatschappelijk verantwoord ondernemen, terwijl publieke partners het vizier hadden gericht op maatschappelijke vraagstukken door middel van kwaliteitsborging, opleiding en professionalisering. 

Leergemeenschappen als middel of doel 

Samenvattend hadden alle deelnemers in een leergemeenschap het motief om de ontwikkeling van studenten en het oplossen van problemen te faciliteren. Publieke partners hadden de leergemeenschap hierbij meer als doel en niet als middel, zoals private partners. Die laatste groep zag samenwerking als gelegenheid tot werving en branding, tot zelfontwikkeling en tot innovatie van eigen producten. De categorieën van maatschappelijke en kapitalistische motieven stonden dus lijnrecht tegenover elkaar. 

Om de beide groepen belanghebbenden dichter bijeen te brengen doen de onderzoekers een aantal praktische suggesties. De partijen dienen openlijk te praten over de individuele en de gezamenlijke motieven, inclusief wat zij zouden en moeten opleveren. Deze gesprekken kunnen het beste in een evaluatiecyclus worden ingebed. Als de uitkomst is dat samenwerking tussen organisaties weinig toevoegt, moet die niet worden aangegaan alleen maar om aan externe verwachtingen te voldoen. Ten slotte kunnen partners meer expertise uitwisselen; zo kunnen ook docenten zich ontwikkelen. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK