Hbo, mbo en vo moeten doorstroom verbeteren 

Nieuws | de redactie
15 november 2023 | Hogescholen, mbo-instellingen en het voortgezet onderwijs zouden verplicht overgangsdossiers van studenten en leerlingen moeten bijhouden. Op die manier kan de doorstroom verbeterd worden; nu vallen nog te veel mbo’ers uit in het hbo, stelt een nieuw Interdepartementaal Beleidsonderzoek. Ook kan in samenwerking met NWO het onderzoek in het mbo aangejaagd worden.
Beeld: Hoang NC

In opdracht van het ministerie van OCW is er een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd naar het mbo. Dit ambtelijk beleidsonderzoek komt met aanbevelingen om het beleid te verbeteren. Deze IBO is uitgevoerd onder leiding van de oud-Inspecteur-Generaal van de Onderwijsinspectie Monique Vogelenzang. 

Maatschappelijke trends hebben grote gevolgen voor het mbo 

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) staat de komende jaren voor grote uitdagingen, zo staat in het IBO. Dat komt door een samenspel van demografische, economische, technologische en sociaal-culturele ontwikkelingen. Het aantal studenten in het mbo krimpt, evenals de werkzame beroepsbevolking in 

Nederland. Ook de arbeidsmarkt en onze samenleving zijn aan verandering onderhevig. Juist deze trends hebben grote gevolgen voor de inrichting van het mbo, stelt het rapport. 

De doorstroom van studenten uit het mbo naar de Associate degree (Ad) blijft de afgelopen jaren  ongeveer gelijk: rond de 4 procent. Er zijn geen cijfers beschikbaar van het diplomarendement, uitval en studiewissel voor specifiek de groep Ad-studenten met een mbo-diploma. Wel is bekend dat ruim driekwart van de instroom bij de Ad’s uit het mbo komt. 

Ad’s doen het wel goed 

Het algemene diplomarendement bij Ad-opleidingen neemt toe. Het aantal studenten dat binnen drie jaar (de nominale studieduur plus één jaar) een diploma haalt bij een Ad-opleiding, is tussen 2014 en 2018 toegenomen, stelt het IBO vast.  

Van het cohort 2018 heeft 47 procent van de studenten binnen drie jaar een diploma behaald. Het diplomarendement van het cohort van 2014 was 38 procent. Het diplomarendement is daarmee in vier jaar met negen procentpunt toegenomen. Wel neemt de doorstroom van studenten uit het mbo naar een hbo-bachelor af. Dit kan verklaard worden door conjuncturele veranderingen en door de corona-maatregelen. In die tijd mochten sommige mbo-studenten voorwaardelijk door naar het hbo.  

De helft van de mbo-instroom valt uit in het hbo 

Hbo-studenten die instromen uit het mbo, kennen al meer dan tien jaar het laagste diplomarendement van alle instromers in het hbo. Ongeveer de helft van de instromers vanuit het mbo valt uit. Het studiesucces na doorstroom van mbo naar het hbo is voor een deel van de studenten dus laag, zo blijkt uit het IBO.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Eerstegeneratiestudenten in het hbo met een mbo-achtergrond wisselen daarnaast vaker van opleiding dan studenten waarvan de ouders een ho-opleiding hebben voltooid. 

Om de doorstroom te verbeteren komt het IBO met het voorstel om vo-, mbo- en hbo-instellingen wettelijk te verplicht om informatie over te dragen over studenten die op- en doorstromen. De informatieoverdracht moet worden verankerd in wet- en regelgeving. Het overdragen van studentinformatie vormt de basis voor instellingen om de overdracht binnen de gehele beroepskolom te verbeteren, aldus het rapport. “Instellingen kunnen de informatieoverdracht naar eigen inzicht benutten om direct bij de start van de (vervolg)opleiding op de behoeftes en kansen van de individuele student in te spelen. Docenten worden zo in staat gesteld om persoonlijke begeleiding te leveren bij de instroom van de studenten.” 

In dat geval leveren instellingen per doorstromende student een overdrachtsdossier aan bij de nieuwe instelling. In dat dossier staat onder andere informatie over studieresultaten, de tot dan toe ontwikkelende kwaliteiten en talenten van de student, een inschatting of studiekeuze wel of niet bij de student past en informatie over de ondersteuning die tijdens de vooropleiding aan de student geboden is. 

Onderzoek moet belangrijker worden in het mbo 

Onderzoek wordt ook in het mbo steeds belangrijker, stelt het IBO. Daarom heeft het mbo een landelijk kenniscentrum nodig waar wetenschappelijke kennis over de onderwijspraktijk van het mbo wordt gebundeld, geordend en vertaald naar praktische handvatten. Zo moeten onderwijsprofessionals makkelijker toegang krijgen tot wetenschappelijke kennis.  

Het gaat daarbij om effectieve aanpakken op het gebied van pedagogiek, leven lang ontwikkelen, didactiek, LOB, digitalisering en het aansluiten bij de laatste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de samenleving, aldus het rapport. De huidige kennis- en expertisepunten die zijn ondergebracht bij de MBO Raad, moeten opgaan op in dit landelijke kenniscentrum. 

NWO gaat ook werken voor het mbo 

Het onderzoek in het mbo moet daarnaast verstrekt worden. Daarvoor dient OCW het mbo de opdracht te geven een eigen innovatie- en onderzoeksprogramma vorm te geven, zoals dit nu al bestaat voor het hbo. Een dergelijk programma stimuleert praktijkgericht onderzoek.  

“Het vormgeven van het innovatie- en onderzoeksprogramma wordt gedaan in afstemming met NWO en sluit waar mogelijk inhoudelijk aan bij de programma’s van het hbo en de universiteiten”, aldus het IBO-rapport. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK