Toekomstplan voor Nederlandse wetenschap legt tegenstellingen bloot

Opinie | door gastauteurs
11 januari 2024 | NWO reageert op een ingezonden bijdrage van Raymond Poot, UHD bij het Erasmus MC, die op 8 januari 2024 stelde dat het nieuwe systeem in de Nederlandse wetenschap onze wereldwijde toppositie bedreigt. De reactie van Poot op het verweer van NWO is eveneens in dit artikel opgenomen.
Beeld: NCI

“Het nieuwe systeem dat in de Nederlandse wetenschap wordt geïntroduceerd mist elk bewijs en gaat in tegen de beginselen van goed bestuur”, schreef Raymond Poot, UHD bij het Erasmus MC, in een ingezonden bijdrage op ScienceGuide. In onderstaand artikel is een verweer van NWO opgenomen, alsook een reactie van Raymond Poot daarop. 


Reactie NWO


“Wetenschap is de intellectuele en technologische bron van een land en moet zeker niet als luxe worden gezien, of als iets wat je erbij doet.” Daarover is NWO het hartgrondig eens met dr. Raymond Poot. De Nederlandse wetenschap behoort nog altijd tot de wereldtop en dat willen we graag zo houden. En daar zet NWO zich keihard voor in. Niet voor niets is de missie van NWO nog steeds om wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse te bevorderen; onderzoek dat wetenschappelijke en maatschappelijke impact heeft. 

Het is dan ook met lichte verbazing dat we de rest van het opinieartikel van Poot op ScienceGuide hebben gelezen. Op meerdere punten is het beeld dat Poot schetst eenzijdig, onvolledig of zelfs feitelijk onjuist. Daarom zetten we graag nogmaals de feiten op een rij.

Ruimte voor ieders talent

Als achtergrond gaan we eerst terug naar de oorsprong van het ‘Erkennen en Waarderen’-beleid in 2019. Toen presenteerden de kennisinstellingen en wetenschapsfinanciers (UNL, KNAW, NFU, ZonMw en NWO) gezamenlijk de position paper ‘Ruimte voor Ieders Talent’ om te komen tot een betere balans in het erkennen en waarderen van onderzoekers. De gewenste modernisering kwam voort uit een te eenzijdige nadruk op onderzoeksprestaties met doorgeslagen publicatiedrift en met een nog hogere werkdruk tot gevolg. Sindsdien werken de organisaties samen in het landelijk programma Erkennen en Waarderen om uitvoering te geven aan de voorstellen: ieder vanuit zijn eigen rol of verantwoordelijkheid. 

Hét financieringsmodel dat voor iedere wetenschapper ideaal uitpakt, bestaat niet. Toch streeft NWO naar een doeltreffend en efficiënt systeem om de schaarse middelen voor onderzoek zo goed mogelijk te verdelen. Het is waar NWO voor is opgericht: onderzoeksgeld verdelen in competitie, om zo de meest excellente wetenschappers en onderzoeksvoorstellen te belonen. Een ingewikkelde opgave, waar nooit iedereen tevreden mee is. Alleen al omdat er een beperkt budget is en te veel goede wetenschappers met dito onderzoeksvoorstellen die toch buiten de boot vallen. 

Kwaliteit is doorslaggevend

Binnen die kaders vervult NWO haar kerntaak: het verantwoord beoordelen van onderzoek zit in het hart van de wetenschapsfinancier. Bij het toekennen van onderzoeksbeurzen is kwaliteit altijd doorslaggevend: de financier beoordeelt op basis van de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel, de verwachte wetenschappelijke of maatschappelijke impact en de kwaliteit van de onderzoekers. Dit blijft te allen tijde het uitgangspunt voor de beoordeling – ondanks de veranderingen die zijn doorgevoerd naar aanleiding van het Erkennen & Waarderen-programma. Dit betreffen overigens veranderingen die altijd eerst in pilotvorm zijn getest en gemonitord om de effecten te meten. NWO werkt hiervoor ook samen met het Research on Research Institute (RoRi). 

Word abonnee!

Alleen met uw bijdrage kan ScienceGuide bestaan. Word abonnee voor slechts €85 per jaar (incl. 9% BTW), ontvang 50 keer per jaar de nieuwsbrief en draag bij aan een onafhankelijk platform voor het hoger onderwijs.

De belangrijkste verandering bij NWO in het kader van het Erkennen & Waarderen-programma is dat aan de beoordelaars de juiste context mee wordt gegeven over de onderzoekservaring van een wetenschapper. Een kandidaat met minder effectieve onderzoekstijd heeft in de regel ook een minder uitgebreid of omvangrijk onderzoeksprofiel. Toch kan deze kandidaat een kwalitatief en origineel sterk onderzoeksidee én passende ervaring hebben om dit idee uit te voeren. Binnen de beoordelingsprocedures is het dus van belang dat deze context meegewogen wordt. Kandidaten die bijvoorbeeld uitmunten in de realisatie van wetenschappelijke of maatschappelijke impact en hier relatief veel tijd in hun carrière aan hebben besteed, moeten ook deze informatie op gepaste wijze aan beoordelaars kenbaar kunnen maken. 

Brede internationale beweging

Goed is ook om te benadrukkendat NWO niet de enige is die zich met deze ontwikkelingen bezighoudt. Het programma is van alle kennisinstellingen en wetenschapsfinanciers samen (UNL, KNAW, NFU, ZonMw en NWO). Iedereen dus vanuit diens eigen rol en verantwoordelijkheid. De meeste veranderingen vinden plaats bij de kennisinstellingen zelf. Nederland is bovendien niet het enige land dat zich met deze ontwikkelingen bezihoudt. Er is een brede internationale beweging gaande op het gebied van Erkennen en Waarderen (link naar eigen berichtje). ‘Nederland is voorloper in een mondiale beweging. Dat biedt kansen om richting te bepalen,’ heeft ook de AWTI geconcludeerd in zijn brief over het duiden van de kwaliteit van wetenschap.  

Het is daarom jammer dat in het artikel van Poot geen aandacht is voor bovenstaande. Kwalijker is dat hij daarbij onjuiste informatie verstrekt, zoals het noemen van ‘Equity through innovation’, waarmee hij doelt op het onderzoeksprogramma ‘Advancing Equity in Academia through Innovation’. Poot geeft de indruk dat het onderzoeksonderwerp van één van de via dat programma gefinancierde projecten direct van invloed is op NWO’s financieringsbeleid. Daar is geen sprake van: het project is bedoeld om voort te borduren op bestaande kennis en heeft als doel om te onderzoeken hoe inclusie op vernieuwende wijze in de wetenschap te bevorderen is.

Er bestaat nog altijd ongelijkheid in de wetenschap. Bepaalde groepen onderzoekers blijven getalsmatig achter. Met de financiering van onder andere dit onderzoeksproject dragen we bij aan de ontwikkeling van meer wetenschappelijke kennis om bestaande patronen, structuren en processen aan de kaak te stellen en bias tegen te gaan. Het is dan ook veel te vroeg om de suggestie te wekken dat financieringsquota op etnische gronden in 2025 lijken te worden ingevoerd.

Slechte indicatoren 

Op een ander punt wekt Poot de indruk dat NWO de verantwoordelijke organisatie is die de starters- en stimuleringsbeurzen verdeelt in een de facto loterij. Dat is onjuist, want het is aan de kennisinstellingen zelf om die te verdelen. Intussen is al geconcludeerd dat de verdeling overal anders gebeurt en dat er dus geenszins sprake is van een loterij. 

Hoewel we niet verder op alle punten willen inzoomen, willen we graag nog een keer herhalen waarom we de h-index en Journal Impact Factor (JIF) slechte indicatoren zijn voor het meten van individuele kwaliteit. Zij geven namelijk geen betrouwbaar beeld geven van de kwaliteit en bijdrage van de individuele onderzoeker. Als financier willen we graag de individuele wetenschapper beoordelen en vergelijken op verantwoorde wijze. De eerdergenoemde brief van de AWTI beaamt dit ook, alsmede uitvoerig wetenschappelijk onderzoek (zie voetnoten). 

Wereldtop 

Alle veranderingen zijn moeilijk en roepen vaak weerstand op. Daarom is het belangrijk dat we hierover met elkaar in gesprek blijven en twijfels en onzekerheden openlijk bespreken. Wat ons betreft is het daarbij belangrijk scherp in het vizier te houden waar het ons allemaal vijf jaar geleden – en nog altijd – om te doen was – en is: recht te doen aan de kwaliteiten van de hedendaagse en toekomstige wetenschapper. Iedere onderzoeker is uniek met eigen, academische kwaliteiten, die op vele manieren kan uitblinken. Onze samenleving heeft hen keihard nodig om blijvend innovatief onderzoek te leveren van hoge kwaliteit met wetenschappelijke en maatschappelijk impact. Juist om ervoor te zorgen dat we als Nederlandse wetenschap tot die wereldtop blijven behoren. 


Reactie Raymond Poot


Erkennen en waarderen

De kern van mijn eerdere artikel is dat het nieuwe beleid, inclusief Erkennen en Waarderen (E&W), onbewezen is. We kunnen niet weten wat de uitwerking zal zijn en hoe het onze internationale positie beïnvloed. Dat is ook de strekking van het AWTI-rapport. Onze huidige toppositie (top-5 van de wereld) is verworven met beleid van tientallen jaren wat sterk verschilt van het nieuwe beleid. Ingrijpende wijzingen in succesvol beleid vergen voorzichtigheid en breed overleg met de verschillende wetenschappelijke disciplines. Van beiden is echter geen sprake, zoals ik in mijn artikel aangeef. 

Kwaliteit is doorslaggevend

Kwaliteit is doorslaggevend, zegt NWO in een reactie. Ik kan niet sterk genoeg benadrukken hoezeer ik het hiermee eens ben. Echter, zoals ik in mijn artikel zeg, neemt NWO het CV vaak niet mee in belangrijke funding-beslissingen, bijvoorbeeld bij hoofdaanvragen van de NWO-talentcompetities. Bij een sollicitatie voor een baan speelt het CV een centrale rol omdat het de beste indicatie geeft van de kwaliteit en daarmee de geschiktheid van de sollicitant. Dat NWO van dit principe afwijkt, begrijp ik niet.

Advancing Equity in Academia through Innovation

Ik zeg in het artikel: “Een voorbeeld is het ‘Equity through innovation’-programma van NWO, waar financieringsquota op etnische gronden worden onderzocht en lijken te worden ingevoerd in 2025.” Behalve de inkorting van de programmanaam is dit feitelijk juist. Het programma financiert onderzoek dat bekijkt hoe financieringsquota op etnische gronden het beste kunnen worden ingevoerd. Op de NWO-website van het Mozaïek 2.0-programma valt te lezen: “Voor groepen die getalsmatig achterblijven, streeft NWO ernaar om in 2025 stimuleringsmaatregelen structureel plaats te geven in de reguliere financieringsinstrumenten.” Dit is ter vervanging van het Mozaïek 2.0-programma voor etnische minderheden, dat stopt na 2024. Deze stimuleringsmaatregelen kunnen alleen maar een vorm van quota zijn; ik niet weet hoe je anders garandeert dat minderheden ook fondsen krijgen.

Het is ongepast dat NWO mij verwijt onjuiste informatie te geven over dit gevoelige en controversiële programma, waarover artikelen zijn verschenen in landelijke bladen en waarover Kamervragen zijn gesteld. Het kritieke punt is dat selectie op etnische gronden op gespannen voet staat met de wettelijke taak van NWO: het bevorderen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek. In beantwoording van Kamervragen daartoe zegt de minister dat NWO ook streeft naar een gezonde onderzoekcultuur. Dat NWO zo zeker is dat een dergelijk programma de onderzoekscultuur verbetert dat zij van haar wettelijke taak afwijkt, vind ik zorgwekkend. Een voortzetting van het Mozaïek 2.0-programma, wat de integratie van minderheden in de wetenschap tot doel heeft, lijkt mij een betere optie. 

Starter-stimuleringsbeurzen.

In tegenstelling tot de bewering van NWO staat in mijn stuk niet dat starter-stimuleringsbeurzen gelinkt zijn aan NWO. Het betreft eerste geldstroom waarvan NWO beweert dat het geen loterij is. Ik noem het een ‘de facto loterij’ omdat wetenschappers bij deze beurzen niet geselecteerd mogen worden op hun kwaliteiten (CV) of onderzoek. 

Indicatoren

Over de H-index en JIF (of alternatieven!) is veel geschreven (ook ten gunste, bijvoorbeeld voor de JIF door NWO-gerefereerde expert Ludo Waltman). NWO verbiedt echter niet alleen de JIF en H-index. Ook een kwalitatieve beschrijving van een journal is verboden. Alle indicatoren die een totaalbeeld geven van een wetenschapper zijn verboden: totale citaties (gecorrigeerd voor het veld), totale publicaties, totale fondsen geworven etc. Ook mogen reviewers geen score (A+, etc.) meer geven. 

Het verwijderen van al deze meetbare indicatoren doet het narratieve gehalte van het proces sterk toenemen, wat het vergelijken van wetenschappers zeer bemoeilijkt. Bovenstaand is niet alleen hypothese. In mijn naaste kring ken ik wetenschappers die tot de beste vijf procent van hun peer group behoren (in een populair veld) maar geen VIDI interview (~ top 25%) krijgen. Matilde Galli heeft soortgelijke voorbeelden. 

Onbesproken

 “Alle veranderingen zijn moeilijk en roepen vaak weerstand op. Daarom is het belangrijk dat we hierover met elkaar in gesprek blijven en twijfels en onzekerheden openlijk bespreken”, zegt NWO. Deze veranderingen zijn echter geen onomkeerbare natuurfenomenen. Besprekingen leidden nooit tot enige verandering in beleid. De sterke tegenstand is beschreven in 4 brieven met argumenten die zijn ondertekend door honderden bèta-wetenschappers. In een ledenvergadering van de KNAW in november 2021 kregen E&W en NWO de wind van voren. Dat was overigens meteen de laatste KNAW-vergadering over dit belangrijke onderwerp. 

De resultaten van een enquête door ScienceGuide ondersteunt het beeld dat bèta-wetenschappers zich niet kunnen vinden in het Erkennen en Waarderen-programma. Daarom heeft de Tweede Kamer in april 2022 met tweederde meerderheid een motie aangenomen waarin om (productief) overleg met kritische wetenschappers wordt gevraagd – mede ingegeven door zorgen in de Tweede Kamer over de pluriformiteit van de Nederlandse wetenschap. Ik juich dat toe en ben altijd beschikbaar voor overleg. In mijn optiek is dat een veel beter middel om beleid te verbeteren dan het schrijven van en reageren op brieven.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK