‘Ook betrokken student kan emotioneel vermoeid zijn’ 

Nieuws | de redactie
21 februari 2024 | Driekwart van de studenten ervaart emotionele vermoeidheid – ook studenten die wel heel betrokken zijn bij hun opleiding, blijkt uit onderzoek bij Inholland. De onderzoekers onderscheiden vier categorieën studenten en beschrijven hoe docenten deze groepen het best kunnen bedienen.
Beeld: Tim Gouw

Betrokkenheid en emotionele vermoeidheid bij studenten werden door onderzoekers en docenten lang als tegenovergestelden gezien: vermoeide studenten zouden niet betrokken zijn in de les, en betrokken studenten zouden dus niet vermoeid zijn. Uit onderzoek bij Inholland blijkt echter dat betrokkenheid en emotionele vermoeidheid bij studenten wel degelijk naast elkaar kunnen bestaan. Dat schrijven Inholland-onderzoekers Elisabeth Klinkenberg, Rutger Kappe, Melissa Versteeg en EUR-student Naomi Seldenhuis in een publicatie voor docenten

Helft studenten emotioneel vermoeid en niet betrokken 

Uit data die in 2021 en 2022 werden verzameld middels de Student Well-being Monitor (SWM) van Inholland blijkt dat veel studenten zowel betrokken als vermoeid zijn. De SWM werd in mei 2021, toen veel onderwijs vanwege de coronamaatregelen online werd gegeven, ingevuld door 1.460 voltijds hbo-studenten. Dat was de eerste keer dat de SWM werd gebruikt. 

Langs de lijnen van ‘betrokkenheid’ en ‘emotionele vermoeidheid’ werden door onderzoekers vier studentprofielen onderscheidden. Maar liefst 48 procent van de respondenten bleek emotioneel vermoeid en niet betrokken (‘engaged’) bij de opleiding te zijn. Nog eens 29 procent was wel betrokken maar tegelijk ook vermoeid. Slechts een kwart van de respondenten was niet vermoeid en ofwel betrokken (vijftien procent) ofwel niet betrokken (negen procent). 

Na coronaperiode nog vaker emotioneel vermoeid 

In 2022, toen de coronamaatregelen voor het hoger onderwijs voorbij waren, werd het studentenwelzijn opnieuw gemeten, zij het met een gewijzigde SWM. Na het omrekenen van de data verschillen de resultaten uit 2021 en 2022 echter weinig, toont onderstaande figuur. Het aandeel vermoeide studenten is zelfs groter. 

Naast het kwantitatieve gedeelte voerden de onderzoekers verdiepende gesprekken met dertien studenten en tien docenten van meerdere hogescholen. Die gesprekken werden gebruikt om de studentprofielen verder te verduidelijken zodat docenten ze kunnen gebruiken om het welzijn van hun studenten in de gaten te houden, te bespreken en studenten zo nodig te helpen.  

Vier studentprofielen

De vier studentenprofielen zijn ‘betrokken en energiek’, ‘niet betrokken, wel energiek’, ‘betrokken maar vermoeid’ en ‘niet betrokken, wel vermoeid’. 

Betrokken en energiek 

Deze makkelijk te herkennen studenten tonen veel academische participatie en motivatie en hebben maar weinig te stellen met hun welzijn. Daarnaast zijn ze benaderbaar, staan ze open voor terugkoppeling, hebben ze zichtbaar plezier in hun studie maar soms minder plezier in groepswerk. 

Precies bij groepswerk moet een docent in de gaten houden dat deze studenten niet ofwel het gehele project naar hun hand zetten ofwel beïnvloed worden door medestudenten die weinig doen. “Ik kan wel in een groep werken, maar ik vind het heel lastig om de controle los te laten, want als ik iets zelf doe, weet ik dat het goed is. Dat betekent dat ik soms tachtig procent van het werk doe als we een groepsopdracht hebben”, laat een betrokken en energieke student optekenen. 

Ook doen docenten er goed aan om deze studenten een prominente rol in de les te geven en hun werk en toewijding te erkennen.  

Niet betrokken, wel energiek 

Minder dan tien procent van de studenten is wel energiek maar niet betrokken. Zij doen amper mee, doen niet meer moeite dan strikt nodig is, denken vooral doelmatig over school en geven weinig prioriteit aan hun studie. “Ik haal alles. De opleiding is af en toe te makkelijk. Ik zou zeker meer kunnen doen, maar als ik zie dat ik alles haal, vind ik het prima”, zegt een respondent met dit profiel. 

Word abonnee!

Alleen met uw bijdrage kan ScienceGuide bestaan. Word abonnee voor slechts €85 per jaar (incl. 9% BTW), ontvang 50 keer per jaar de nieuwsbrief en draag bij aan een onafhankelijk platform voor het hoger onderwijs.

Docenten kunnen deze studenten activeren door tijdens lessen meer ruimte voor uitdaging en sociale interactie te geven en bijvoorbeeld kennisintensieve lessen niet op maandagochtend of vrijdagmiddag te plannen. Daarnaast zouden zij met deze studenten in gesprek kunnen gaan om te achterhalen waarom hun betrokkenheid zo laag is.  

Betrokken maar vermoeid 

Veel extra-curriculaire activiteiten maar ook veel problemen met welzijn, vooral door prestatiedruk, karakteriseren deze studenten. Zij besteden veel tijd aan hun studie, zijn perfectionistisch, soms een beetje onzeker en kunnen overweldigd raken. “Ik ben een harde werker met het benodigde doorzettingsvermogen. Daarnaast ben ik sociaal, hoewel ik soms wat onzeker ben. Ik ben bang om te falen en ervaar soms veel prestatiedruk. Dan sla ik helemaal dicht”, omschrijft een student met dit profiel zichzelf.  

Deze studenten zijn geholpen met duidelijke communicatie en het voorkomen van onnodige stress door bijvoorbeeld onhandige les- en toetsroosters. Docenten kunnen hen hulp met persoonlijke ontwikkeling aanbieden, ervoor waken om geen verwachtingen op te leggen en juist begrip tonen als iets soms wat minder loopt dan verwacht.  

Niet betrokken, wel vermoeid 

Het is lastig om studenten die emotioneel vermoeid en niet betrokken zijn te identificeren. Zij zijn immers minder vaak aanwezig en hun emotionele vermoeidheid hoeft niet altijd zichtbaar te zijn, schrijven de onderzoekers. Algemene karakteristieken zijn een lage betrokkenheid, veel studievertraging en problemen met welzijn, persoonlijke problemen, een negatieve spiraal en niet de eerste stap zetten in het aankaarten van die problemen. 

Idealiter initieert een docent dus zelf het contact met zo’n student aan om te achterhalen of die wel op de juiste plek zit en wat er nodig is om de studievoortgang te bevorderen. Daarnaast is het belangrijk om een vermoeide, niet betrokken student de benodigde tijd en ruimte voor herstel te geven, daarbij hulp aan te bieden en een positieve relatie op te bouwen. 

Van niet naar wél betrokken 

Om niet-betrokken studenten wel betrokken te maken, adviseren de onderzoekers op basis van de onderzoeksresultaten om de relevantie van vakken en hun samenhang met de rest van de opleiding goed duidelijk te maken. “Vaak zaten er maar vier studenten in een les omdat de rest niet inzag wat het nut ervan was”, citeren ze een student.  

Ook wordt aangeraden om tijdens de les ruimte voor verbinding te geven, zowel tussen de docent en de student als tussen studenten onderling. “Als studenten geen verbinding hebben, kunnen ze soms ongenadig hard zijn in hun peer review. Ze kunnen weinig empathie voor elkaar opbrengen.” 

Van vermoeid naar energiek 

Het tegengaan van emotionele vermoeidheid bij studenten kan beginnen met simpele belangstelling voor hun welzijn – ook als er vanuit de docent gezien geen directe aanleiding lijkt om dat te doen. Verder doet een instelling er goed aan om aandacht te hebben voor het fysieke welzijn van studenten, bijvoorbeeld genoeg beweging, gezonde voeding en slaap. 

Zorg ervoor dat de weg naar ondersteuning duidelijk en toegankelijk is, illustreren de onderzoekers met een citaat van een docent. “Ik denk dat er meer aandacht moet zijn voor studievaardigheden. Een soort schoolhandleiding met informatie zoals: “hoe ben je een goede student en waar kun je naartoe als het niet zo goed gaat”. Als er nu problemen zijn, is het een mysterie waar je naartoe kunt gaan voor hulp. In een supermarkt weet je precies waar je moet zijn, maar bij een onderwijsinstelling is het een nachtmerrie als je probeert te vinden wat je nodig hebt.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK