HBO spreekt Rosenmöller tegen
De Vereniging Hogescholen voelt zich duidelijk overvallen door het actieplan voor het voortgezet onderwijs van de VO-raad. Men wil dit niet direct afvallen of in de hoek zetten, maar een scherpe waarschuwing en zekere irritatie klinkt onmiskenbaar door in de eerste reactie. Omfloerst zegt men dat “het actieplan ook vragen oproept.”
Wat de VO-raad voorstelt als wenselijk beeld van een ‘doorlopende leerlijn’ in de vorming van de docent in spe, vindt men al met al niets nieuws. Sterker nog, de VH heeft dit zelf allang voorgesteld, zo onderstreept men. “In onze agenda ‘Opleiden voor de toekomst’ (juni 2015) maakten wij de vergelijking met de opleiding tot arts of advocaat waar studenten zich na hun basisopleiding als co-assistent, arts-assistent of advocaat-stageair verder bekwamen. Dit versterkt de positie van de leraar als professional in een professionele omgeving. We zijn blij dat de VO-raad een soortgelijke aanpak bepleit en willen daarin graag samenwerken met de scholen.”
Beeld ten onrechte
Maar dat neemt niet weg dat men er allerminst blij mee is, dat “uit het actieplan en berichten in de media ten onrechte het beeld [kan] ontstaan dat de samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen beperkt is. De praktijkcomponent is ook nu al sterk verankerd in alle hbo-lerarenopleidingen. Via Opleiden in de School, waarbij studenten voor een groot deel op de werkplek worden opgeleid, maar ook door de inzet van leraren uit het VO als opleiders op de hogescholen, en andersom.”
Kortom, zegt de VH, “wij zijn dan ook verrast met de oproep om de opleidingen op de schop te nemen.” Daar is geen reden toe, in de kern. “De lerarenopleidingen zijn voortdurend in ontwikkeling en staan nooit stil. Zij luisteren sterk naar de behoefte van het werkveld, én van de maatschappij. Dit blijkt maar weer eens uit de opleidingstrajecten die nu worden ontwikkeld om leraren specifieker toe te rusten om les te geven in het vmbo, als reactie op een sterke behoefte hieraan vanuit het werkveld.”
Behoud van verantwoordelijkheid
Daar komt bij dat mede vanwege de strenge kwaliteitstoetsing en de accreditaties die juist in dit domein zeer alert zijn op kwalitatieve zwakke plekken men bevreesd is, dat een nieuwe ronde herijkingen ertoe zal leiden dat de aangescherpte eisen binnen het HPO ook op de schop zouden komen. Daar zet men met nadruk tegenover, dat “de lerarenopleidingen willen vasthouden aan de hoge kwaliteitseisen die zij stellen aan hun afgestudeerden.”
“Zij hebben veel energie gestoken in het formuleren van kwaliteitseisen in een kennisbasis. Gezamenlijke kennistoetsen zijn ontwikkeld en de regionale samenwerking met scholen is geïntensiveerd. Goede en intensieve samenwerking gaat vergezeld met het behoud van de eigen verantwoordelijkheid voor kwaliteit en niveau. In die zin hechten wij aan ‘de stringente kwaliteits- en accreditatie-eisen’ en zouden die eisen niet ter discussie willen stellen.”
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
‘Wijze van instructie cruciaal voor succes blended onderwijs’