Op de rug van een tijger

Nieuws | de redactie
25 september 2007 | Sinds 2005 is Peter Pex lector Business Development aan de Hogeschool Rotterdam. De oud-Europarlementariër houdt zich daar onder andere bezig met de koppeling van studenten aan eenmanszaken in Rotterdam die een opvolger nodig hebben. “In Rotterdam alleen al gaat het om 1500 bedrijven per jaar. Het is zonde voor de wijken als al die bedrijven verdwijnen”.



Op de rug van een tijger
Veel ondernemers van boven de 55 zitten op de rug van een tijger: stoppen kunnen ze niet, want er is geen opvolger om ze uit te kopen. Maar doorgaan heeft ook weinig zin, want het gaat ieder jaar slechter. Anderzijds zijn er ook veel startende ondernemers die graag een lopende zaak zouden overnemen. Want dat is altijd makkelijker dan van nul te moeten beginnen. Als een kapper met pensioen gaat, zullen zijn klanten het waarderen als er een opvolger is. En voor de opvolger zelf is het ook prettig dat hij een bestaande klantenkring kan overnemen. Zo kende ik een groenteboer in Den Haag die niet kon stoppen. Hij had een zaak in een drukke winkelstraat. Omdat hij er al 30 jaar zat, betaalde hij een lage huur. Ik adviseerde hem om tegen zijn verhuurder te zeggen: wat heb je ervoor over als ik de huur opzeg? De verhuurder zou namelijk de huur enorm kunnen verhogen als de groenteboer bereid was te vertrekken. De groenteboer kreeg uiteindelijk €25.000, en geniet nu van zijn pensioen.

Om meer ondernemers in deze situatie te kunnen helpen, heb ik samen met Bartho Pronk de stichting Zelfstandig werken opgericht. Zo kan ik ondernemers die willen stoppen koppelen aan mensen die graag een eigen zaak willen beginnen. Vaak zijn dat natuurlijk studenten of jongeren, maar de leeftijd maakt mij niet uit. Wat we doen is het volgende: we zorgen dat de opvolger geld bij de bank kan lenen om zijn voorganger uit te kopen. Omdat we de opvolgers zelf selecteren en begeleiden bij zaken als het schrijven van een businessplan, is dat geen probleem. We nemen de bank werk uit handen. Dan wordt de nieuwe ondernemer een jaar lang ingewerkt door de ondernemer die hij gaat opvolgen. Na een jaar is de zaak rond, en kan de vertrekkende ondernemer van zijn pensioen gaan verdienen. Wil de opvolger na dat jaar verder begeleid worden, dan kan dat: dan is er een Ondernemersplatform waar ervaren ondernemers startende ondernemers bijna om niet begeleiden. De stichting Zelfstandig werken gaat per 1 september van start. De gemeente Rotterdam geeft subsidie. De directie is in handen van oud-lector Cees Harteveld, die dankzij zijn pensionering echt de tijd heeft om deze studenten goed te begeleiden.

Mijn eigen studenten zet ik nog op een andere manier bij deze bedrijven in: ik laat ze de liquiditeit doorlichten van deze bedrijven, en adviezen geven over marketing. Een van mijn studenten heeft een toetsingskader voor bedrijfsopvolging gemaakt dat door een bank is goedgekeurd. Hij is nu bezig het in een computerprogramma te zetten, en kan het daarna in bedrijven gaan toepassen. Zo’n jongen leert daar zelf natuurlijk ook heel veel van.

Kunstjes
Twee jaar geleden introduceerde ik hier een minor ondernemerschap. In die manier gooi ik de studenten in het diepe: ze krijgen negen maanden de tijd een eigen bedrijf op te zetten. Natuurlijk krijgen ze goede begeleiding: hebben ze een probleem, dan spijkeren we dat bij, bijvoorbeeld met een cursus of een boek. In het begin was de kritiek niet van de lucht: “Die Pex geeft een minor zonder inhoud”, werd er dan gezegd. Opleidingsdirecteuren durfden het niet aan, ze zeiden: we laten studenten hier liever niet op stuk lopen. Ondertussen kwamen er wel goed lopende bedrijfjes uit voort, zoals Crealistic, dat nu heel veel opdrachtgevers heeft. En het leuke is ook: de meeste studenten in die minor komen niet van een economische opleiding. Dat was ook precies mijn bedoeling, want ook als fysiotherapeut of kunstenaar heb je tegenwoordig commerciële vaardigheden nodig.

Ik leer die mensen graag de kunstjes die ze nodig hebben om hun eigen zaak te kunnen runnen, zonder veel geld aan advieskosten te hoeven uitgeven. Docenten worden vreselijk boos als ik het heb over ‘kunstjes’. Ze zeggen dan dat ik de zaken niet serieus neem. Toch gaat het in mijn ogen om heel kleine, praktische dingen. Vandaar dat ik spreek van kunstjes. Aan een beginnende winkelier leg ik altijd uit: het geld in de kas is niet van jou. Want iedere drie maanden moet je BTW afdragen, en de Belastingdienst geeft geen dag krediet. Ook moet je natuurlijk salarissen betalen. Veel ondernemers realiseren zich dat niet als ze het geld zien binnenstromen. Veel ondernemers gaan daaraan kapot. Het mooie is: ondernemers die geen economie hebben gestudeerd, zijn vaak heel blij met deze adviezen, omdat ze anders aan dat soort dingen kapot gaan. Waarmee ik trouwens niet wil zeggen, dat economen het allemaal wèl goed doen. Die gaan net zo goed de fout in.

Nu is de minor bij mij weggehaald, en geïntegreerd in de opleiding Commerciële Economie. Dat vind ik ook eigenlijk beter zo. Als lector ben je er om dingen in gaan te zetten. Als het eenmaal loopt, moet het in het gewone onderwijs geïntegreerd worden.

Kijk niet naar de balans!
Vaak denk ik: ik ga stoppen met het lectoraat. Maar dan heb ik contact met een student, of geef ik college, en dat vind ik dan zo leuk dat ik toch doorga, omdat ik dan denk: hier gebeurt echt iets! Zo zijn studenten Economie altijd heel verbaasd als ik ze in een gastcollege vertel dat je bij bedrijfsopvolging niet naar de balans moet kijken. Daar kunnen ze zich weinig bij voorstellen. Maar toch is het zo. Het kan best zo zijn dat een bedrijf met een positieve balans bijna failliet is. De waarde van een bedrijf stijgt niet doordat je veel debiteuren hebt. Je moet kijken naar kasstromen: hoeveel geld denk je de komende vijf jaar binnen te krijgen? Dit soort dingen heb ik zelf in de praktijk moeten leren. Je zou hopen dat studenten dat tegenwoordig op school krijgen, maar dat is dus niet zo. Nu nog de docenten zo ver krijgen dat ze het in het lesprogramma opnemen… Met klanten ruzie ik ook vaak over de waarde van hun pand. ‘Dit pand is drie miljoen waard. Waarom betrek je dat niet bij de waarde van het bedrijf?’, zeggen ze dan. Ik wil dat best doen, maar alleen als ze huur aan zichzelf berekenen. Bereken je geen huur aan jezelf, dan zijn je winstcijfers geflatteerd.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK