ScienceGuide staat voor verdieping. Dit is het platform waar de actualiteit en achtergrond elkaar ontmoeten op een inhoudelijke en doordachte wijze. Onder het uitklapteken vind je dus een toelichting, geheugensteun of voetnoot die de redactie of de auteur toevoegt. Dit doen wij om ervoor te zorgen dat wij in onze artikelen grondig en gedetailleerd in kunnen gaan op belangrijke details, zonder de lezer kwijt te raken.
Bèta-meisjes krijgen soft studieadvies
Nieuws |
de redactie
11 september 2008 | Nederland heeft al jaren te maken met een tekort aan betastudenten. Josje Knoop (UvT) laat zien dat de advisering aan meisjes met bèta-tech belangstelling daarbij niet echt behulpzaam is. Áls meisjes al enthousiast zijn, dan vooral voor 'softere' varianten. In die studiekeuze laten zij zich mede leiden door bewuste adviezen. Dit blijkt trouwens weinig te helpen tegen propedeuse-uitval. Jongens met een Natuur en Techniek profiel werd juist een 'klassieke ingenieursopleiding' geadviseerd.
Om meer studenten voor de betatechnische vakken te werven, startte de overheid in de jaren tachtig diverse campagnes. Deze waren met name gericht op meisjes. Een actief beleid voor studiekeuzes en de juiste begeleiding van leerlingen werd daarom ingevoerd op scholen. Knoop stelt in haar proefschrift de vraag of die aanpak succes heeft gehad.
Zij deed voor haar promotie onderzoek onder studenten van de TU/e, waarvoor zij een studiekeuzeprogramma ontwikkelde op het internet, de digitale sTUdiekeuzecoach. Met de uitkomst van de onderzoeksgegevens wilde zij nagaan waardoor leerlingen zich laten leiden in het vormen van hun studiekeuze. En met name voor de richting van het technische vervolgonderwijs. Knoop onderzocht de resultaten van 365 eerstejaars studenten aan de hand van twee digitale vragenlijsten en aanvullend kwalitatief onderzoek.
Opmerkelijk in het onderzoek is dat meisjes met beta interesse vaker dan jongens advies kregen voor een ‘brede ingenieursopleiding’, zoals Bouwkunde en Biomedische Technologie. Deze adviezen zijn mede gebaseerd op de interesses die de leerlingen zelf naar voren brachten. Jongens met een Natuur en Techniek profiel werd juist een ‘klassieke ingenieursopleiding’ geadviseerd, zoals Technische Natuurkunde, Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde.
Knoop toont ook aan dat leerlingen met adviezen voor hbo- onderwijs in technische vakken vaker afweken van de verstrekte adviezen en kozen voor andere vakken, dan leerlingen die naar het wetenschappelijk onderwijs gingen. Studiekeuzeadvies leidt volgens Knoop niet significant tot minder uitval in het eerste jaar van de nieuwe opleiding. Wel relatief veel uitvallers waren er in de categorie leerlingen die een studiekeuze maakte welke niet overkwam met het niveau- en opleidingsadvies.
