Gebouwen als duurzaam organisme
Als steden echt duurzaam willen worden, zullen ze eenintelligent systeem moeten creëren waarin gebouwen onderlingdiverse behoeften uitwisselen, net zoals een natuurlijk organisme.Dat stelt prof. Andy van den Dobbelsteen hoogleraar Climate Designand Sustainability aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Opvrijdag 5 maart zal hij zijn intreerede aan de Delftse universiteithier aan wijden.
Volgens Van den Dobbelsteen zou geen enkel stadsgebouw als eenindividu moeten functioneren. Gebouwen kunnen veel duurzamer enzuiniger zijn als ze de unieke mogelijkheden die de stad biedt,aangrijpen. Zo is het mogelijk om met behulp van slimme combinatiesvan energiestromen en de uitwisseling daarvan (Energy PotentialMapping) een wijk CO2-neutraal te maken.
Case: supermarkt
Van den Dobbelsteen verduidelijkt dit met een concreetvoorbeeld: de duurzame supermarkt. “Supermarkten gebruiken hunenergie voornamelijk voor koeling. Slechts een klein percentagegaat op aan verlichting en verwarming. Aan de andere kant van deairconditioner produceert de supermarkt een flinke hoeveelheidwarmte (die vrijkomt bij het energieverbruik voor de koeling). Dewarmte gaat normaal gesproken gewoon de lucht, terwijl dezewarmtestroom zeer nuttig kan worden gebruikt door bijvoorbeeldnabijgelegen winkels, huizen of sportfaciliteiten.”
Een ander voorbeeld is een zwembad, dat continu moet wordenverwarmd. Dit zou slim kunnen worden gecombineerd met een ijsbaan,die immers continu gekoeld moet worden.
“In de stad is ieder gebouw nu te zien als een ziekenhuispatiëntdie verbonden is met verschillende ‘infusen’: water, elektriciteit,riolering, kabel-tv enzovoorts. Die situatie is niet noodzakelijkslecht, maar er wordt onvoldoende onderkend dat het ‘afval’ van deene ‘patiënt’, van nut kan zijn voor een andere”, aldus de Delftsehoogleraar.
Geen politiek lef
In een EPM-studie voor de provincie Groningen concludeerdeVan den Dobbelsteen dat met maatregelen als aangepaste huizenbouw,windparken en het aanplanten van groenzones, 50 procent van deenergievraag duurzaam kon worden geleverd. De techniek om zijnideeën in de praktijk toe te passen bestaan ook, maar worden noguiterst spaarzaam ingezet.
“Het is mogelijk om volledig duurzame steden te bouwen. Wat onstegenhoudt zijn twee zaken: Ten eerste het politieke lef om hetecht toe te passen en ten tweede de inrichting van onze financiëlesystemen, die enkel kortetermijnoplossingen met slechts minimaleinvesteringen stimuleren.”
Om het hergebruik van producten en energie te aan te moedigen,stelt Van den Dobbelsteen voor een nieuwe indicator te gebruiken.De BAW, de Bruto Afgenomen Waarde als tegenhanger van de bekendeBruto Toegevoegde Waarde (BTW). “Ik vind dat we zouden moetenbetalen voor de kwaliteitsafname van producten (en energie, in dezin van toegenomen entropie). Als een product alleen maar gedumptkan worden, is de overgebleven kwaliteit nul en de te betalen BAWmaximaal. Als alle onderdelen van een product kunnen wordenhergebruikt, is de BAW minimaal.” Wie heeft het politieke lef omdit in te voeren?