HBO-onderzoeker als huisarts

Nieuws | de redactie
18 juli 2013 | Werknemers hebben te weinig zeggenschap over hun sociale zekerheid en dat maakt mensen nog minder geneigd tot mobiliteit, vindt scheidend HRM-lector Ton Korver (De Haagse Hogeschool). En passant pleit hij voor HBO-onderzoek.

“De huidige sociale regelingen, bijvoorbeeld rond WW, pensioenopbouw en arbeidsongeschiktheid, binden werknemers aan één bepaalde werkgever”, vindt Korver. Houdt de baan bij die werkgever op, dan stoppen ook veel regelingen – direct of op middellange termijn. “Daardoor blijven veel werknemers, en zeker de ouderen en lager opgeleiden, bij hun werkgever zitten. Het remt de mobiliteit. Terwijl die werkgever, in de huidige economie, ook steeds minder garantie op een vaste baan kan blijven geven.”

Opleiding tussen banen door

Werknemers zouden zelf veel meer zeggenschap moeten krijgen over de sociale regelingen, zegt Korver in het boek ‘Onbegrensd werken; arbeid en HRM in de 21e eeuw’, dat hij ter gelegenheid van zijn afscheid schreef met hogeschoolhoofddocente Karin Potting.

 “Werknemers moeten bijvoorbeeld een opleiding kunnen gaan volgen, tussen twee banen door, zonder dat ze meteen allerlei opgebouwde rechten kwijt raken.” En zoiets is niet alleen gunstig voor de werknemers zelf. “Bedrijven klagen steen en been over hoeveel moeite het kost om mensen te ontslaan, en over de hoge ontslagvergoedingen. Meer flexibiliteit in de sociale zekerheid verhoogt de arbeidsmobiliteit, en dat vinden werkgevers ook prettig.”

Dat betekent overigens niet dat Korver een voorstander is van de herziening van het ontslagrecht zoals die nu vorm lijkt te krijgen. “In die herziening worden allerlei regelingen alleen maar minder en schraler. Dat maakt dat mensen nog sterker willen blijven zitten waar ze zitten. En dat belemmert de flexibiliteit alleen nog maar meer.”

Gevoed door water en Westland

Tijdens zijn lectoraat boog Korver zich ook over personeelsproblemen op de regionale arbeidsmarkt. De leden van zijn kenniskring  bogen zich over personeelsproblemen in twee sectoren: bij organisaties voor watermanagement en in de Westlandse tuinbouw.

“Bij het watermanagement is een tekort aan wat ik ‘bètawetenschappers met een alfa-kantje’ noem: harde wetenschappers die hun bevindingen goed kunnen presenteren aan een groter publiek.” En in het Westland is de arbeidsmarkt in beweging omdat steeds meer laagopgeleid werk wordt uitgevoerd door tijdelijke werknemers uit Polen en Roemenië.

Niemand zet de eerste stap 

In beide gevallen zouden de betrokken bedrijven – en vooral HRM-afdelingen – meer over de grenzen van de eigen organisatie heen moeten kijken, is de conclusie van Korver. “Er kan veel meer personeel worden gedeeld en uitgewisseld. De vaardigheden van een bediende bij de slager lijken heel erg op de vaardigheden van een bediende bij de bakker. Als je de schotten tussen organisaties weg kunt halen, heb je meteen een veel flexibeler arbeidsmarkt.”

Dat is allemaal wel makkelijker gezegd dan gedaan, merkt Korver. “Als ik ergens een praatje houd, is iedereen het met me eens: regionalisering van de arbeidsmarkt heeft de toekomst. Maar niemand wil de eerste stap zetten om de handen ineen te slaan met concurrenten. HRM moet zich echt meer naar buiten richten: de grens van HRM is niet de eigen organisatie: die grens is de regio.”

Hoe stoppen met roken?

Als de flexibilisering van de arbeidsmarkt en sociale zekerheid de komende jaren echt van de grond komt, zal HRM zich ook meer moeten gaan richten op zij-instroom en zij-uitstroom. “Ik zie ons boek als aansporing om verder te kijken dan het klassieke HRM-werk. Ik hoop dat het een aanzet zal geven tot verwondering en nieuwsgierigheid.”

Korver heeft tijdens zijn lectoraat het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek steeds aangezwengeld. “Praktijkgericht onderzoek is echt iets anders dan onderzoek aan een universiteit. In het hbo begin je met een praktijkprobleem, en werk je naar een oplossing toe. Je helpt de praktijk vooruit. Universitair onderzoek is meer fundamenteel van aard.”

Vergelijk het met de medische wetenschap, stelt Korver voor. “Uit fundamenteel onderzoek weten we dat roken slecht is voor de mens. Maar de huisarts moet het praktijkprobleem van de patiënt zien op te lossen: hóe gaat meneer Jansen stoppen met roken? Gaat meneer Jansen op sport, gaat hij een cursus volgen of gaat hij – bijvoorbeeld – nicotinepleisters gebruiken?“

Viertrapsraket

De aanpak van de huisarts is te vergelijken met de aanpak van een hbo-onderzoeker, vindt Korver. “De hbo-onderzoeker gebruikt de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en gaat dan te werk via een viertrapsraket: diagnose, ontwerp van een oplossing, implementatie en evaluatie.”

En er zijn nog een heleboel zaken waar de hogeschool met praktijkgericht onderzoek de tanden in zou kunnen zetten. “Ik zou heel graag de effecten van de ict-revolutie eens onderzocht willen zien. Wat heeft die voor effect op de kwaliteit van de arbeid en de zekerheid voor mensen en organisaties? Of onderzoek naar de vraag of zzp’ers, door de voortdurende drang om opdrachten af te ronden en nieuwe binnen te halen, niet sluipend roofbouw op zichzelf aan het plegen zijn. Er valt voor de hbo-onderzoekers nog een heleboel te ontdekken. En de praktijk kan daar haar voordeel mee doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK