Fraude Nijkamp voorbarig

Nieuws | de redactie
27 januari 2014 | Minister Bussemaker maant tot enige sereniteit. Bij de kwestie Nijkamp wil zij eerst eens het onderzoek afwachten vanuit zijn universiteit. Bovendien meent zij van mening dat het WO-systeem van zelfreiniging “voldoende functioneert”. Wetenschappers moeten vooral ook zichzelf bevragen.

Aldus beantwoordt OCW vragen van SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Die wilde het oordeel van de minister over “het bericht dat er opnieuw sprake blijkt te zijn van grootschalige fraude door een wetenschapper, die meerdere keren plagiaat pleegde.” De minister vindt het vooralsnog te vroeg om over fraude te spreken.

“Ik vind het voorbarig om te spreken van fraude. Anders dan bij manipulatie of fabricatie van onderzoeksgegevens of zuiver plagiaat, ligt de essentie nu in de (on)toelaatbaarheid van zelfcitaties. De KNAW heeft geconstateerd dat de regels over citeren verduidelijking behoeven en komt naar verwachting in maart van dit jaar met een advies.”

De minister wil daarom eerst het werk van de onderzoekscommissie afwachten.  “De Vrije Universiteit (VU) heeft een commissie benoemd die onderzoek zal doen naar de wijze waarop in het werk van de wetenschapper gebruik wordt gemaakt van eerder gepubliceerd werk van hemzelf, van hemzelf samen met co-auteurs en van anderen. De uitkomst van dat onderzoek – dat geruime tijd zal duren – wacht ik af.”

“Ik kan geen oplossing bieden”

Integriteit is een groot goed zo laat de minister weten op de vraag van Van Dijk. Deze wilde een direct einde aan de opeenstapeling van dit soort zaken, dat volgens hem de wetenschap in een slecht daglicht stelt. De minister laat weten dat onderzoekers gebonden zijn aan een gedragscode. “Ik ben van mening dat integriteit een groot goed is in de wetenschap en een inbreuk hierop schaadt het vertrouwen in wetenschappers. Onderzoekers zijn gebonden aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Terecht laat de VU uitzoeken of de betrokken wetenschapper zich aan de gedragscode heeft gehouden.”

Ook laat de minister weten dat zij niet iets concreet kan doen aan de publicatiedruk.  “Ik kan geen oplossing bieden voor het vraagstuk van de publicatiedruk” en verwijst naar Kamervragen die daar eerder over zijn gesteld. De minister antwoordde toen:  “Het aantal publicaties en citaties is een gangbare internationale maatstaf om de performance van wetenschap uit te drukken. Het is lastig dat als land eenzijdig te veranderen.”

De minister vervolgt dat hier ook een verantwoordelijkheid bestaat bij wetenschappers zelf. “Ik heb wel een opvatting over de attitude die ik van wetenschappers verwacht en die is dat alle wetenschappers zich de vraag dienen te stellen wat het doel van een publicatie is. Ik constateer dat deze vraag actueel is in de wetenschappelijke gemeenschap en ik zie dat veel wetenschappelijke tijdschriften steeds kritischer worden op wat zij publiceren. Dat zijn goede ontwikkelingen en ik laat ook niet na dit uit te dragen.”

Verdient erkenning

Over de kwestie Nijkamp stelt de minister dat wanneer een wetenschapper zich aan de gedragscode houdt, deze erkenning verdient als hij erg productief blijkt: “Ik ben van mening dat publiceren om het publiceren de wetenschap niet verder brengt. Publicaties dienen tot doel te hebben nieuwe inzichten voort te brengen of inzicht te bieden in de reproduceerbaarheid van reeds gedaan onderzoek. Elke wetenschapper die met dat motief en met inachtneming van de gedragscode wetenschapsbeoefening een groot aantal artikelen gepubliceerd weet te krijgen, verdient erkenning.”

Van Dijk wilde van de minister weten of de universiteiten wel toegerust zijn voor zelfreiniging. “Zo ja, waarop baseert u die aanname? Zo nee, wat gaat u doen om dit te verbeteren?” De minister meent dat het systeem van zelfreiniging voldoende werkt. “De VU heeft een anonieme klacht over plagiaat door een promovendus in een nog niet verdedigd proefschrift voorgelegd aan een wetenschappelijke integriteitscommissie. Daarbij is de promotie opgeschort. De aanbevelingen van de commissie zijn door alle betrokkenen overgenomen. Zoals te doen gebruikelijk, is de geanonimiseerde samenvatting op de website van de VSNU geplaatst, in dit geval direct na het verstrijken van de beroepstermijn.”

Afschrikwekkend effect

De minister onderstreept tegen deze achtergrond, dat het de verantwoordelijkheid van de instellingen en onderzoekers zelf is toe te zien op naleving van hun gedragscodes. “Ik merk dat de instellingen meer aandacht zijn gaan besteden aan integere wetenschapsbeoefening. Daarbij ligt de focus niet alleen op de huidige onderzoekers. Juist ook in de opleiding van toekomstige onderzoekers is steeds meer aandacht voor het bewust omgaan met integriteitsnormen.”

Daarnaast wijst Bussemaker op het afschrikwekkend effect van feiten waaruit blijkt dat deze regel geschonden wordt. “Verder constateer ik dat het aantoonbaar schenden van de integriteitsnormen grote gevolgen heeft gehad voor de betrokken wetenschappers. Verwacht mag worden dat hier een afschrikwekkend effect vanuit gaat, al kan helaas niet worden voorkomen dat er nieuwe gevallen van schending kunnen optreden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK