Veel onvrede onder de ulo-afgestudeerden
Zo’n vijftienhonderd studenten voltooien jaarlijks een eerstegraads lerarenopleiding, bij een hbo-masteropleiding of bij een universitaire lerarenopleiding (ulo). Studenten van de eerstegraads hbo-masteropleiding hebben vrijwel allemaal al een tweedegraads opleiding (hbo-bacheloropleiding) van vier jaar afgerond.
Ze zijn al leraar en hebben vaak ook al veel werkervaring. Studenten bij een universitaire lerarenopleiding hebben eerder een vakbachelor of -master afgerond. De ulo richt zich specifiek op mensen die nog geen leraar zijn, voor veel ulo-studenten is dit een eerste kennismaking met het beroep van leraar.
Een op de vijf ontevreden
De inspectie ziet veel onvrede onder de ulo-afgestudeerden, zeker als we de bevindingen vergelijken met die van andere lerarenopleidingen die recent zijn onderzocht: de pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen. Eén op de vijf ulo-afgestudeerden voelt zich niet voldoende voorbereid op de dagelijkse praktijk. Ze hebben bijvoorbeeld behoefte aan meer vaardigheden om orde te houden en goede feedback te geven aan hun leerlingen.
Bijna een derde deel van de ulo-afgestudeerden zegt onvoldoende te hebben geleerd om digitale leermiddelen te gebruiken of om toetsen en examenopgaven te maken. Nog lastiger vinden ze het om goed om te gaan met niveauverschillen in de klas, of met leerlingen met gedragsproblemen. Hbo-master: soms behoefte aan pedagogisch-didactische ondersteuning.
VSNU gaat herstructureren
De onvrede is voor een belangrijk deel verklaarbaar vanuit het spanningsveld waarbinnen universitaire lerarenopleidingen opereren. De ulo’s leiden in korte tijd op tot het – praktische – beroep van leraar in de bovenbouw van havo/vwo. Tegelijkertijd behoren deze opleidingen te voldoen aan de eisen voor een opleiding op masterniveau. Daarom is er maar weinig tijd om onderwijsvaardigheden onder de knie te krijgen en te verbeteren. De opleidingen zelf (VSNU/ICL) hebben plannen ingediend om de opleiding te herstructureren.
De hbo-afgestudeerden zijn net als de ulo-afgestudeerden over het algemeen erg tevreden over de vakkennis en vakdidactiek die ze hebben meegekregen. 80 procent voelt zich voldoende voorbereid om les te geven in de bovenbouw van havo/vwo. Wel hebben ze soms behoefte aan extra ondersteuning op pedagogisch-didactisch vlak. Wat ze precies willen bijleren verschilt van student tot student. Het is belangrijk dat opleidingen en scholen op deze individuele behoefte inspelen.
Lerarenopleidingen en scholen groeien steeds meer naar elkaar toe, bijvoorbeeld bij partnerschappen ‘Opleiden in de School’. Veel studenten en medewerkers waarderen deze samenwerking. Het is echter niet vanzelfsprekend dat er goed contact is tussen de school en de lerarenopleiding. De samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en scholen kan verder versterkt worden.
U leest de rapporten van de Onderwijsinspectie hier
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen