Geef het hbo de ruimte

Op bezoek bij Stenden in Leeuwarden sprak de voorzitter van de Vereniging Hogescholen zijn bewondering uit voor de inspanningen die er door velen worden gedaan om de aansluiting van jongeren tussen de verschillende onderwijsniveaus zo goed mogelijk te laten verlopen. “Ik ben blij een publiek toe te mogen spreken van zo veel gepassioneerde bruggenbouwers die leerlingen begeleiden van het voortgezet onderwijs naar het hoger onderwijs.”
Werk maken van betere aansluiting
En dat is nodig, betoogt De Graaf die ziet dat jongeren in het hbo nog te vaak uitvallen of van opleiding veranderen. In Leeuwarden richtte de VH-voorzitter zijn blik vooral op de havisten die instromen in het hbo. “In het eerste jaar valt gemiddeld 12% van hen uit en maar liefst 26% wisselt van studie, binnen de instelling of daarbuiten. Na het eerste jaar blijft dus ongeveer 60% van de havoleerlingen bij dezelfde opleiding en hogeschool.”
Veel hangt dus af van de overgang van het soepel laten verlopen van het voortgezet onderwijs naar hbo. En daar gebeurt volgens De Graaf al veel. Hij wees onder meer op een onderzoek van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Zij hebben “onderzoek gedaan naar de beleving van leerlingen bij een interventie in de loopbaanoriëntatiebegeleiding. Deze bevindingen hebben zij gebruikt om de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en de HAN nog beter aan te passen op de behoeftes van leerlingen.”
Ook in Rotterdam wordt werk gemaakt van een betere aansluiting. Zo tekende de Hogeschool Rotterdam eind vorig jaar nog een convenant met havo-scholen in de regio om het belang van samenwerking tussen vo en hbo te onderstrepen. “Studenten hebben het bij ons moeilijk,” zei Ron Bormans bij de tekening van het convenant. “Moeilijker dan in andere delen van ons land. Het is hier net wat harder werken dan elders.”
Ruimte om te experimenteren
Die samenwerking is essentieel, maar volgens Thom de Graaf is in de toekomst nog meer nodig. Er “is een kerncurriculum nodig dat past bij of beter gezegd aansluit op wat nodig is in het vervolgonderwijs. Tegelijkertijd is het in het belang van hogescholen dat de herkenbaarheid van het diploma gewaarborgd blijft.”
De voorzitter van de hogescholenkoepel wil daarnaast dat zowel het hbo als het vo de ruimte krijgt om te experimenteren met nieuwe vormen die de aansluiting ten goede zou kunnen komen. “Waarom krijgen de meest slimme leerlingen in Nederland zes jaar middelbaar onderwijs en de leerlingen die iets minder slim zijn maar vijf jaar? Zou het niet mooi zijn als in de toekomst het mogelijk is om te kijken of een 6-jarige havo voor leerlingen werkt en zij meer tijd krijgen voor hun ontwikkeling en voor een soepele overgang naar het hbo?”
De Graaf: “Meer experimenteerruimte voor 6-jarige havo’s, meer geld voor docenten om in elkaars onderwijskeuken te kijken en het afbreken van muren, dit zijn onder andere dromen waar ik graag bij stil zou willen staan bij dit jubileum.”
De hele speech van Thom de Graaf is hier te lezen
Meest Gelezen
De student als consument maakt vrouwelijke docenten extra kwetsbaar
Bekostiging per student in het hbo en wo gaat dalen
Dijkgraaf wil zijn waaier doortrekken naar het onderzoek in het hbo en mbo
Fel debat over internationalisering tekent zich af in hoger onderwijs
Kamer verbolgen over schendingen van wetenschappelijke integriteit door de UvA
