Slob wil vasthouden aan Onderwijscoöperatie en lerarenregister

Nieuws | door Frans van Heest
30 maart 2018 | In de Kamer lijkt er een meerderheid te ontstaan om het bestuur van de Onderwijscoöperatie naar huis te sturen. De minister voor onderwijs verzet zich hiertegen. Hij gaat er niet over en wil zich vooral concentreren om van het lerarenregister een succes te maken.

Arie Slob committeert zich aan het regeerakkoord om een succes te maken van het lerarenregister. Slob geeft bovendien aan dat hij niet gaat over de samenstelling van het bestuur van een private organisatie, zoals de Onderwijscoöperatie (OC). D66 en CDA hadden de minister gevraagd om het bestuur van de (OC), dat voornamelijk bestaat uit vakbondsbestuurders, te vervangen door leraren. De inzet van Slob om van het register een succes te maken zal er niet gemakkelijker op worden. Inmiddels hebben 80 onderwijsbestuurders een nieuw manifest ondertekent ‘stop dit lerarenregister.’

Donderdagavond was het afsluitende debat in de plenaire zaal van de Tweede Kamer over leraren. Hier konden moties ingediend naar aanleiding van de eerdere overleggen met de twee ministers van onderwijs. Voor veel partijen moet dit, net als de als de twee eerdere overleggen, een teleurstellend debat zijn geweest. Veel moties die werden ingediend werden ontraden door beide ministers.

Het meest prangende onderwerp was de toekomst van de Onderwijscoöperatie: de vereniging die tot voor kort belast was met de taak om het lerarenregister tot een succes te maken. Na jarenlange kritiek op een professionaliseringsinstrument voor leraren heeft de Onderwijscoöperatie deze week de opdracht voor het lerarenregister teruggegeven aan minister Slob.

De OC wil zich alleen nog concentreren op het organiseren van docentenprijzen en het faciliteren van docenten in hun professionalisering. Voor de Kamerleden Paul van Meenen (D66) en Michel Rog (CDA) was dit aanleiding om een motie in te dienen. Die de minister verzocht om het bestuur van de OC te vervangen voor een interim-bestuur van alleen maar leraren. Momenteel zitten daar afgevaardigden in van verschillende onderwijsvakbonden.

Onderwijscoöperatie zal nooit van de leraren zijn

In de motie van D66 en CDA stond dat het van groot belang is voor het Nederlandse onderwijs dat leraren zich organiseren in een zelfbewuste, professionele beroepsgroep. En dat de Onderwijscoöperatie hierin niet geslaagd is, “en nimmer het noodzakelijke draagvlak en het vertrouwen van leraren heeft verworven. En dat door de bestuurlijke constructie de Onderwijscoöperatie nooit van, voor en door de leraren zal zijn.”

Dat terwijl er volgens beide Kamerleden wel hele goede alternatieven zijn. Ze verwezen daarbij naar, “recente ontwikkelingen, zoals PO in actie die aantonen dat het mogelijk is om de beroepsgroep zelfbewust en professioneel te verenigen.” Daarom was het verzoek in de motie aan de minister helder. “Verzoekt de regering te bevorderen dat op een zo kort mogelijke termijn het bestuur van de Onderwijscoöperatie wordt overgedragen aan een interim-bestuur van leraren die het vertrouwen hebben van de beroepsgroep.”

Deze motie wekte enige vragen op, zo ook bij Lisa Westerveld oud-woordvoerder van de onderwijsvakbond, AOb en nu Kamerlid voor GroenLinks. “De heer Van Meenen zegt in de motie dat de beroepsgroep in staat moet worden gesteld om zich professioneel te verenigen, terwijl we weten dat het bestuur van de Onderwijscoöperatie nu voor een deel bestaat uit mensen die uit de vakbonden komen. Betekent deze motie van de heer Van Meenen nou dat bestuurders van vakbonden of mensen die in vakbonden zitten, onderwijsbonden, niet in dat nieuwe interim-bestuur mogen komen?”

Urgent om een nieuw bestuur te vormen

Van Meenen wees erop dat het water aan de lippen staat en dat er ook bij medewerkers van de Onderwijscoöperatie grote behoefte is aan een nieuw bestuur. “De motie zegt wat zij zegt en dat is dat dat interim-bestuur zou moeten bestaan uit leraren. Het definitieve overigens ook, maar ik denk dat het nu zeer urgent is. Er bereiken mij ook signalen vanuit de medewerkers van de Onderwijscoöperatie die erop wijzen dat het echt urgent is om snel tot een bestuur te komen dat wel op draagvlak kan rekenen.”

Westerveld bleef kanttekeningen plaatsen bij de motie en vroeg zich af of zo’n nieuw bestuur alleen bestaande uit leraren wel draagvlak zou hebben. Van Meenen verzekerde Westerveld dat het vormen van een bestuur met draagvlak hem geen enkele moeite zou kosten. “Als u mij tien minuten zou geven, kan ik wel een bestuur samenstellen waarvan ik eigenlijk zeker weet dat het op draagvlak binnen de beroepsgroep kan rekenen. Maar goed, aan mij zal die vraag wellicht niet worden gesteld.”

Aan de leiband van de vakbonden

Opvallend was ook de bijdrage van Rudmer Heerema van de VVD. De VVD is de enige partij die altijd een groot voorstander is geweest van de Onderwijscoöperatie en daar in hun verkiezingsprogramma zelfs nog extra geld in wilde investeren. “Wat mij betreft stapt dit bestuur op. De Onderwijscoöperatie is uitgekleed. Het moet van, voor en door docenten zijn. Het ligt nu aan de leiband van de vakbonden.”

Een andere vraag van het lid Heerema was wat praktischer van aard, namelijk of de politiek hier eigenlijk wel over gaat: “het klopt toch dat wij hier als politiek niet over gaan? Het is een vereniging en bij andere verenigingen grijpen wij ook niet in. Graag een reactie op deze vraag. En ik ben benieuwd naar de beoordeling van de moties door de minister.”

Regeerakkoord is klip-en-klaar

Slob was helder in zijn reactie op de motie van Van Meenen. “Ik ontraad deze motie omdat we hierbij te maken hebben met een private organisatie. Conform wet- en regelgeving behoor ik dan als bewindspersoon mijn plek te kennen. In het regeerakkoord staat klip-en-klaar: als we van het lerarenregister een succes willen maken, dan moet het straks van, voor en door de docent zijn.”

Daarom wordt er volgens Slob een apart bestuur gevormd een deelnemersvergadering van leraren die verantwoordelijk wordt voor het opzetten van het lerarenregister. “Aan mij is nu de taak, ook weer gelet op het regeerakkoord, om het lerarenregister van, voor en door de docent te laten zijn. We hebben uiteindelijk de keuze om nu ook op die wijze te gaan handelen en ervoor te zorgen dat dit zo snel mogelijk gaat gebeuren en dat de afvaardiging van de deelnemersvergadering niet alleen statutair, maar uiteindelijk ook in haar handelen onafhankelijk haar werk kan doen.”

Stop dit lerarenregister

Daarom wilde Slob zich liever concentreren op de vraag hoe hij met een afvaardiging van leraren nog een succes kan maken van het Lerarenregister. “Ik zou de heer Van Meenen er wel aan willen herinneren dat de hele discussie hierover nadrukkelijk vanuit het lerarenregister gestart is. Dat is ook hetgeen waar u mij op mag aanspreken, omdat het ook vanuit het regeerakkoord een verantwoordelijkheid is die ik draag om dat lerarenregister ook van, voor en door de docenten te maken.”

Dat zal nog een lastige opgave worden voor Slob om van het lerarenregister een succes te maken. Inmiddels hebben 80 schoolbestuurders die samen meer dan 1000 basisscholen vertegenwoordigen een manifest ondertekent met de oproep ‘stop dit lerarenregister’. Zij stellen dat het lerarenregister hoe dat vormgegeven is door de voormalige staatssecretaris Sander Dekker niet de juiste is. “Is er een register nodig om te meten of de professionalisering van leraren wel deugt?’. Daarmee lijken nu zowel onderwijsbestuurders en leraren zich te verenigen tegen het lerarenregister.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK