Digitale wapenwedloop raakt ook kennisinstellingen

Nieuws | door Tim Cardol
4 juli 2019 | Er dient zich een nieuwe wapenwedloop aan tussen met name China, de VS en Rusland. Dat concludeert het Rathenau Instituut in een nieuwe studie. “Digitalisering leidt ertoe dat het onderscheid tussen kennisontwikkeling voor civiele en militaire doelen steeds lastiger te maken is.”
Foto: Christoph Scholz

De strijd van het Chinese techbedrijf Huawei om overal in Europa aanbestedingen te winnen voor het aanleggen van het nieuwe 5G-netwerk heeft de discussie over digitale veiligheid doen oplaaien. De Verenigde Staten roepen Europese landen op vooral niet in zee te gaan met Huawei, omdat dit de Chinese overheid een uitgelezen mogelijkheid tot cyberspionage zou geven. De Nederlandse overheid is desondanks niet van plan de Chinezen bij voorbaat te weren.

Samenwerking niet zonder risico

De studie ‘Kennis in het vizier’ van het Rathenau Instituut brengt in kaart wat op dit moment de belangrijkste gevolgen zijn van de nieuwe digitale wapenwedloop voor de Nederlandse kennisinfrastructuur. Wetenschap en technologie vormen een belangrijk onderdeel van de Nederlandse China-strategie die begin mei werd gepresenteerd. Dat is voor het Rathenau reden om te kijken hoe dit kan worden ingevuld.

Kabinet wil meer balans in samenwerking Nederland en China

Twee van de belangrijkste ontwikkelingen die in het rapport worden gesignaleerd zijn de toenemende internationalisering van kennisontwikkeling en innovatie en de daarmee gepaard gaande vervaging van het onderscheid tussen kennisontwikkeling voor civiele en militaire doelen.

Beide ontwikkelingen hebben gevolgen voor enerzijds de TO2-instellingen en anderzijds de publieke kennisinstellingen. “Meer samenwerking roept de vraag op in hoeverre Nederlandse kennisinstellingen, bekeken vanuit veiligheidsbelangen, kennis zelf in huis moeten hebben en in welke mate ze afhankelijk kunnen zijn van de kennisbasis van binnen- en buitenlandse partners.”

De meeste kennisinstellingen zijn civiel georiënteerd. Door de toenemende internationalisering krijgen zij in toenemende mate ook te maken met vraagstukken rond defensie- en veiligheid. Onlangs werd in een bijeenkomst over de China-strategie al gewaarschuwd voor het gevaar van Chinese onderzoekers die kennis komen halen voor mogelijk politieke en militaire doeleinden.

Open science op gespannen voet met veiligheid

Het Rathenau Instituut stelt in het rapport dat het van belang is om beleid te gaan ontwikkelen ten aanzien van onder meer de toegang tot onderzoeksinfrastructuur, personeelsbeleid en het al dan niet nastreven van open science. “Vrij beschikbare data en open communicatie over wetenschappelijk onderzoek kan op gespannen voet staan met veiligheidsbelangen.”

Beleidsvorming is volgens het Rathenau Instituut zowel een verantwoordelijkheid van de overheid als de kennisinstellingen en de individuele onderzoeker zelf. Zo moet op politiek niveau de kaders vast worden gesteld waarbinnen kennisinstellingen hun beleid kunnen formuleren. “Van individuele onderzoekers mag alertheid worden verwacht: het tijdig aankaarten van zaken met potentieel veiligheidsrisico. […] Het is tevens belangrijk dat onderzoekers hun kennis en zorgen inbrengen in het publieke debat.”

Niet alleen China in het vizier

Hoewel de China-strategie en recente zorgen omtrent het 5G-netwerk en mogelijke spionage door Chinese kenniswerkers een belangrijke aanleiding lijken te vormen, richt het rapport van het Rathenau Instituut zich op bredere mondiale ontwikkelingen. Zo worden ook de kennisagenda’s van de Verenigde Staten en Rusland onder de loep gelegd.

Zo constateert het Rathenau dat de VS bezig zijn om de teruglopende technologische superioriteit te voorkomen. “Nadruk ligt op digitale technologieën zoals robotica, autonome wapensystemen, mens-machine integratie, big data analyse en cybercapaciteiten voor zowel offensieve als defensie doeleinden.”

Rusland op haar beurt is sinds 2010 bezig met een moderniseringsslag. “Hierbij is veel geïnvesteerd in kunstmatige intelligentie, met als doel dat tegen 2025 het militaire materieel voor 30 procent uit autonome gerobotiseerde systemen bestaat.  Hoewel Rusland met ongeveer vier procent een groot percentage van het bruto binnenlands product aan defensie besteedt, is het budget nog geen tiende van dat van de VS, en ongeveer een derde van dat van China. In hoeverre Rusland mee kan in de technologische race tussen die twee grootmachten, is dan ook de vraag.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK