Bestuurders vaak onwetend over racismedebat op hun eigen instelling

Nieuws | door Frans van Heest
14 juli 2020 | Bestuurders in het hoger onderwijs komen er vaak te laat achter dat de emoties onder studenten en medewerkers hoog oplopen ten aanzien van racisme, zegt de Dean van de University College Leiden, Judi Mesman.
Black Lives Matter demonstratie, Amsterdam, Foto: Karen Eliot

Onlangs organiseerde de KNAW een online debat over racisme op de universiteit. Daarin werd de discussie gevoerd over de vraag hoe de universiteit inclusiever kan worden. Het recente debat, dat opgelaaid is door een aantal gebeurtenissen waaronder de moord op George Floyd, heeft maar weer eens aangetoond dat er nog veel moet gebeuren om de universiteit inclusiever te maken.

Zowel activisten als bestuurders van universiteiten waren van mening dat er nog een wereld te winnen is. Zo zijn er op de universiteit nauwelijks promovendi van kleur. “We moeten aan deze groep uitleggen hoe leuk de academie is,” zei de rector van de Vrije Universiteit, Vinod Subramaniam.

Voor ons is dat allemaal niet nieuw

De eerste spreker deze avond was Mitchell Esajas, medeoprichter van The Black Archives. Dit is een actiegroep die onder andere het curriculum aan de universiteit wil dekoloniseren. Esajas is niet verrast door de roep om meer diversiteit binnen de universiteit. “Voor ons is dit allemaal niet nieuw. Wij zijn blij dat anderen eindelijk wakker worden.”

Maar toch is er ook veel stilstand op het gebied van diversiteit, de reactie op de bezetting van het Maagdenhuis bijvoorbeeld is een deceptie gebleken. “Velen van u zijn bekend met de Maagdenhuisbezetting van een aantal jaar geleden. Ook daar zijn wij bij betrokken geweest. Er was een groot aantal studenten die tijdens de bezetting aangaven, dat het niet alleen nodig was om te kijken naar de neo-liberalisering van de universiteit, maar ook naar dekolonisatie en het gebrek aan diversiteit aan de universiteit.”

Ik ben vrij teleurgesteld in de UvA

Esajas had hoge verwachtingen van een van de commissies die destijds werd ingesteld door het college van bestuur, in reactie op de acties. “Er is een commissie ingesteld onder leiding van Gloria Wekker. Die hebben uitvoerig onderzoek gedaan naar het gebrek aan diversiteit en hoe problemen rondom diversiteit aangepakt kunnen worden. Er is een heel mooi rapport verschenen. Ik moet bekennen dat ik vrij teleurgesteld ben als ik kijk naar wat er nu is geïmplementeerd.”

Als oud-medewerker van de UvA heeft Esajas juist vanwege deze bestuurlijke stroperigheid de universiteit weer verlaten. “Ik heb nog nauw contact met  studenten en ex-collega’s op de UvA, ik ken de universiteit goed. Ik moet bekennen dat een van de redenen dat ik de universiteit heb verlaten het gebrek aan daadkracht is, op dit heel goed onderzochte dossier. Wat er nu gebeurt op het gebied van diversiteit is toch een beetje slap aftreksel van de aanbevelingen uit dit rapport. Ik hoop dat de huidige discussie toch extra energie geeft om dit rapport weer uit de bureaula te halen.”

Uit eigen ervaring weet Mitchell Esajas hoe hardnekkig het probleem is. Hij werd daar jaren geleden al mee geconfronteerd. “Ik heb het zelf ook meegemaakt in 2012 nota bene op de VU. Dat ik een discussie aanging over Zwarte Piet met medestudenten uit mijn master Antropologie en dat ik te horen kreeg: ‘Als je het niet bevalt, ga je maar terug naar je eigen land.’ Dat zijn dingen die studenten nu nog dagelijks meemaken.”

Een rapport dat in de bureaula belandt

Om dit soort ervaringen van studenten en medewerkers van kleur tegen te gaan, moeten universiteiten nog veel doen. Deze handschoen moeten KNAW, universiteiten en NWO samen oppakken. “Wij hebben regelmatig studenten over de vloer bij de The Black Archives en wij horen dit soort verhalen te vaak. Wij moeten samen met de KNAW en de universiteiten kijken hoe we studenten, alumni en mensen met ervaring op dit gebied actief betrekken en ook echt beleid gaan maken wat wordt geïmplementeerd en niet alleen in een rapport staat dat vervolgens in de bureaula verdwijnt.”

Over de presentatie van het rapport van de commissie Wekker

Toch is de alumnus en oud-medewerker van de VU weinig hoopvol over de toekomst. “Ik moet zeggen dat ik vrij sceptisch ben. Ik heb ook drie jaar als student-assistent op de VU gewerkt en daarna drie jaar op de UvA. Er wordt wel diversiteitsbeleid ontwikkeld, maar als je kijkt naar de inhoud van het diversiteitsbeleid dan is het denk ik niet voldoende. In mijn ogen wordt diversiteitsbeleid toch vaak een slap aftreksel van kritische theorieën.”

Er is ook weerstand op de universiteit

Wat Esajas verder opvalt is het feit dat diversity officers op de universiteiten allemaal witte vrouwen zijn, is dat wel divers genoeg? “Ik vind het ook opmerkelijk dat bijna alle diversity officers witte vrouwen zijn. Waarom zien we diversiteit ook niet terug in diegene die het moeten implementeren? Ik denk dat het ook te maken heeft met de logheid van de universiteit. Het is een oud en log instituut die veranderen langzaam. Er is ook weerstand in de universiteit, dat heb ik aan den lijve ondervonden. Tegelijkertijd ben ik ook hoopvol, als ik zoveel duizenden mensen de straat op zie gaan, dan is er wel iets in gang gezet dat hopelijk ook de universiteit gaat bereiken.”

Vanuit het publiek werd de vraag gesteld aan Esajas wat er moet gebeuren om meer wetenschappers met diverse achtergrond aan te stellen. “Ik had afgelopen week nog een gesprek met een aantal mensen uit de academie. Die zeiden: het is gek dat het aantal PhD-plekken groter is geworden, maar het aantal PhD’s met een andere achtergrond is niet toegenomen. Ik denk dat zeker vanuit NWO nog veel werk te verzetten is.”

Op de University Colleges worden de debatten groter

De volgende spreker was de dean van de University College Leiden, Judi Mesman. Zij heeft afgelopen weken in het oog van de storm gezeten. De discussie rondom discriminatie en diversiteit wordt juist op haar University College heel hard gevoerd. “De University Colleges hebben een hele internationale populatie, waar dit soort debatten al heel snel groter worden dan op andere plekken binnen de universiteit.”

Als dean van LUC de heeft Mesman de afgelopen weken meer dan de helft van haar tijd besteed aan het thema racisme. “Dit was het gevolg van een indringende oproep van studenten om hierover in gesprek te gaan ook met vrij grote consequenties voor de organisatie.”

De dean uit Leiden zei dat de reacties op de moord op Floyd al snel binnenstroomden en dat de roep om een stevige reactie ook steeds luider werd. “Na de moord op George Floyd ontplofte social media in en rond het LUC. Er kwamen vele berichten van studenten en alumni die LUC opriepen om een openbaar standpunt in te nemen over Black Lives Matter. Intussen stroomde ook mijn mail vol van studenten, alumni met brieven, petities en eisenlijstje ondertekent door tientallen, maar soms ook honderden mensen. Het bericht dat ik als Dean uiteindelijk publiceerde eindigde met een uitnodiging voor een online townhall meeting.”

Het was een behoorlijke uitputtingsslag

Deze meeting ging er volgens de dean emotioneel aan toe. “Het was tweeënhalf uur verdriet, boosheid, frustratie van studenten en alumni. Elk gesprek is beladen en bij elk gesprek komen emoties kijken. Het was een behoorlijke uitputtingsslag. Elke week kwamen we wel iets dichter bij elkaar. We gingen steeds minder met elkaar in gevecht en kwamen tot een antiracistische agenda.”

Dit proces en de vele emotionele gesprekken over racisme ook aan het University College heeft de dean naar eigen zeggen wel veel opgeleverd. “We zijn er nog lang niet, maar dit proces heeft mij tot nu toe al zoveel geleerd over de uitdagingen die je brengt als je hier werkelijk over in gesprek gaat als academisch instituut. Maar wat nog maar weinig gebeurt in de academie.”

De eerste uitdaging was dat het moderne antiracisme onder met name studenten grotendeels plaatsvindt op social media, zo vertelde de Leidse dean. “Dan heb ik het over platforms waar de gemiddelde universiteitsbestuurder niet dagelijks te vinden is.”

“Pas als het op social media echt uit de hand loopt krijgen bestuurders van bezorgde medewerkers of van de communicatieafdelingen screenshots opgestuurd, over wat zich allemaal heeft afgespeeld. Zo kreeg ik de eerste online berichten pas een dag of vijf na de dood van George Floyd onder ogen. Ik zit zelf niet op Facebook maar als mensen om mij heen zich zorgen gaan maken gaan ze screenshots sturen. Ik had dus vijf dagen niet door wat er onder de studenten en alumni online gebeurde.”

Veel instellingen plaatsten snel een reactie

Ook was de reactie op de moord cruciaal. Hier heeft de dean andere instellingen veel verkeerde keuzes zien maken. “De tweede uitdaging was de keuze voor de eerste reactie. Plaats je snel een bericht ter ondersteuning van de beweging, dan ben je snel weer kwetsbaar voor verwijten van hypocrisie. Daar heb ik ook veel voorbeelden van gezien, van instellingen die snel iets plaatsten en dan ook veel kritiek kregen.”

Tot slot was de uitdaging het zichtbaar maken van racisme ook zeker binnen de academie, benadrukte Judi Mesman. “Er bleven collega’s die vonden dat het helemaal nog niet was aangetoond dat er sprake was van racisme en kwetsend taalgebruik. Was het nu allemaal wel zo erg? Als er om voorbeelden werden gevraagd, werd vervolgens diep gezucht: ‘moeten we het weer uitleggen’?  Dat wij als instituties immuun voor racisme zouden zijn is natuurlijk naïef.”

Staf geen afspiegeling van de studentenpopulatie

Vinod Subramaniam, rector van de Vrije Universiteit, benadrukte dat er nog een wereld te winnen is op het gebied van diversiteit binnen de academie. “Mitchell zei al dat als je rondloopt op onze universiteit je eigenlijk niet zoveel rolmodellen in de staf ziet. De staf is geen afspiegeling van de studentenpopulatie. Hoe kunnen we die kansenongelijkheid bij een academische loopbaan doorbreken zodat ons personeelsbestand een betere afspiegeling is? Dat is de vraag die universiteiten moeten stellen. Diversiteit en inclusie is meer dan kleur alleen. Het gaat ook om gender, cultuur, seksualiteit, geloof en fysieke beperkingen.”

Het inclusiever maken van de universiteit vraagt om een meer integrale aanpak. “Je kunt niet zomaar een meer diverse staf aanstellen. Je moet het ook op een integrale manier doen. Diversity officers zijn goede initiatieven maar dat is niet genoeg. Je moet goed scouten en talentbeleid invoeren, voor een meer inclusieve gemeenschap in de universiteit.”

De pijplijn droogt op

De VU-rector vindt dat universiteiten ook de plicht hebben om duidelijk te maken onder jongeren met een migratieachtergrond hoe leuk een baan in de academie is. “We hebben de verantwoordelijkheid als instellingen om echt aan de gemeenschappen te vertellen hoe leuk een academische carrière is. Wij hebben veel masterstudenten met een diverse achtergrond, maar het percentage diversiteit keldert in elke stap op de universiteit. Het is echt een enorme weglek.“

Maar het personeelsbeleid ten aanzien van diversiteit ligt niet bij universiteiten alleen, zegt de rector van de VU. “NWO heeft daar ook een belangrijke rol in. NWO had een heel mooi programma, dat heette Mozaïek dat was speciaal voor promovendi met een diverse achtergrond. Dat is ontzettend belangrijk. Want wij merken dat die pijplijn opdroogt. Er zijn heel weinig studenten met een diverse achtergrond die überhaupt willen promoveren. Waarom kunnen wij het niet duidelijk maken dat dit een aantrekkelijke carrièreoptie is?”

Toch moet het volgens de rector van de VU niet alleen om huidskleur gaan. “Je vraagt mensen om hun expertise niet vanwege hun huidskleur. Ik ben de enige bruine universiteitsbestuurder en ik hoop dat ik hier zit niet omdat ik bruin ben, maar ook omdat ik ook wat inhoudelijks te bieden heb. Zo moet je het aanvliegen. Als je dit alleen doet om een bepaalde statistiek beter te maken dan zijn we ook verkeerd bezig.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK