Levensvaardigheden studenten moeten beter voor meer studiesucces

Nieuws | door Ramon van Doorn
14 oktober 2020 | Mentale klachten bij jonge studenten vormen een steeds groter probleem in het hoger onderwijs. Onderzoekers van de Hogeschool Leiden hebben gekeken naar het effect van levensvaardighedenprogramma’s op studieresultaten en studentenwelzijn.
Binnen de Hogeschool Leiden zijn ze al begonnen met een levensvaardighedenprogramma.

De definitie van levensvaardigheden spreekt eigenlijk wel voor zich: vaardigheden die nodig zijn voor het omgaan met de dagelijkse uitdagingen en problemen die het leven met zich meebrengt. De verschillende vaardigheden die hieronder vallen beslaan een breed gebied, van empathie tot kritisch denken en van zelfperceptie tot teamwork. Zowel op professioneel gebied als op sociaal gebied zijn dit belangrijke begrippen. Deze vaardigheden hangen dan ook allemaal samen met de emotionele ontwikkeling van studenten, wat grotendeels bepaalt hoe ze tijdens hun studieperiode presteren.

Druk van alle kanten

Dat studiesucces samenhangt met mentale druk is al langer bekend. Deze druk op studenten kan uit twee richtingen komen. De eerste is de omgeving, waaronder bijvoorbeeld het onderwijs valt, maar ook de gehele maatschappij die een enorme druk kan uitoefenen op studenten. De huizenmarkt, toekomstige baankansen of zelfs de klimaatcrisis zijn ook allemaal onderdelen van een onzekere toekomst. Deze druk van buitenaf gaat vaak gepaard met druk van binnenuit. Hoe goed een student om kan gaan met bijvoorbeeld stress, kan per persoon enorm verschillen.

Daarnaast is de thuissituatie van iedere student ook anders. Dr. Carolien Gravesteijn,  lector Ouderschap en Ouderbegeleiding bij Hogeschool Leiden en één van de twee auteurs van het artikel, vertelt hierover: “Aan sommige situaties hadden we niet eens gedacht toen we begonnen met het onderzoek. Zo waren er bijvoorbeeld thuiswonende studenten die te maken hadden met zieke ouders, waardoor ze naast hun studie vooral bezig waren met mantelzorg.” Iemand die voor zieke ouders moet zorgen, heeft vaak minder concentratie om goede prestaties te halen tijdens het studeren. En aan de andere kant kan iemand die enorm stressbestendig is vaak makkelijker goede prestaties neerzetten.

Levensvaardigheden als handvatten in het hoger onderwijs

Om toch iedereen een even grote kans te geven om de studie te halen, is de effectiviteit van levensvaardighedenprogramma’s door middel van een literatuurreview onderzocht. Levensvaardighedenprogramma’s worden wel al vaak toegepast in het basis- en voortgezet onderwijs, maar nog niet in het hoger onderwijs. Terwijl die groep juist meer en meer mentale klachten krijgt. Gravesteijn heeft met medeauteur Suzanne Slotboom, docent toegepaste psychologie aan de Hogeschool Leiden  gekeken naar de effectiviteit van programma’s in het voortgezet onderwijs, om hopelijk wat mee te kunnen nemen naar het hoger onderwijs. Ook was er nog niet veel bekend over welke onderdelen van de programma’s precies werken en welke niet.

De leeftijd van 16 tot en met 23 jaar, ook wel de late adolescentie genoemd, staat centraal in het onderzoek. Tijdens deze fase zijn jongeren vatbaar voor verschillende mentale problemen. Ze ondervinden meerdere sociale uitdagingen, zoals het kiezen van een studie, het minder afhankelijk worden van de ouders en het ontwikkelen van de zelfstandigheid die daarbij hoort. De overgang van het voortgezet- naar het hoger onderwijs is daardoor een belangrijke stap, waarbij best wel wat mis kan gaan. Daarom is in het onderzoek ook gekeken naar scholieren in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.

Verschillende positieve effecten van levensvaardighedenprogramma’s in het voortgezet onderwijs zijn gevonden in de literatuur. Onder andere vaardigheden als zelfvertrouwen, empathie en veerkracht laten verbeteringen zien. Dit zijn de directe positieve effecten, maar die leiden ook tot positieve gevolgen als het verminderen van depressieve klachten of pestgedrag.

Ook zijn er studies gevonden die programma’s binnen universiteiten hebben onderzocht. Studenten die binnenkomen met een achterstand in levensvaardigheden, hebben met deze programma’s na vier jaar toch net zoveel kans om af te studeren als studenten zonder achterstand. Een ander opmerkelijk voordeel van de training is dat drugsmisbruik vermindert.

Niet alle vaardigheden zijn hetzelfde

Sommige levensvaardigheden hebben een grotere impact op studieresultaten dan andere. Goede communicatievaardigheden blijken bijvoorbeeld vaak gepaard te gaan met betere cijfers, net als probleemoplossend vermogen en het hebben van een duidelijk doel in het leven. Gezond leven heeft daarnaast ook een positieve invloed op de cijfers die behaald worden. Het ervaren van stress daarentegen heeft duidelijk een negatieve invloed. Het reguleren van emoties en het bevorderen van zelfcontrole zouden daarom twee speerpunten van de trainingen moeten zijn om studieresultaten, maar ook tevredenheid in het leven, te verbeteren.

Om goede resultaten te halen, moeten de programma’s op een duidelijke en gestructureerde manier samengesteld zijn. De manier waarop de trainingen gegeven worden, is belangrijker dan de inhoud ervan: Duidelijke instructies, actieve leervormen en genoeg tijd voor evaluatie. Toch kunnen docenten de trainingen net zo goed geven als externe trainers, maar dan moeten ze er wel zelf eerst voor getraind worden. Zo kan een cursus levensvaardigheden op een structurele manier binnen het curriculum geplaatst worden.

Binnen de Hogeschool Leiden zijn ze al gestart met een levensvaardighedenprogramma. Gravesteijn vertelt: “Wij hebben een soort toolbox ontworpen binnen de Hogeschool. Het belangrijkste onderdeel hiervan is een spel, ontwikkeld in samenspraak met docenten en studenten. Ze leren met dit spel situaties herkennen waarvoor ze bepaalde vaardigheden nodig hebben, en moeten dan bijvoorbeeld vragen beantwoorden of opdrachten doen. Verder hebben we nog veel meer tools voor docenten en studenten, maar de meesten zijn nog op docentniveau. Zo kunnen we eerst de docenten trainen, waarna ze steeds meer voor studenten kunnen betekenen.”

Wel nog verder uitwerken

Ook staat het onderzoek niet stil. “We hebben nu deze literatuurreview gedaan, en op basis daarvan zijn we dingen gaan gebruiken op de Hogeschool. Uiteindelijk willen we natuurlijk naar buiten brengen dat studenten beter gaan leren door dit soort programma’s. Daarvoor moeten we wel nog meer weten over hoe je het precies moet implementeren, en hoe je het beste een heel programma om de trainingen heen kan bouwen.”

De bevindingen en eerste plannen van de hogeschool worden nauwlettend in de gaten gehouden door andere onderwijsinstanties. “In december hebben we plannen om bij elkaar te komen met de hogescholen van de grote steden, en daar zal ik dit onderzoek presenteren. Ik hoop natuurlijk dat dit soort trainingen of programma’s dan ook daar gebruikt gaan worden, al moet het helaas nu meer online. De hele coronacrisis voegt daarnaast ook nog eens een hoop extra vragen toe. Misschien moeten we wel dingen veranderen of toevoegen aan het programma door corona. We zullen in ieder geval moeten digitaliseren om te blijven investeren in studenten, zeker nu. Studenten worstelen enorm met eenzaamheid, wat al snel kan leiden tot een burn-out of andere mentale klachten.”

Omdat de problemen misschien wel meer bij de maatschappij liggen, moet de oplossing niet alleen uit het onderwijs komen. “We willen nu eerst het onderzoek met de hogescholen delen, maar daarna zijn we zeker van plan om met andere instanties om de tafel te gaan. Zowel maatschappelijke instanties als gezondheidsfondsen. Dit is echt een onderwerp waarbij je een lange adem nodig hebt, maar we willen bovenop de lip van politici zitten. Betere prestaties van studenten zijn immers ook beter voor de politiek. En nu in het coronatijdperk is er misschien alleen maar meer haast bij.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK