‘Interdisciplinair onderwijs populair, maar onderzoek ernaar staat nog in kinderschoenen’

Nieuws | de redactie
4 maart 2024 | Studenten die deelnemen aan interdisciplinair onderwijs leren hun eigen discipline beter zien en andere disciplines meer waarderen. Ondanks de populariteit van deze onderwijsvorm is de wetenschappelijke basis ervan nog smal en versnipperd, schrijft promovendus Jessica Oudenampsen (Radboud Universiteit). Zij identificeerde zeven ontwerpprincipes voor interdisciplinaire vakken en raadt aan om interdisciplinariteit onderdeel te maken van een basiskwalificatie onderwijs.
Beeld: Maria Lupan

Het onderwijs van de toekomst is interdisciplinair, schreven meer dan tachtig wetenschappers vorig jaar in een ingezonden bijdrage op ScienceGuide. “Als samenleving krijgen we, nu en in de toekomst, steeds te maken met nieuwe ‘wicked problems’ die vragen om een discipline-overstijgende aanpak – op en over de grenzen van disciplines.” 

Er wordt inderdaad vaak gesteld dat interdisciplinair onderwijs studenten kan leren om goed te reageren op complexe maatschappelijke problemen, maar veel onderzoek dat deze stelling kan onderbouwen is niet voorhanden, blijkt uit het proefschrift van Jessica Oudenampsen. Tijdens haar promotieonderzoek bij de Radboud Universiteit voerde ze onder andere een systematische review uit van het empirisch bewijs over de leeruitkomsten van interdisciplinair onderwijs, en destilleerde ze zeven ontwerpprincipes voor het vormgeven van dit soort programma’s in het hoger onderwijs. 

Literatuur over interdisciplinair onderwijs ongeorganiseerd 

Het onderzoek naar interdisciplinair onderwijs staat nog in de kinderschoenen, oordeelt Oudenampsen. “De literatuur die beschikbaar is, is ongeorganiseerd, wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd of wordt niet herkend als zijnde interdisciplinair. Ook is er nog maar weinig empirisch onderzoek gedaan naar interdisciplinaire benaderingen.”  

Het weinige onderzoek dat wel voorhanden is, suggereert dat interdisciplinair onderwijs de academische en disciplinaire betrokkenheid van studenten verhoogd. Studenten worden zich beter bewust van de waarde, principes en ideologieën van hun eigen discipline, en ontwikkelen meer bereidheid om daarin verder te studeren. Tegelijkertijd treedt een verandering van perspectief en perceptie op: studenten leren hun discipline beter in relatie tot andere disciplines zien en gaan ook studenten uit andere disciplines anders bekijken. 

Beter zicht op waarde van andere disciplines 

De resultaten uit de systematische review waren ook zichtbaar in een studie die Oudenampsen zelf uitvoerde bij een interdisciplinair vak over communicatie in de gezondheidszorg. Daaraan namen zowel medische studenten als communicatiestudenten deel. Uit gesprekken met negentien studenten bleek dat het vak niet alleen had bijgedragen aan het verbeteren van hun communicatievaardigheden, maar ook hun perspectief op communicatie veranderde. Studenten gingen de waarde, de toepasbaarheid en de wetenschappelijke basis van communicatie hoger waarderen. 

Het interdisciplinaire vak in kwestie bood een combinatie van onderwijsactiviteiten en gaf studenten de vrijheid om te ontdekken. Dat hielp bij het bereiken van de leeruitkomsten, schrijft Oudenampsen. “Door de interdisciplinaire opzet was er in het onderwijs sprake van integratie van theoretische kennis en praktische vaardigheden.” 

Verschil in zelfvertrouwen en status tussen opleidingen 

In het tweede deel van haar promotieonderzoek ging de Nijmeegse promovendus op zoek naar ontwerpprincipes en mogelijke barrières voor de implementatie van interdisciplinariteit in het hoger onderwijs. Daartoe sprak ze met zes communicatiestudenten en zeven medische studenten die hadden deelnamen aan een nieuwe, interdisciplinaire minor. De studenten waren tenminste derdejaars. 

Medische studenten en communicatiestudenten hadden verschillende epistemologische opvattingen, bleek uit die gesprekken. Waar communicatiestudenten de breedte van het interdisciplinaire vak waardeerden, ook als theorie en kennis niet meteen nut had voor hun studieprogramma, was de interesse van medische studenten minder breed. Zij waren dan ook minder gemotiveerd om interdisciplinair te leren. Communicatiestudenten waren daarnaast gewend aan theoretisch onderwijs, terwijl medische studenten theorie juist zagen als horde en reeds verkregen vaardigheden relevanter vonden. “Ik denk dat ze meer interesse hebben in de onderliggende theorie dan in de directe toepassing”, zei een medische student over communicatiestudenten. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Opvallend is tevens dat medische studenten veel meer zelfvertrouwen ontleenden aan de status van hun studie dan communicatiestudenten. “Ze denken duidelijk: ‘oh, humanities studenten… die praten over theorieën enzovoorts, maar… welke toegevoegde waarde gaan we daadwerkelijk van jullie krijgen”, omschreef een communicatiestudent de manier waarop die de benadering van medische studenten ervoer. “Als puur vooroordeel denk ik dat communicatie minder moeite vergt dan sommige andere opleidingen”, zei een medische student minder omwonden.  

De medische opleidingen werden door een communicatiestudent juist een ‘enclave’ genoemd. “Je zou kunnen zeggen dat ze zich superieur voelen, dat ze zich speciaal voelen omdat ze een enclave vormen.” Tenminste een van de medische studenten leek dit te herkennen. “Ik denk dat sommige van hen denken dat wij een ons een beetje superieur kunnen gedragen”, liet die optekenen. 

Ontwerpprincipes voor interdisciplinair onderwijs 

Wie verschillende opleidingen met elkaar wil integreren, moet vooraf zicht hebben op de opvattingen over epistemologie en individuele voorkeuren voor leren, concludeert Oudenampsen. Daarnaast is het belangrijk om te benadrukken wat studenten uit verschillende opleidingen van elkaar kunnen leren en de dialoog tussen groepen studenten aan te moedigen. Zo kunnen ze zich bewust worden van “ongelijkheden, impliciete vooroordelen en verschillen in vermeende status van de verschillende disciplines.” 

Het ‘expliciteren van de interdisciplinaire epistemologie en interdisciplinaire leeruitkomsten’ en het ‘ontwikkelen van de juiste mindset’ zijn dan ook twee van de ontwerpprincipes voor de ontwikkeling van interdisciplinair onderwijs die Oudenampsen identificeerde. Dat deed ze door het ontwerp van de interdisciplinaire minor Gezondheidscommunicatie, management en organisatie bij de Radboud te analyseren. De overige vijf ontwerpprincipes zijn ‘balanceer disciplinariteit en interdisciplinariteit’, ‘zorg voor een neutrale, veilige en gedeelde onderwijsomgeving’, ‘zorg voor goede handleidingen’, ‘zet de docent in als een coach’, en ‘zorg dat zowel ontwikkeling als het lesgeven op teambasis gebeurt’. 

In lijn met dat laatste principe moet interdisciplinariteit ook blijken uit de ontwikkeling van het interdisciplinaire onderwijs zelf, schrijft de Nijmeegse promovendus. Dat betekent niet alleen dat docenten expertise moeten hebben in interdisciplinair onderwijs, het betekent bijvoorbeeld ook dat elke leeractiviteit door docenten uit tenminste twee verschillende disciplines moet worden begeleid.  

Stel coördinator interdisciplinariteit aan 

In haar aanbevelingen adviseert Oudenampsen om binnen een instituut een centrale visie op interdisciplinariteit te ontwikkelen op basis van duidelijke definities. Die visie moet ook de balans tussen disciplinair en interdisciplinair leren betreffen en academici handvatten bieden om interdisciplinaire vakken te ontwikkelen. “Idealiter wordt er een coördinator interdisciplinariteit aangesteld”, schrijft de promovendus, die ook benadrukt dat het opzetten van interdisciplinaire programma’s tijdrovend en duur is. Centrale geregelde ondersteuning is dan welkom. 

Daarnaast adviseert Oudenampsen om de kennis en expertise over interdisciplinair onderwijs en de effecten daarvan centraal te bundelen. Nu is de literatuur ongeorganiseerd, vaak onbegrepen of onbekend en verspreid over een scala aan vooral monodisciplinaire wetenschappelijke tijdschriften. 

Maak interdisciplinair onderwijs deel van onderwijskwalificatie 

Gezien de belangrijke rol van docenten bij interdisciplinair onderwijs raadt de promovendus ook een programma voor docentprofessionalisering aan. Dat is volgens haar cruciaal om de hoeveelheid interdisciplinair onderwijs te vergoten zonder in te hoeven boeten op kwaliteit.  

Docenten moeten zich bewust worden van hun eigen perspectieven, ervaren dat het verliezen van vooroordelen over andere groepen tijd vergt, kennis hebben van leeruitkomsten die gebaat zijn bij interdisciplinair onderwijs en kennis hebben van geschikte toetsmethoden voor dit soort onderwijs, schrijft Oudenampsen. Idealiter wordt zo’n cursus deel van de basiskwalificatie onderwijs. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK