Bouwen aan internationale competenties in een post-corona curriculum: de docent als gamechanger

Opinie | door Ankie Hoefnagels & Joris Boonen & Hilde Hanegreefs & Martine Prins
23 november 2020 | Studenten competent maken in internationale vaardigheden kan ook vanuit het eigen klaslokaal. Docenten hebben hierin een sleutelrol, maar hebben vaak niet het gevoel dat ze hier de goede handvatten voor hebben. Het is tijd om ze die wél te geven.
Global Minds Research & Education day 2019, bij Zuyd Hogeschool in Maastricht. Docenten van verschillende hoger onderwijsinstellingen kwamen samen om na te denken over nieuwe ontwikkelingen in internationalisering.

Sinds maart is het topdrukte bij de stagebureaus en international offices van onze Nederlandse hogescholen en universiteiten. Vanwege het coronavirus moesten stagiairs en uitwisselingsstudenten vanuit alle uithoeken van de wereld halsoverkop terugkeren. Uitwisselingprogramma’s zijn tijdelijk ‘on hold’ gezet of worden online aangeboden vanuit Nederland. Door de impact van COVID-19 op onze economie is het voor veel opleidingen bovendien uiterst uitdagend om voldoende nieuwe internationale stageplaatsen te vinden en/of te behouden. De vitrines met foto’s van lachende stagiairs op hun internationale werkplek lijken op dit moment bijna een relikwie uit vervlogen tijden. De gevolgen van corona voor inkomende mobiliteit zijn nog niet helemaal duidelijk, maar de Telegraaf kopte al met chocoladeletters: “buitenlandse student neemt de benen”. https://www.telegraaf.nl/nieuws/1616765266/corona-buitenlandse-student-neemt-de-benen

Volgens Times Higher Education (2020) zullen we de gevolgen van corona nog minstens vijf jaar voelen in ons hoger onderwijs, dat op het vlak van internationalisering traditioneel erg inzet op buitenlandervaring of internationalisation abroad. We zien nu al dat, door de beperkingen op het vlak van mobiliteit, minstens twee jaarcohorten studenten een beperkte internationale ervaring zullen opdoen tijdens hun studie.

Cruciale rol voor docenten in internationalisering

Om de zo mooi en ambitieus geformuleerde internationale leeruitkomsten te behalen, zullen internationaal georiënteerde opleidingen hun activiteiten in de toekomst anders moeten vormgeven. Oftewel: meer inzetten op internationalisation at home, een vorm van internationalisering die minder afhankelijk is van inkomende en uitgaande mobiliteit.

Maar internationalisation at home is zeker geen snelle of makkelijke oplossing. Het is een benadering die je doordacht moet opbouwen, met slim gebouwde samenwerkings- en reflectieopdrachten die de student een rijke leerervaring bieden. Dat vraagt iets heel anders van een curriculum dan studenten een half jaar naar het buitenland sturen en hopen dat die interculturele competentieontwikkeling daar wel zal gebeuren.

De docent zal in dit transitieproces nog veel meer dan voorheen een cruciale rol spelen als coach en voortrekker van een internationale leeromgeving. De internationale en misschien ook wel digitale competenties van de docent zullen bepalend zijn voor het succes van deze transitie. Daarnaast zal ook samenwerking tussen onderwijsinstellingen deze omslag bespoedigen en Nederland ook op het gebied van internationalisation at home tot een wereldwijde koploper kunnen maken.

Internationale competenties in het hoger onderwijs

We zijn in Nederland terecht trots op ons internationaal georiënteerde hoger onderwijs. Internationalisering is een ware reputatie-booster. De afgelopen decennia is er dan ook fors geïnvesteerd in het bouwen van een infrastructuur, een internationaal netwerk en de ontwikkeling van een internationaal curriculum. Dat doen we om onze studenten in staat te stellen om internationale competenties te ontwikkelen. Maar wat die competenties zijn, hebben opleidingen niet altijd heel scherp op het netvlies.

We merken nu dat corona dit ontwikkelproces in een stroomversnelling brengt. Het wordt plots heel belangrijk om de competenties die men met internationale inspanning wil bereiken aan te scherpen, om straks succesvol het beleid en curriculum aan te passen aan de verander(en)de omstandigheden.

PISA PISA is het Programme for International Student Assessment van de OESO. De organisatie test elke drie jaar de leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid van 15-jarige scholieren in de wereld. Daarnaast meten ze ook enkele actuele thema’s die niet verplicht zijn. In 2018 werd voor het eerst ‘internationale competentie’ gemeten in het vergelijkende PISA-onderzoek. Nederland deed niet mee aan dit onderdeel. beschrijft internationale competentie als “het vermogen van studenten om genuanceerde meningen te vormen over mondiale problemen en kwesties, om perspectieven en wereldbeelden van anderen te begrijpen en te respecteren, om deel te nemen aan gepaste en effectieve interacties in een intercultureel perspectief en om verantwoordelijkheid te nemen voor een duurzame samenleving”. https://www.oecd.org/pisa/pisa-2018-global-competence.htm In een wispelturige internationale arbeidsmarkt die wordt gekenmerkt door grensoverschrijdende ontwikkelingen in technologie, economie en milieu, is die internationale competentie volgens PISA essentieel voor jongeren.

Het Nederlandse NUFFIC gebruikt een vergelijkbaar model met daarin interculturele competenties, internationale oriëntatie en persoonlijke ontwikkelfactoren. Beide modellen zijn uitermate geschikt als praatdocument voor beleidsmakers, ontwikkelaars en docenten. Ze identificeren de kern en het belang van internationale competentie en geven richting aan de dialoog over doel, middelen en gewenste uitkomsten.

Vaste plek voor internationalisering in curriculum?

Een behoorlijk aantal instellingen en opleidingen in het hoger onderwijs onderschrijft het belang van internationale competenties. Een aantal onderwijsinstellingen, zoals Maastricht University, TU Delft, TU Twente, Hogeschool The Hague en Hogeschool Rotterdam is daarin zelfs koploper te noemen. Expliciete internationale leeruitkomsten (ILO’s) worden frequenter opgenomen in onderwijsprogramma’s. Daarnaast wordt het ontwikkelen van internationale en/of interculturele competenties ook steeds vaker onderdeel van het formele curriculum.

Een voorbeeld hiervan is de leeruitkomst Living in the world in onder andere programma’s van de Nederlandse hbo Bacheloropleidingen International Business (Sijben et al. 2018). Met deze leeruitkomst kunnen de opleidingen borgen dat de student in staat is om gepast en effectief te handelen in een internationale academische en professionele omgeving.

Heel wat instellingen en opleidingen nemen dus al waardevolle initiatieven om internationale competenties een vaste plek te geven in hun curriculum. Maar dat gebeurt nog niet over de hele linie. Nu is het tijd om te kijken hoe we van die succeservaringen kunnen leren om de internationale competentie breder in te bedden in ons hoger onderwijs.

De meerwaarde van internationale mobiliteit

Tot maart 2020 lag de nadruk in het internationaliseringsaanbod vooral op twee internationaliseringsactiviteiten: de internationale mobiliteit en de international classroom. Internationale mobiliteit in de vorm van een stage of uitwisseling is effectief en efficiënt. Het heeft aantoonbare positieve effecten op de ontwikkeling van internationale competenties van studenten, terwijl de investering qua docentbegeleiding relatief laag is.

De international classroom, waarin Nederlandse en internationale studenten samen deelnemen aan het onderwijs, is een tweede belangrijke pijler. Studies naar de effecten van deze vorm van internationalisering geven voorlopig een gemengd beeld. In een studie door verschillende Nederlandse universiteiten rapporteerden studenten zowel positieve aspecten, zoals waardering voor diversiteit, als negatieve aspecten, zoals de taalbarrière, cultuurgerelateerde verschillen in werkhouding en negatieve dynamiek in en buiten de klas.

Bovendien is aangetoond dat het inzetten op internationale mobiliteit geen garantie is voor de ontwikkeling van interculturele competenties. Die sterke focus op inkomende en uitgaande studentenmobiliteit in het pre-corona curriculum zet bovendien ook druk op het systeem: internationale mobiliteit is een dure route die niet voor iedereen haalbaar en betaalbaar is.

Duurzaam werken aan echte internationalisation at home

Nu blijkt hoe kwetsbaar een systeem is dat sterk inzet op studentmobiliteit, moeten opleidingen plots op zoek naar alternatieven om hun studenten toch nog de kans te bieden om hun internationale leeruitkomsten te behalen. Misschien creëert deze coronacrisis, hoe ellendig ook, wel het juiste momentum om op zoek te gaan naar meer duurzame vormen van internationalisering.

Als we één conclusie kunnen trekken uit het internationaliseringsdebat in het onderwijs, dan is het wel dat er geen one size fits all bestaat voor internationaal leren. Dat erkent ook de OESO. De competenties die een verpleger op een spoedafdeling vandaag nodig heeft, worden op een andere manier ontwikkeld dan de competenties die een ingenieur nodig heeft om succesvol te zijn bij internationale tech-bedrijven. De verpleger heeft wellicht meer baat bij vaardige interactie met diverse doelgroepen in Nederland, de techneut moet vooral leren een goede online samenwerking op te zetten met collega’s in de VS, China en India.

De kern van de zaak is dat internationaal en intercultureel leren pas succesvol is, wanneer het inhoudelijk past én structureel wordt ingebed in een curriculum. Eén activiteit, of het nu een uitwisseling is of een internationaal buddyproject, zal niet het gewenste resultaat opleveren als het geen onderdeel is van een doorlopende leerlijn waarin studenten groei kunnen doormaken en aantonen en die wordt gedragen door docenten als dappere voortrekkers in een steeds veranderende wereld.

Dat maatwerk lijkt internationalisation at home te kunnen bieden: ‘de doelgerichte integratie van internationale en interculturele dimensies in zowel formeel als informeel leren door academische en sociale ervaringen die worden aangeboden in de onderwijsinstelling’. Bij formeel leren gaat het om het creëren van een leeromgeving die intercultureel leren stimuleert. Dat kan onder andere worden gerealiseerd door het versterken van de internationale dimensie van het curriculum, maar ook met gaming en simulaties, virtuele samenwerking (Collaborative Online Learning), http://coil.suny.edu/ e-Twinning, het inzetten van internationale docenten, internationale onderzoeksprojecten en cursussen interculturele communicatie. Daarnaast kan het interculturele contact ook op informele wijze worden bevorderd door sociale activiteiten in de studentengemeenschap.

Niet de beleidsmaker, maar de docent als gamechanger

Inzetten op internationalisation at home betekent wel wat voor een opleiding. Het betekent met name dat internationalisering uit beleidsstukken echt vertaald moet worden naar integratie in het eigen curriculum. En daar wringt nu net de schoen. We zien immers dat internationalisering voor veel onderwijsinstellingen nog eerder een beleidsstrategie is dan een inhoudelijk curriculumtraject. En natuurlijk, als je de doelen kan halen door uitwisseling en internationale klassen, kan het met goed beleid vaak heel efficiënt gestuurd worden. Maar door corona en het wegvallen van die mobiliteit worden opleidingen vandaag verplicht om het ook waar te maken in het onderwijs en het curriculum zelf.

Effectieve internationalisation at home moet gebeuren in het onderwijs zélf: in de curriculumontwikkeling; in de interactie van docenten met studenten. Dat betekent dat niet de beleidsmakers, maar de docenten straks de sleutelfiguren worden om internationalisering waar te maken. Wij zien echter dat lang niet alle docenten zich voldoende toegerust voelen om studenten daarin te begeleiden. Onzekerheid bij het spreken van Engels als onderwijstaal is een evidente horde. Maar docenten vinden het ook nog lastig om internationalisering te integreren in het curriculum (ook in de domestic, Nederlandstalige classroom), om studenten te helpen reflecteren op de leereffecten van internationale mobiliteit en om de dynamiek in de international classroom te beheersen.

Bereid docenten goed voor

Om die holistische aanpak van internationalisering te realiseren, dient het hoger onderwijs efficiënt met tijd en budgetten om te gaan. Het is daarom zaak dat instellingen voor hoger onderwijs de handen ineenslaan en kennis en best practices delen om internationalisering in het hoger onderwijs te optimaliseren. Er is vaak al veel winst te behalen op faculteits- of instellingsniveau door opleidingen actief te helpen hun nieuwe initiatieven rondom internationalisering te bundelen.

Ook  zijn er in elke instelling wel bijzonder gemotiveerde docenten of onderzoekers die al jaren aan het experimenteren zijn met dit thema. Beleidsadviseurs in internationalisering zouden die docenten nu in de positie kunnen brengen om die waardevolle kennis en ervaringen te delen met andere opleidingen, om zo het draagvlak voor internationaliseringsinitiatieven te vergroten. Dat is een quick win die vaak over het hoofd wordt gezien.

De Hanze Hogeschool gaat een stap verder en heeft voor docenten een modulair professionaliseringsaanbod ontwikkeld over internationalisation at home, ondersteund door Nuffic. Dat kan al een mooie opzet zijn om op langere termijn ook na te denken over een gezamenlijk professionaliseringstraject voor docenten. Misschien is de tijd nu wel rijp voor een  basiskwalificatie internationalisering (BKI), naar analogie met het BKE/SKE-model voor examinering. In 2013 werd onder leiding van een landelijke expertgroep een basiskwalificatie (BKE) en seniorkwalificatie examinering (SKE) opgesteld. In 2014 is een landelijk netwerk aan de slag gegaan om docenten te trainen in hun toetsbekwaamheid op dit basis- of seniorniveau. Sindsdien heeft dit programma bij alle hoger onderwijsinstellingen in Nederland ingang gevonden, en hebben heel wat examinatoren de bijhorende training al doorlopen.

Het is ook belangrijk om op verschillende manieren te blijven monitoren wat de leeropbrengsten van internationaliseringsactiviteiten zijn. Er wordt op dat gebied al veel werk verzet, zoals de docentcompetentie matrix en het International Classroom-project van Hanze Hogeschool en de Global Mind Monitor van Zuyd Hogeschool. Daarmee kunnen studenten en docenten de effecten van hun internationale activiteiten monitoren. www.gmm.international Onlangs liet NUFFIC weten dat zij internationalisation at home de komende jaren actief zal blijven ondersteunen. Zo kan het draagvlak voor internationalisering worden behouden, en kunnen we de vertaalslag maken van beleid naar praktijk: van enkel internationalisation abroad naar ook, en meer, internationalisation at home.

Met goed voorbereide docenten kunnen we waarborgen dat internationalisering op een duurzame manier blijft bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en aan de voorbereiding van studenten op hun uitdagende toekomst in een multiculturele wereld met een internationale arbeidsmarkt.

Ankie Hoefnagels : 

Lector Internationale Competentie, Zuyd Hogeschool

Joris Boonen : 

Senior onderzoeker Lectoraat International Relationship Management, Zuyd Hogeschool

Hilde Hanegreefs : 

Senior onderzoeker Lectoraat International Relationship Management, Zuyd Hogeschool

Martine Prins : 

Projectleider internationalisering International Business & Communication, Zuyd Hogeschool

Literatuurverwijzingen

Internationale Competenties: een model over de leeropbrengsten van internationalisering.

Messelink, A. (2019). Internationale Competenties: een model over de leeropbrengsten van internationalisering. Geraadpleegd via: https://www.nuffic.nl/onderwerpen/wereldburgerschap/internationale-competenties

Profile, Programme Learning Outcomes and Process Background of the Bachelor of Business Administration Programme International Business.

Sijben, G., Stoelinga, B., Molenaar, A. & Ubachs, M. (2018). Profile, Programme Learning Outcomes and Process Background of the Bachelor of Business Administration Programme International Business. Vereniging van Hogescholen, Nederland.

The Impact of an International University Environment on Students’ Intercultural Competence Development.

a.o. Gregersen-Hermans, J. 2016. The Impact of an International University Environment on Students’ Intercultural Competence Development. Universita Cattolica del Sacro Cuore,Milan. DOI: 10.13140/RG.2.2.27036.28800

Intercultural group work in higher education: Costs and benefits from an expectancy-value theory perspective.

Poort, I., Jansen, E., & Hofman, A. (2019). Intercultural group work in higher education: Costs and benefits from an expectancy-value theory perspective. International Journal of Educational Research, 93, 218-231.

IBO Internationalisering van het (hoger) onderwijs.

Ministerie van Financiën (2019), IBO Internationalisering van het (hoger) onderwijs. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/07/02/ibo-internationalisering-van-het-hoger-onderwijs.

Redefining Internationalisation at home.

Beelen, J. & Jones, E. (2015). Redefining Internationalisation at home. In Curaj, A., Matei, L., Pricopie, R., Salmi, J. & Scott, P. (eds). The European Higher Education Area. Between critical reflections and future policies. Springer. p. 65

Internationalisation strategies and the development of competent teaching staff.

Van der Werf, E. (2012). Internationalisation strategies and the development of competent teaching staff. In Internationalisation revisited: new dimension in the internationalisation of higher education (pp. 99-105). CAREM: Centre for Applied Research on Economics and Management.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK