Inzetten van rolmodellen kan aantal vrouwen in techniek en ICT verhogen

Nieuws | door Ramon van Doorn
1 februari 2021 | Nederland scoort laag als het gaat om het percentage vrouwen in techniek en ICT. Het inzetten van vrouwen als rolmodel op verschillende keuzemomenten zou dit percentage kunnen opkrikken.
Beeld: Free-Photos via Pixabay.

Het Platform Talent voor Technologie (PTvT) heeft een webinar georganiseerd over vrouwen en meiden in de technologie en ICT. Dat zijn er veel te weinig, vinden de aanwezigen op het webinar. Vergeleken met de rest van de Europa staat Nederland op plek 27 wat betreft het percentage vrouwen dat afstudeert in deze sectoren. Daarmee heeft Nederland dus één van de laagste scores.

Nina Terpstra, projectleider data en onderzoek bij PTvT, laat in een overzicht zien hoe het ervoor staat in Nederland. Ze doet dit aan de hand van een aantal keuzemomenten in de loopbaan van scholieren en studenten. De eerste hiervan is de profielkeuze in het vwo. “Daarin zien we op de havo en het vwo niet zoveel verschil tussen jongens en meisjes. Op het vmbo zien we wel een groot verschil.”

Minder plezier is misschien oorzaak voor minder doorstroom

Daarnaast blijkt uit een onderzoek van Nederlands onderzoeksconsortium PISA-2018 dat Nederland,  van 90 vergeleken landen, het laagste scoort op plezier in het natuurwetenschappelijk onderwijs bij meiden van vijftien jaar. Dit heeft gevolgen voor de volgende keuzemomenten.

Het tweede keuzemoment betreft namelijk de doorstroom van middelbare school naar een vervolgopleiding, en die wordt misschien wel beïnvloed door het gebrek aan plezier bij meiden. “We zien dat veel vrouwen die een technisch profiel op vmbo hadden, besluiten om toch niet door te stromen naar een technische mbo. Dit gebeurt vaker dan bij mannen. Ook op de havo zie je hier een redelijk groot verschil; alleen op het vwo is dat verschil iets kleiner.”

Een oplossing hiervoor kan worden gevonden in het bezoeken van open dagen van technische studies. “Oriëntatie is heel belangrijk in de keuze voor een opleiding. Mannen kiezen niet vaker voor een technische opleiding als ze open dagen bezoeken, maar voor vrouwen is dit wel het geval.” Dit kan te maken hebben met het feit dat mannen al eerder weten wat ze willen, en dus minder open dagen nodig hebben.

Inzet van rolmodellen op open dagen

Een andere verklaring kan zijn dat vrouwen op open dagen nieuwe rolmodellen zien. Een voorbeeld hiervan is het onderwijsproject “Miss IT” van het ROC van Amsterdam. Volgens Sjoerd Veltman, projectleider Cyber Security bij de ROC van Amsterdam, heeft dit bijgedragen aan de groei van het aantal meiden in hun ICT-opleidingen. “Wij constateerden in de samenwerking met onderwijs, overheid en organisaties dat bedrijven echt zaten te springen om mensen. Heel vaak zijn jongens dan de aangewezen stagiaires, maar we zagen dat ook meiden, die niet vaak benaderd worden, wat binnen de ICT zouden willen doen.”

Het project werd opgezet nadat overlegd was met vrouwelijke docenten en studenten binnen de ICT-opleidingen. Hieruit is uiteindelijk “Miss IT” ontstaan, een soort merk voor vrouwen in de ICT, met eigen kleding, een eigen logo en een eigen identiteit. “De meiden zijn echt herkenbaar als Miss IT-meiden. Op open dagen springen zij er ook bewust uit, en dan gaan ze het gesprek aan met bezoekers. Het aangaan van dat gesprek resulteert erin dat je vrouwelijke scholieren helpt met het maken van een keuze.”

Het hebben van rolmodellen heeft duidelijk geholpen om nieuwe studenten te enthousiasmeren, want het percentage meiden in ICT-opleidingen van het ROC van Amsterdam is gegroeid van 3% naar 6%. En dat terwijl alle ICT-opleidingen gegroeid zijn, wat betekent dat het absolute aantal meiden nog sneller steeg dan de relatieve groei.

Wel benadrukt Veltman dat ze er nog lang niet zijn. “Dit moet ook op het bordje gelegd worden van een Raad van Bestuur. Als zoiets in het meerjarenbeleid staat, creëer je namelijk binnen de organisatie een mindset. We lopen gewoon heel erg achter op landen als Bulgarije.”

Emancipatie leidt blijkbaar niet tot meer vrouwen in techniek en ICT

Het hebben van rolmodellen kan ook al veel eerder een invloed hebben op latere studiekeuzes. Terpstra houdt dan ook rekening met invloeden die al op de basisschool zichtbaar zijn. “We zien dat mannen en vrouwen op bepaalde momenten verschillend kiezen, maar dat kan ook zijn omdat meiden op jongere leeftijd al bepaalde beroepen voor zichzelf uitsluiten. Uit onderzoek blijkt dat je jezelf tussen de leeftijd van 9 en 14 jaar bepaalde genderrollen gaat toekennen, waardoor je ook bepaalde beroepen wel of niet bij jezelf vindt passen. Dat kan zich dan op een later moment uiten in je studiekeuze.”

De lage score van het eerdergenoemde percentage van afgestudeerde vrouwen in techniek en ICT is opvallend, omdat dit precies het tegenovergestelde lijkt te zijn van de Emancipatieindex van het World Economic Forum. De hoogste scores wat betreft vrouwen in de techniek en ICT worden behaald door Griekenland, Bulgarije en Roemenië; landen die juist laag scoren op emancipatie. Een duidelijke reden voor deze omgekeerde correlatie is nog niet bekend.

Terpstra speculeert dat dit misschien aan de overgang tussen het hoger onderwijs en de beroepsmarkt ligt, aangezien daar ook duidelijk verschil zit tussen mannen en vrouwen. Zo is het percentage vrouwen wat na een technische studie ook echt in een technisch beroep terechtkomt maar 30% tot 34%, tegenover 70% tot 75% van de mannen in dezelfde situatie.

Vrouwen pesten op het werk

Ook hiervoor kunnen verschillende redenen aangewezen worden. Als vrouwen na het studeren eenmaal in het bedrijfsleven komen, kan het bijvoorbeeld nog een flinke strijd zijn om serieus genomen te worden. Dat was ook het geval bij Agnes Vroegh, procesoperator bij Darling Ingredients. “Ik ben de enige vrouw die daar in de productie werkt. Ik zit er nu sinds 2001, en ik heb de eerste acht à negen jaar echt moeten knokken voor mijn plekje.”

Een andere vrouw die bij hetzelfde bedrijf werkzaam was toen Vroegh daar begon, is volgens de procesoperator bewust overspannen gemaakt. “Mensen voerden handelingen die zij deed weer tegendraads uit. Stel je voor dat je een afsluiter dicht zet, en iemand anders zet die achter je rug weer open. Als gevolg overstroomt de boel. En als je dan alles schoonmaakt, gebeurt ergens anders precies hetzelfde. Zij heeft het niet gered.”

Bij Vroegh werd dit ook gedaan, maar zij is hier wel doorheen gekomen. En hoewel ze daarna ook doorgegroeid is binnen dit bedrijf, ervaart ze als vrouw nog steeds een achterstand. “Ik kan niet echt een leidende functie krijgen bij dit bedrijf, omdat dit ‘toch nog steeds niet geaccepteerd wordt door collega’s’, wordt dan gezegd.” Toch ervaart ze ook leuke dingen, en ze is nog steeds enthousiast over haar werk.

Ze vertelt haar verhalen ook aan meiden op het vmbo. “Meiden hebben veelal geen beeld van vrouwen die in de techniek werken, want dat zijn er nog gewoon te weinig. Maar als je dit als rolmodel kan doen op die scholen, laat je aan meiden ook zien dat ze wel mogelijkheden hebben. Ik wil ze niet verplichten om de techniek in te gaan, maar ze moeten wel naar alle mogelijkheden kijken voordat ze een keuze maken. En techniek is er daar ook gewoon één van.”

Ondanks de uitdagingen die dus nog volop aanwezig zijn, gaat de trendlijn volgens Terpstra in ieder geval de goede kant op. “Het aantal vrouwen in technische beroepen is de laatste jaren enorm toegenomen, en daarmee is het percentage vrouwen tegenover mannen ook toegenomen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK