“Ik zie nog veel vrouwen die andere vrouwen niet helpen”

Nieuws | de redactie
8 maart 2024 | Van vrouwelijke rectoren die niet worden uitgenodigd voor een glas bier na een vergadering tot onderzoeksfinanciers die geen rekening houden met zwangerschapsverlof – vrouwelijke academici in Europa hebben met uiteenlopende barrières te maken. Rectoren Milena Králíčková (Tsjechië), Donatella Sciuto (Italië) en bestuursvoorzitter Rianne Letschert delen hun ervaringen en vertellen wat de EU kan doen. “Ik zie liever een team met één vrouw die wel de leiding heeft dan een team met veel vrouwen die alleen uitvoerende taken hebben.”
Vrouwen in top academie
Van links naar rechts: Donatella Sciuto, Milena Králíčková en Rianne Letschert. Foto Rianne Letschert: Loraine Bodewes

De academische ladder is in Nederland voor mannen veel ruimer dan voor vrouwen. Waar nog 53,5 procent van de masterstudenten in Nederland vrouw is, geldt dat voor slechts een derde van de UHD’s. Van de 36 universiteitsbestuurders in Nederland zijn er momenteel zestien vrouw.  

Ook in andere Europese landen is die ongelijkheid zichtbaar. Zo is minder dan een vijfde van de Europese universiteitsbestuurders vrouw. In landen zoals Italië en Tsjechië is zelfs minder dan tien procent van de rectoren of bestuursvoorzitters vrouw. Milena Králíčková, rector van de Tsjechische Univerzita Karlova, en Donatella Sciuto, rector van de Politecnico Milano, vertellen in de podcast ‘Breaking the glass ceiling’ welke barrières zij ervaren en wat kan worden gedaan om meer vrouwen in academische leiderschapsposities te krijgen. Ook Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, wordt geïnterviewd.  

Vrouwen luisteren beter 

Als eerste vrouwelijke rector in het bijna zevenhonderdjarige bestaan van de Univerzita Karlova in Tsjechië ziet Milena Králíčková meerdere hindernissen voor vrouwen in haar positie. “Wij zijn pas de derde generatie vrouwelijke rectoren Tsjechië”, benadrukt ze – en dat in een land waar leiderschap vooral met mannen wordt geassocieerd. “In Tsjechië denken we bij ‘leiderschap’ aan sterke mannen die met de vuist op tafel durven slaan. Als we echter leren om ook andere kwaliteiten te waarderen die we vaker bij vrouwen zien, zal dat enorm waardevol zijn.” 

Králíčková is ervan overtuigd dat vrouwelijke leiders vaak kwaliteiten hebben die hun mannelijke collega’s missen. “Als vrouwelijke rector moet je natuurlijk over algemene leiderschapskwaliteiten beschikken: je moet de gang van zaken, het bestuur en de uitdagingen van een universiteit kennen. Daarnaast moet je als leider weten wanneer je moet beslissen en wanneer je moet luisteren – en ik denk dat wij als vrouwen beter zijn in luisteren”, laat ze optekenen. “Wij geven mensen rondom ons de ruimte om duidelijk te maken wat ze nodig hebben. Vrouwelijke leiders laten zo in hun besluiten meer ruimte voor empathie dan mannelijke leiders.” 

Glas bier na afloop, maar zonder vrouwen 

De Tsjechische rector ziet daarnaast een netwerkbarrière voor vrouwelijke leiders. “In tenminste onze samenleving zijn netwerken vaak sterk mannelijk gevuld – soms zelfs zo goed als afgesloten voor vrouwen. Dat heeft er ook mee te maken dat we tot 1998 een regime hadden waarbij maar één partij en één groep mensen het voor het zeggen had.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Nu ziet ze dat nog altijd terug in bijvoorbeeld de Tsjechische rectorenconferentie, waarvan Králíčková voorzitter is. “Van de 26 rectoren in de Tsjechische rectorenconferentie, die elke twee maanden vergaderd, zijn er slechts vier vrouw. De mannen zoeken elkaar na zo’n vergadering op om een glas bier te gaan drinken. Vrouwen worden daarbij niet automatisch uitgenodigd”, schetst ze de situatie. “Ik zie wel vrouwelijke politici en academische leiders die daarin verandering proberen te brengen, maar dat kost tijd.” 

Ik zag het niet zitten om rector te worden 

Dat Donatella Sciuto ooit rector zou zijn van een universiteit had ze nooit verwacht. Hoewel ze reeds vice-rector was toen het rectoraat vacant werd, zag ze het niet zitten om daarvoor te solliciteren. “In Italië gaat daaraan een soort politieke verkiezing vooraf, en overtuigend spreken of overreden zat helemaal niet in mijn karakter”, vertelt ze. Daarnaast is de Politecnico di Milano – net als technische universiteiten in Nederland – een omgeving waar veel meer mannen dan vrouwen rondlopen. “Ik dacht echter bij mezelf: ‘Als ik het niet probeer, ben ik dom; dan geef ik niet het goede voorbeeld’.” 

Het lukte haar, maar Sciuto beseft dat de huidige generatie jonge onderzoekers vooral opgroeit te midden van succesverhalen die weinig ruimte laten voor falen. Daarnaast hebben vrouwelijke academici in Italië te maken met structurele en culturele barrières, vertelt Sciuto. Zo is er niet voldoende ondersteuning voor academici die kinderen hebben.  

“Dat maakt het voor vrouwen moeilijker om zichzelf te testen en te streven naar hogere posities. Bij onderzoeksfinanciering in Italië werd bijvoorbeeld tot voor kort geen rekening gehouden met eventueel zwangerschapsverlof. Dat is nu wel veranderd, maar nog niet ingedaald in de cultuur”, schetst de Italiaanse rector. De Politecnico de Milano probeert wel een handje te helpen door kinderopvang aan te bieden of speciale fondsen te verlenen waarmee vrouwen die net terugkomen van zwangerschapsverlof hun onderzoek kunnen hervatten.  

Nederlands systeem niet gericht op voltijds werken en gezin

Ook in Nederland kan het moederschap een academische carrière voor vrouwen lastiger maken, vertelt Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht en voorzitter van de Coalition for Advancing Research Assessment (CoARA). Toen ze zelf voor het eerst moeder werd, wilde ze aan haar collega’s bewijzen dat er niets was veranderd en ze nog met dezelfde toewijding hetzelfde aantal uur kon werken – en intussen ook nog een goede moeder kon zijn.  

“Dat is natuurlijk enorm moeilijk, en er was toen niemand die tegen me zei: ‘Misschien moet je eens wat minder uren werken; dat is prima in deze fase van je leven’. Dat zeg ik nu dus zelf tegen collega’s. Niet alles hoeft voor je veertigste te gebeuren.”  

Het Nederlandse systeem is er echter niet op gericht om jonge ouders voltijds te laten werken. “Toen mijn kind nog naar de basisschool ging, was ze elke woensdag- en vrijdagmiddag vrij, terwijl het in veel Europese landen normaal is dat kinderen de hele dag op school zijn. Dan is het als ouder comfortabeler om voltijds te werken”, aldus de Maastrichtse bestuursvoorzitter. “Daarnaast heerst hier de gedachte dat het heel zielig is voor kinderen als ze vijf dagen per week naar de opvang worden gebracht, en zijn het vooral vrouwen die worden gestimuleerd om deeltijd te werken en verzorgingstaken op zich te nemen.” 

Een speciale plek in de hel 

Momenteel wordt in de EU gewerkt aan een nieuw onderzoekskader voor de komende zeven jaar. Daarin moet gendergelijkheid moet als criterium voor financiering blijven dienen, vindt Králíčková. Zij pleit ook voor gegarandeerde financiering voor onderzoek naar gendergelijkheid en prikkels zijn voor een genderbalans in onderzoeksteams. “Bij de Univerzita Karlova worstelen we daar nog mee. Wij hebben meer vrouwelijke dan mannelijke studenten, maar kijk je naar de academische ladder, dan kom je hogerop steeds minder vrouwen tegen.”  

Daarnaast moeten vrouwen elkaar helpen, benadrukt Králíčková met een citaat van een illustere landgenote. “Madeleine Albright, een voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de VS en afkomstig uit Tsjechië, zei: “Er is een speciale plek in de hel voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen.” Die uitspraak deel ik graag met mijn collega’s. Helaas zie ik rondom me veel vrouwen die andere vrouwen niet helpen, maar zeggen: ‘Mijn weg hiernaartoe was zo moeilijk, ik ga het voor anderen niet makkelijker maken om hetzelfde te bereiken als ik’.” 

Liever een vrouw als hoofdonderzoeker 

Donatella Sciuto hecht minder waarde aan prikkels voor een genderbalans in onderzoeksteams. “Een Europees streven om een bepaalde man-vrouw-verhouding te hebben haalt weinig uit als er op nationaal niveau geen mogelijkheid is om een vacature bijvoorbeeld alleen voor vrouwen open te zetten”, zegt de Italiaanse rector. “Ik zie liever een team met één vrouw die wel de leiding heeft dan een team met veel vrouwen die alleen uitvoerende taken hebben.” 

De factor ‘gender’ moet dus wel worden meegewogen bij de beoordeling van een onderzoeksaanvraag, vindt Sciuto. “Ik denk echter niet dat getallen het belangrijkste verhaal vertellen. Ik zie liever aanvullende voorwaarden die bijvoorbeeld een vrouw als hoofdonderzoeker vragen – het liefst nog een jongere vrouw die zo vaardigheden als projectleider kan ontwikkelen.” 

Narratief CV geeft vrouwen ruimte voor zwangerschapsverlof 

Letschert ziet onder andere diversificatie van beoordeling in het onderzoeksdomein als deel van het antwoord op de ongelijkheid die vrouwen in de academie ervaren. Onlangs werd al bekend dat bij de beoordeling van ERC-aanvragen narratieve CV’s zullen worden gebruikt. Daarnaast zal in de eerste fase van de beoordeling alleen het onderzoeksvoorstel op een schaal van een tot vijf worden beoordeeld – en niet, zoals eerst het geval was, zowel het onderzoeksvoorstel als de CV van de indiener. Daarbij kon een zwak onderzoeksvoorstel worden gecompenseerd met een sterk CV en een hogere gemiddelde score krijgen dan een sterk onderzoeksvoorstel van een onderzoeker met een beperkter CV door bijvoorbeeld een periode van zwangerschapsverlof. 

Academici met kinderen kunnen in een narratief CV uitleggen waarom ze bijvoorbeeld minder publicaties op hun naam hebben staan, benadrukt Letschert. “Daar kunnen beoordelaars lezen dat de kwaliteit die iemand meebrengt uitstekend is, en dat de kwantiteit om goede redenen afwijkt.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK