Merendeel onderzoek totaal irrelevant voor maatschappelijke uitdagingen

Nieuws | de redactie
27 juli 2021 | In het huidige systeem doen wetenschappers vooral maatschappelijk relevant onderzoek wanneer dat hun eigen loopbaan bevordert. In een systeem van Open Science zal dat veranderen, voorspelt Frank Miedema van de Universiteit Utrecht tijdens de Open Science Conferentie van de VN.
“Wetenschappers die carrière willen maken, zullen moeten overleven in dit systeem. Wie wil overleven, stuurt op de metrics”, vertelt Frank Miedema. Beeld: Sebastiaan ter Burg.

De wetenschapspraktijk van onderzoekers wordt niet gestuurd door vraagstukken vanuit de maatschappij of de wetenschap zelf, maar door de wijze waarop onderzoekers worden geprikkeld en beloond, betoogt Frank Miedema, voorzitter van het Open Science programma van de Universiteit Utrecht, tijdens de Open Science Conferentie van de Verenigde Naties. Aangezien onderzoekers nu vooral worden beloond op basis van metrics zoals h-indexen en Journal Impact Factors, zullen ze vooral onderzoek doen dat kan worden vertaald in goede artikelen in hoog aangeschreven tijdschriften.  

“Wetenschappers die carrière willen maken, zullen moeten overleven in dit systeem. Wie wil overleven, stuurt op de metrics“, legt Miedema uit, “dat is de meest kansrijke manier om onderzoeksbeurzen te bemachtigen. Wie denkt dat hoogopgeleide mensen daardoor niet worden gestuurd, vergeet dat we allemaal mensen zijn.”  

Metrics bepalen wetenschap 

Een zorgwekkend gevolg van het gegeven dat onderzoekers hun onderzoek vooral inrichten met het oog op financiering voor een volgend onderzoekstraject is het feit dat ze de werkelijk complexe vragen links zullen laten liggen, waarschuwt Miedema. Aangezien de meeste onderzoekers slechts voor vier of vijf jaar financiering ontvangen, ontberen ze de zekerheid die nodig is bij het aangaan van grote uitdagingen. “Dit systeem maakt onderzoekers risico-avers en doet het beslissingen maken met het oog op vooral de korte termijn.” 

Daarnaast benadeelt de huidige wijze van beoordelen de wetenschapsgebieden met enorme maatschappelijke impact maar met lage resultaten wat betreft de metrics, legt Miedema uit. “Zo wordt toepast onderzoek nu lager aangeslagen dan fundamenteel onderzoek en waardeert men de sociale en geesteswetenschappen vaak lager dan de bèta-wetenschappen. Zelf kom ik uit de biochemie; daar wordt voortdurend de vraag gesteld of sociale wetenschappers eigenlijk wel aan echte wetenschap doen”, vertelt hij.  

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

“Als de metrics onze keuzes voor onderzoeksonderwerpen sturen, als we vooral die vraagstukken onderzoeken waarover we mooie artikelen kunnen schrijven in goede tijdschriften, gaat dat tegen de maatschappelijke behoefte in”, benadrukt de Utrechtse onderzoeker. “De huidige metrics weerhouden onderzoekers van veel onderzoek waaraan enorme behoefte is maar dat hen niet helpt in hun loopbaan. De wetenschap wordt bepaald door metrics; dat moeten we voortdurend voor ogen houden.”  

Via publicaties naar waardering en geld 

In zijn eigen loopbaan heeft Miedema dit systeem van binnenuit leren kennen. “Als iemand hier schuldig is aan profiteren van het huidige systeem, ben ik het”, steekt Miedema de hand in eigen boezem. “Mijn loopbaan is ermee verweven. Ik werd ooit aangenomen door iemand die als postdoc in de Verenigde Staten prachtige artikelen had gepubliceerd. Die artikelen leverden hem waardering op, wat zich vervolgens uitbetaalde in onderzoeksfinanciering. Van dat geld kon hij voorzieningen kopen en promovendi aannemen, waaronder ik, die in het laboratorium data voor hem produceerden. Op basis van die data publiceerden we artikelen, ik als eerste auteur en mijn leidinggevende als laatste auteur, waardoor ook ik mijn erkenning kreeg die ik kon omzetten in onderzoeksfinanciering.” 

Zodra hij artikelen op zijn naam kreeg, verging het hem hetzelfde als zijn eerdere leidinggevende, vertelt Miedema. Hij nam jonge onderzoekers aan die data produceerden en artikelen schreven met hem als laatste auteur en zijzelf als eerste auteur. “Dat is hoe de wetenschap werkt; niet alleen in de bèta-wetenschappen, overal. Als ik dat uitleg aan mensen die een loopbaan in de wetenschap ambiëren, zien die niet een wetenschapssysteem maar een systeem dat loopbanen stimuleert – en ik moet toegeven dat dit inderdaad het geval is.” 

Maatschappij veelal afwezig in onderzoek 

Een belangrijk onderdeel van Open Science is het delen van data – niet alleen met andere wetenschappers, maar ook met maatschappelijke en individuele belanghebbenden. In het systeem waarin Miedema is opgeleid is dat echter weinig aantrekkelijk, vertelt hij. “Wij hadden onze data immers nodig voor onze eigen carrière; het delen van data is dan delen met je concurrenten. Sowieso ben ik opgeleid met het idee dat je slechts met een of twee collega’s samenwerkt. Multi- en interdisciplinariteit zijn dan dus volledig irrelevant, en dat is wat we nog steeds op veel plaatsen zien gebeuren.” 

Met een dergelijke houding blijft ook de maatschappij zo goed als afwezig in het onderzoekproces, benadrukt Miedema “Zelfs in biomedisch onderzoek wordt de familie van patiënten zelden betrokken bij het maken van keuzes en het evalueren van wetenschappelijk onderzoek. Dit is een belangrijk gegeven, want het merendeel van het onderzoek dat plaatsvindt is totaal irrelevant voor de maatschappelijke problemen waarmee het te maken heeft. Dat heeft weer te maken met de keuzes die onderzoekers maken – keuzes die worden gestuurd door ons systeem van prikkelen en belonen.” 

Ziel van Open Science is samenwerking met maatschappij 

In het ideaal van Open Science verandert dat, wat alleen mogelijk is wanneer alle actoren binnen het wetenschapssysteem daarin meedoen, schetst Miedema. “We kunnen wel van onderzoekers verlangen dat ze alles Open Access publiceren en hun data delen, maar als dat tot slechtere metrics leidt, zal dat snel ophouden. Open Science vraagt om een verandering waarin iedereen meedoet; anders gaat het niet.” 

Wanneer onderzoekers meer op de impact van hun onderzoek worden beoordeeld en minder op basis van de huidige metrics, zal dat veel meer onderzoek opleveren waarbij de maatschappij baat heeft, benadrukt Miedema. “De ziel van Open Science is de samenwerking met de maatschappij, en daarom hoort daar het delen van data en resultaten bij – niet alleen na afloop, maar ook aan het begin en gedurende een onderzoek. Bij het onderzoek naar Aids in de jaren tachtig en negentig was het bijvoorbeeld vanzelfsprekend om met patiënten te bespreken welk soort onderzoek gedaan moest worden. Onderzoeksvragen moet je niet zelf opstellen, dat moet je samen met de relevante belanghebbenden doen. De kans op impact wordt daarmee veel groter. Een artikel in Nature gaat geen patiënt beter maken.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK