Kansenongelijkheid bestrijden met hogere verwachtingen

Nieuws | de redactie
12 oktober 2021 | Verwachtingen over studenten worden vaak onbewust gevormd door docenten, maar hebben veel invloed op de resultaten van studenten. Dat vertelde Lia Voerman, lector Didactiek bij de Hogeschool Rotterdam, vorige week tijdens haar openbare les. Voor de lector geeft dit reden om te onderzoeken hoe elke docent hiervan bewust kan worden gemaakt en van deze kennis gebruik kan maken.
Lia Voerman presenteerde tijdens haar openbare les haar onderzoeksprogramma van de komende jaren.

Verwachtingen zijn volgens de wetenschappelijke definitie de conclusies die een leerkracht trekt over de huidige en toekomstige leerprestaties en motivatie van de studenten of leerlingen. Lia Voerman, lector Didactiek bij de Hogeschool Rotterdam, vertelde tijdens haar openbare les dat uit een onderzoek uit 2005 gebleken is dat hoge verwachtingen ongeveer vijftien procent van het leerproces van leerlingen beïnvloeden. “En dat is veel”, zei Voerman. “Als je nagaat hoeveel invloeden leraren en leerlingen zelf hebben op dat proces, dan is vijftien procent van alleen hoge verwachtingen erg veel. Máár, de invloed van lage verwachtingen bij kinderen met een lage sociaaleconomische status of een migratieachtergrond is nog vele malen hoger.”

Verwachtingen veranderen continu

Verwachtingen die leerkrachten van leerlingen hebben, worden gevormd op basis van drie factoren. Zo hebben kenmerken van de school waar ze werken, zoals de buurt waar de school zich bevindt, een rol; ook de stabiele kenmerken van de leerlingen, zoals eerdere prestaties of sociaaleconomische status, spelen mee; datzelfde geldt voor variabele kenmerken van de leerlingen, zoals motivatie, die weer deels afhankelijk zijn van wat de leraar zelf allemaal doet. Doordat leerlingen en docenten elkaar beïnvloeden is het hebben van verwachtingen een voortdurend evoluerend proces.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

De eerste twee factoren zorgen ervoor dat er een belangrijke relatie is tussen verwachtingen en kansengelijkheid. Factoren als sociaaleconomische status, migratieachtergrond en etniciteit hebben grote invloed op de verwachtingen van een leraar bij een leerling. “Over het algemeen wordt die verwachting door deze factoren lager”, vertelde Voerman.

Het zijn dan ook deze kinderen waarvoor Voerman dit fenomeen wil onderzoeken. “Er zijn nog steeds kinderen die arm zijn en van wie docenten daarom lagere verwachtingen hebben, die daardoor een lager schooladvies krijgen. Zo komen ze niet op een school waar ze eigenlijk wel thuishoren en waar ze kunnen doorontwikkelen. Daar zou ik graag wat aan willen doen met de lerarenopleiders en de scholen waarmee we samenwerken.”

Docent laat verwachtingen vaak onbewust merken

Het onderzoek van Voerman gaat plaatsvinden op basis van drie factoren die samen de didactiek van hoge verwachtingen beslaan. Als eerste betreft dat de interactie tussen docenten en leerlingen, dan de manier waarop onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende leerlingen en als laatste de cultuur of het leerklimaat binnen een klas of een school.

Interactie gaat daarbij vooral om het eigen gedrag van de docent, vertelde Voerman. “Verwachtingen kunnen misschien gaan over de komende tien jaar, maar mensen laten die verwachting al zien in hun hedendaagse interactie. Dit kan verbaal of non-verbaal; verbaal gaat over de feedback en aanwijzingen die gegeven worden, non-verbaal gaat over aandacht hebben.”

Dit uit zich bijvoorbeeld in het stellen van vragen aan leerlingen. Als een docent lage verwachtingen heeft van een leerling, wordt meestal niet lang gewacht op een antwoord. Dat laat aan een leerling meteen zien dat de verwachtingen laag zijn, zeker als het in een patroon past. Daarnaast krijgen leerlingen bij wie docenten lage verwachtingen hebben ook vaker aanwijzingen, die soms niet eens nodig zijn.

De docent als coach

Om dit op te lossen wordt in de onderzoeksgroep vooral gemikt op bewustwording bij leraren van hun eigen vooroordelen. “Daar willen we iets voor ontwikkelen, zodat leraren kunnen ontdekken in hoeverre ze al werken met hoge verwachtingen. Daarnaast gaan we ook studenten en leerlingen bevragen om erachter te komen hoe zij de verwachtingen van leraren interpreteren.”

De hele lerarenopleiding bij de Hogeschool Rotterdam gaat daarnaast didactisch coachen gebruiken, vertelde Voerman. Dit is een methode van lesgeven waarbij een docent middels het geven van gerichte feedback een meer coachende rol heeft. Hierbij wordt al uitgegaan van de motivatie en kwaliteiten van leerlingen. Voerman is daar erg blij mee: “Want het begint uiteindelijk allemaal bij de lerarenopleiding. Daarnaast gaan we in dat traject meten wat voor effect dit heeft op de verwachtingen van die leraren in opleiding, en wat daarvan het effect is op hun leerlingen.”

Geen zonnetjes en maantjes meer

Over differentiatie vertelde Voerman dat op basisscholen soms gewerkt wordt met systemen waarin zonnetjes, maantjes en sterretjes als symbolen gebruikt worden om kinderen op niveau uit elkaar te houden, met als bedoeling dat ze dat zelf niet doorhebben. “Maar natúúrlijk hebben kinderen dat door. Ze weten echt wel welk symbool staat voor welk niveau.”

Uit onderzoek hiernaar is dan ook gebleken dat kinderen die in een lagere groep ingedeeld worden daardoor een slechter zelfbeeld hebben. “Niet meer doen dus. Geen niveaudifferentiatie. Maar wat er dan als alternatief is, dat wordt onderdeel van mijn onderzoek. Toch is er al wel wat over bekend. Als een docent wil groeperen in het onderwijs, groepeer dan flexibel. De ene keer op niveau, de andere keer bijvoorbeeld op basis van welk huisdier de kinderen hebben; kinderen met honden bij elkaar, en kinderen met knaagdieren bij elkaar.”

Cultuur veranderen is niet makkelijk

Het effect van de cultuur van een klas spreekt volgens Voerman voor zich. “Als er een leraar voor de klas staat met als gedragspatroon ‘hoge verwachtingen’, dan is dat de vaste cultuur van de klas. Dan zijn de doelen voor iedereen hetzelfde, en niet voor arme kinderen veel lager. De weg die iedereen neemt naar dat doel kan wel verschillen. En dit geldt niet alleen voor de leraar, maar ook voor de leidinggevende in een school of lerarenopleiding.”

Cultuur is volgens de lector veranderbaar, hoewel het bereiken van de nodige gedragsverandering tegelijkertijd ingewikkeld is. “We kunnen als onderzoekers zoveel tips geven aan leerkrachten, maar zo werkt het niet. Dat is niet omdat leraren eigenwijs zijn en niet willen veranderen, maar omdat ze te maken hebben met de onmiddelijkheid van het lesgeven. Als leraar moet je meteen reageren. Bovendien is lesgeven al ontzettend complex.”

Om dat aan te kunnen, ontwikkelen leraren routines, en dat is volgens Voerman maar goed ook. “Als ze tijdens elke les het wiel opnieuw uit zouden moeten vinden, worden ze gillend gek. Maar we weten ook van routines dat die zo weer terugkomen nadat je er even van afwijkt.”

Voor het onderzoek naar de cultuur op een school zal Voerman vooral kijken naar welke verwachtingen leraren én lerarenopleiders ervaren van hun leidinggevenden; uit onderzoek blijkt namelijk dat leraren zelf ook beter presteren bij hoge verwachtingen vanuit de leidinggevenden.

Meer informatie over het onderzoek van Voerman is hier te vinden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK