Oud-KNAW-president ernstig bezorgd over Erkennen en Waarderen, maar minister enthousiast

Nieuws | door Frans van Heest
8 november 2021 | Minister Van Engelshoven wil dat Erkennen en Waarderen internationaal wordt uitgebouwd. Tegelijkertijd waarschuwt oud-KNAW-president Hans Clevers dat Erkennen en Waarderen het verkeerde antwoord is op de jarenlange onderfinanciering van de Nederlandse wetenschap.

In een Kamerbrief van afgelopen vrijdag schrijft de minister dat zij trots is dat er zoveel vooruitgang wordt geboekt met het nieuwe Erkennen en Waarderen. Dit weekend heeft Hans Clevers, de oud-president van de KNAW en onderzoeksleider van het Hubrecht Instituut van de Universiteit Utrecht, echter grote zorgen geuit over de weg die zijn universiteit is ingeslagen. Erkennen en Waarderen is het verkeerde antwoord op de onderfinanciering van het wetenschappelijk onderzoek, zo waarschuwt Clevers. Het loslaten van kwantitatieve indicatoren zal grote gevolgen hebben voor de internationale toppositie van de Nederlandse wetenschap.  

VSNU heeft begrip voor zorgen 

De VSNU heeft begrip voor de zorgen die bestaan omtrent het nieuwe Erkennen en Waarderen-programma, en dan in het bijzonder rondom het loslaten van de Journal Impact Factor. Dat laat de vereniging van Nederlandse universiteiten weten in een wetenschappelijk magazine in Noorwegen. Toch hoopt de VSNU, evenals demissionair minister Van Engelshoven, dat Erkennen en Waarderen internationaal snel navolging zal krijgen.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

In een brief aan de Kamer, waarin wordt gehandeld over diversiteit in de wetenschap, schrijft Van Engelshoven dat het nieuwe Erkennen en Waarderen vraagt om een wezenlijke verandering van gedrag en leiderschap van wetenschappers. “Het is een cultuurverandering die de VSNU, NFU, NWO, ZonMw en KNAW samen nastreven. Deze landelijke samenwerking wordt door andere landen als voorbeeld gezien, en ik ben dan ook trots op de inzet van alle betrokkenen”, zegt minister Van Engelshoven. 

Er zijn mooie mijlpalen bereikt 

In antwoord op vragen van de D66-fractie, die wilde weten hoe het staat met dit initiatief, schrijft Van Engelshoven dat de universiteiten al een eind op slag zijn. “Sinds het position paper in 2019 is gepubliceerd, zijn er mooie mijlpalen bereikt. Alle universiteiten, inclusief de KNAW-instituten, NWO-instituten en NWO & ZonMw, hebben een eigen erkennen en waarderen-commissie die werkt aan het bespoedigen van de beoogde cultuurverandering op instellingsniveau.” 

Om ook internationaal tractie aan Erkennen en Waarderen te kunnen geven moet het programma ook buiten de landsgrenzen worden opgepakt, en daar is de minister al volop mee bezig. “Voor de cultuurverandering die we in Nederland nastreven is het belangrijk om ook internationaal erkennen en waarderen op de agenda te zetten. De partijen geven aan dat OCW hierin een belangrijke rol vervult, en dat ook op internationale podia de steun van OCW welkom is. Ik heb bijvoorbeeld erkennen en waarderen geagendeerd op bijeenkomsten van de Europese Raad voor Concurrentievermogen, met als gevolg aandacht voor erkennen en waarderen in de vernieuwing van de Europese Onderzoeksruimte.” 

Het is een misvatting dat Impact Factor niets zegt over kwaliteit 

Al eerder werd bekend dat niet iedereen enthousiast is over het nieuwe Erkennen en Waarderen-programma. Een groep van 171 wetenschappers, waaronder 144 hoogleraren, heeft deze zomer gewaarschuwd dat het nieuwe Erkennen en Waarderen de toppositie van de Nederlandse wetenschap kan schaden. De ondertekenaars zeggen dat het een misvatting is dat de Journal Impact Factor niets zegt over de kwaliteit van het onderzoek. Het narratieve CV dat NWO nu vraagt bij een beursaanvraag werkt willekeur in de hand, zo is hun kritiek.  

Een van de ondertekenaars van het ingezonden stuk was ook Hans Clevers, voormalig president van de KNAW. Hij waarschuwt dit weekend in een uitgebreide Twitter-draad opnieuw voor de gevaren van het nieuwe Erkennen en Waarderen voor de Nederlandse wetenschap.  

Gejuich zou uitbreken 

Clevers noemt het een radicale wijziging van de wetenschappelijke evaluatie-systematiek. Hij heeft hier grote zorgen over. “‘Meten is weten’ passen we toe op onze studenten, maar niet meer op ons zelf. Ons onderwijs is kampioen van de kwantitatieve output-meting: proefwerken en examens. Gejuich zou uitbreken wanneer een universiteit alle tentamens zou afschaffen. We doen dit niet. We weten hoe zo’n universiteit er over tien jaar uit zal zien.” 

“De essentie van wetenschappelijk onderzoek is het genereren van nieuwe kennis”, aldus Clevers. “Voor de evaluatie hiervan vermijdt ‘Erkennen en waarderen’ plots wel de rechtstreekse kwantitatieve output-meting.” 

Waarom niet doorbouwen op het huidige? 

Maar het probleem ligt dieper, zegt Clevers. Nederland investeert te weinig in wetenschappelijk onderzoek, zeker wanneer het vergelijk met omliggende landen zoals Duitsland wordt gemaakt. Vanuit dat perspectief moet ook het nieuwe Erkennen en Waarderen worden gezien, zegt Clevers. “Nederland blinkt uit in wetenschap, maar niet in de bereidheid om te investeren ten opzichte van Duitsland of Zwitserland. Hierdoor ontstaan talloze problemen die met name jongere wetenschappers raken. Tegen deze achtergrond speelt ‘Erkennen en waarderen’: Een -in essentie- financieel probleem wordt opgelost door een geheel nieuw evaluatiesysteem te bedenken. Waarom niet doorbouwen op het huidige?” 

Zijn eigen Universiteit Utrecht loopt voorop in het nieuwe Erkennen en Waarderen en Clevers vreest dat vooral de verbaal sterksten zullen profiteren van bijvoorbeeld het narratieve CV dat NWO nu als criterium hanteert – of degenen die zich kunnen permitteren om ghostwriters in te schakelen. “Mijn universiteit stopt met kwantitatieve output meting en richt zich enkel op de thema’s ‘samenwerking’ en ‘open science’. Belangrijk, maar dat zijn bijvoorbeeld mentorschap, good citizenship, talent en passie ook. Allemaal relevant, maar helaas niet kwantificeerbaar en dus niet objectief.” 

De verbaal sterksten zullen profiteren 

Verder vreest Clevers dat het loslaten van de output-meting niet zichtbaar zal maken hoe schadelijk Erkennen en Waarderen voor de wetenschap zal zijn. “We staan voor de enorme uitdaging om iets te doen aan de financiële uitholling van de Nederlandse wetenschap. Maar wat doen we in plaats daarvan? We trekken de thermometer uit de kalkoen, waardoor we een neergang niet eens zullen kunnen waarnemen.” 

De Utrechtse stamcelonderzoeker verwijst daarbij naar de Nederlandse universiteiten die nu al dalen op de Shanghai Ranking – een ranking die volgens hem louter gebaseerd is op kwantitatieve prestatie-indicatoren. “We kunnen daar onze schouders over ophalen, maar voor de rest van de wereld telt dit wel”, zo waarschuwt de Utrechtse hoogleraar. 

Onze kinderen en kleinkinderen gaan hier last van krijgen 

“Kortom, ik maak mij grote zorgen,” zo besluit hij zijn uitgebreide Twitter-draad, “over de armoedige financiering van onze wetenschap, maar zeker over onze reactie daarop. En daarvoor moeten we absoluut aan de evaluatieknoppen draaien, en criteria toevoegen. Maar snijdt in hemelsnaam niet het hart uit ons evaluatiesysteem. Anders werken onze kinderen en kleinkinderen straks weer in afdelingen waar geen enkele ontdekking wordt gedaan.” 

De kritiek op het afschaffen van de kwantitatieve indicatoren heeft ook de VSNU bereikt, zo blijkt uit een interview van een beleidsmedewerker Kim Huijpen aan een Noors blad over wetenschappelijk onderzoek. Noorwegen is namelijk ook bezig om wetenschappers op een andere manier te beoordelen en kijkt met veel interesse naar de ontwikkelingen in Nederland.  

Angst is onterecht 

Kim Huijpen van de VSNU zegt dat zij begrip heeft voorde zorgen van de wetenschappers die deze zomer een open brief schreven.  In Nederland leeft de angst dat het publiceren in hoog aangeschreven tijdschriften minder gewaardeerd gaat worden, vertelde Huijpen, maar die angst is volgens de VSNU onterecht. Wetenschappers kunnen straks nog steeds beoordeeld worden op Journal Impact Factor, maar dat hoeft niet meer bij iedereen het geval te zijn.  

Het is aan universiteiten zelf om vorm te geven aan het nieuwe Erkennen en Waarderen, benadrukte Huijpen. Het is daarom niet erg dat de Universiteit Utrecht afscheid neemt van de Impact Factor, zo liet ze optekenen in het Noorse onderzoeksblad. 

Jonge wetenschappers kwamen met een tegenreactie 

Dat 171 Nederlandse wetenschappers deze zomer hun zorgen uitten hoeft niet problematisch te zijn, zegt de VSNU. Bovendien hebben veel jonge onderzoekers gereageerd op het stuk; zij zeggen juist dat ze af willen van de impactfactor als dominante beoordelingscriterium; dat is volgens hen niet meer de enige manier om kwaliteit van onderzoek uit te drukken. 

De VSNU stelt daarnaast tevreden vast dat ook bestuurders van universiteiten een grote ambitie hebben om naar een andere manier van beoordeling van wetenschappelijk personeel te gaan. Het initiatief van Erkennen en Waarderen komt op die manier van boven- en van onderuit de universiteit. Toch is er veel geduld nodig, want wat er geprobeerd wordt met Erkennen en Waarderen is het veranderen van de manier van denken over wetenschap, zo besluit Huijpen. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK