Studenten toch niet vervolgd voor bezetting tegen bezuinigingen
De uitspraak is al van even geleden maar is pas recent online geplaatst. Het gaat over een zaak van UvA-studenten die in 2018 het P.C. Hoofthuis bezetten om te demonstreren tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs van Rutte III. De studenten zijn na meerdere bevelen van de politie uit het gebouw gehaald en werden deels in detentie geplaatst. De UvA concludeerde dat de bezetting destijds ruim 89.000 euro had gekost.
Een boete van 150 euro
De betrokken studenten en docenten kregen in 2019 een boete van 150 euro. De studenten zeiden toen al dat zij niet vervolgd mochten worden in verband met de vrijheid van meningsuiting. Hier ging de politierechter destijds niet in mee en veroordeelde de studenten toch tot het betalen van de boete.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Een aantal van deze dertig demonstranten ging in hoger beroep en bracht daar eveneens aan het voetlicht dat de bezetting en de demonstratie paste binnen de vrijheid van meningsuiting. Zij stelden dat dit gestaafd zou zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, want er werd geen geweld gebruikt en ook niet opgeroepen tot het gebruik van geweld. De detentie als gevolg van de demonstratie en de vervolging waren volgens de demonstranten disproportioneel.
Men weigerde het gebouw te verlaten
Het Openbaar Ministerie was het daar niet mee eens en zei dat dat door de bezetting colleges niet konden doorgaan en medewerkers niet in het gebouw konden. Ook werd na vele vorderingen van de UvA zelf en later de politie, het gebouw niet verlaten.
Het Hof stelt dat de studenten in en rondom het universiteitsgebouw demonstreerden tegen het bezuinigingsbeleid van het kabinet, de uitholling van het onderwijs en de publieke sector in het algemeen. Bij deze demonstratie zijn de studenten het universiteitsgebouw binnengedrongen en hebben zij het geblokkeerd. De beveiliging van de UvA vroeg aan de mensen die zich in het gebouw bevonden de blokkade op te heffen, hetgeen werd geweigerd.
Bescherming van de rechten van anderen
Volgens het Hof is het gezien deze feiten gerechtvaardigd dat de studenten uit het gebouw werden verwijderd, met het oog op de bescherming van de rechten van anderen. Het Hof tekent daarbij op dat de vrijheid om te demonstreren niet absoluut is.
Verder oordeelt het Hof dat de aanhouding door de politie er niet op was gericht de studenten de mogelijkheid te ontnemen om tegenover het publiek hun mening te uiten.. De aanhouding was ingegeven door de belemmering voor de UvA om onderwijs aan te bieden en voor medewerkers om naar hun werkplek te gaan.
Geen straf of strafmaatregel
Volgens het Hof is het Openbaar Ministerie daarom ontvankelijk in de vervolging. Daarnaast heeft het OM bewezen dat de demonstranten zich niet aan de vordering van de politie hebben gehouden om het pand te verlaten. De rechter stelt daarom dat de studenten zich schuldig maakten aan lokaalvredebreuk, maar gezien de geringe ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, beslist het Hof dat er geen straf of strafmaatregel zal worden opgelegd.
De rechter stelt dat met dit besluit de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid op vreedzame vergadering niet worden ingeperkt. Het Hof neemt daarbij in ogenschouw dat de demonstratie tegen het kabinetsbeleid vreedzaam verliep en een beperkt karakter had. Daarnaast hadden de studenten volgens de rechter niet aangehouden moeten worden. Ze hadden slechts verwijderd moeten worden uit het gebouw en eventueel tijdelijk de toegang worden ontzegd tot het P.C. Hoofthuis.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Schade door aangekondigde langstudeerboete doet zich nu al voor”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”