Vlaamse universiteiten gewaarschuwd voor desastreus taalbeleid in Nederland

Nieuws | door Michiel Bakker
16 februari 2023 | ‘Overheid, laat universiteiten vaker zelf beslissen over verengelsing’, zo luidt de oproep van de KVAB aan de Vlaamse regering. In een rapport worden hun wensen uiteengezet: bacheloropleidingen in het Nederlands, masteropleidingen in een taal die de universiteiten zelf kiezen. Waar hun calvinistische, gezagsgetrouwe Noorderburen de wet met voeten treden, kunnen Vlaamse universiteiten wel worden vertrouwd, bepleiten ze.
Hoofdauteurs Godelieve Laureys (midden) en Kristiaan Versluys (rechts) overhandigen het Standpunt aan een vertegenwoordiger van de Vlaamse onderwijsminister.

In haar Standpunt over taalbeleid heeft de Koninklijke Vlaamse Academie van België, een evenknie van de KNAW, uiteengezet welke ruimte universiteiten zouden moeten krijgen bij de keuze van de onderwijstaal voor een opleiding. De huidige wetgeving is namelijk te streng, vinden de auteurs van het Standpunt – en Vlaamse universiteiten houden zich, in tegenstelling tot hun Nederlandse buren, ook werkelijk aan die wet. 

Nederlandse en Vlaamse situatie 

In het Standpunt wordt uitgebreid stilgestaan bij de Nederlandse situatie. “Nederland is in Europa een buitenbeentje”, stelde Kristiaan Versluys, hoogleraar Engels bij de Universiteit Gent en één van de hoofdauteurs van het Standpunt, bij de presentatie in het Brusselse Paleis der Academiën. “Geen enkel Europees land komt ook maar in de buurt.” Zo ligt het percentage Engelstalige bachelor- en masteropleidingen in Nederland met respectievelijk 29 en 76 procent ver boven het Europese gemiddelde.  

“Onze calvinistische, gezagsgetrouwe Noorderburen hebben zich niets van de taalwetgeving aangetrokken”

In 2021 volgde maar liefst zeventig procent van de universitaire masterstudenten in Nederland een Engelstalige opleiding. Van de Vlaamse masterstudenten stond toen slechts 24 procent ingeschreven voor een Engelstalige opleiding. Werd in 2020 nog 44 procent van het onderwijs aan Vlaamse universiteiten in het Nederlands gegeven, in Nederland was dat slechts 24 procent. “Het exclusieve gebruik van het Nederlands gaat dus duidelijk achteruit”, concluderen de auteurs. 

Dijkgraaf’s bord vol hete brij 

Hoewel de Nederlandse wet hoger onderwijs in een andere taal niet zomaar toestaat, zijn Nederlandse universiteiten dus weinig zorgvuldig met hun wettelijke plichten omgesprongen. “Onze calvinistische, gezagsgetrouwe Noorderburen hebben zich niets van de taalwetgeving aangetrokken”, aldus Versluys.  

Die verregaande internationalisering is deels aangejaagd door de Nederlandse overheid zelf, legde Versluys uit. Middels een bekostigingssystematiek van “hoe meer studenten, hoe meer centen” werden instellingen aangespoord actief te werven, ook internationaal – wat ze lustig hebben gedaan. “Het is hen zelfs zo goed gelukt dat ze nu, moet u luisteren, de hulp hebben gevraagd van die overheid om de instroom te beperken”, toonde de Vlaming zich bewust van de ironie.  

“Dijkgraaf heeft zelfs nóg een probleem erbij gekregen: Pieter Omtzigt”

“De hete brij ligt nu dus op het bord van minister Dijkgraaf, die aarzelt. Er kan namelijk moeilijk een eenduidige richting worden uitgevaardigd. Zo is er in de menswetenschappen een overvloed aan buitenlandse studenten, terwijl ze juist in de meer exacte richting nodig zijn. Kampt men in de randstad met huisvestingsproblemen, universiteiten langs de landsgrenzen kunnen niet overleven zonder internationale studenten”, vatte Versluys de Nederlandse situatie kort samen. 

Daarmee was de koek nog niet op. “Dijkgraaf heeft zelfs nóg een probleem erbij gekregen. Pieter Omtzigt, het enfant terrible van de Tweede Kamer, kreeg er onlangs een motie door die in feite betekent dat alle bacheloropleidingen weer in het Nederlands gedoceerd moeten worden.”  

Niet goed nagedacht over randvoorwaarden internationalisering 

In de door internationaliseringsdrift veroorzaakte verengelsing hebben Nederlandse universiteiten vaak onvoldoende nagedacht over de randvoorwaarden waarom zulk taalbeleid vraagt, halen de auteurs van het Standpunt een KNAW-rapport uit 2017 aan. Zo werden en worden opleidingen niet zelden in het Engels aangeboden zonder dat daartoe werkelijk reden is. 

Hoewel de auteurs van het Standpunt uitdrukkelijk stellen dat meertaligheid een verrijking voor studenten is, bleken zij wel degelijk notie te hebben genomen van waarschuwend onderzoek naar de invloed van anderstaligheid op de onderwijskwaliteit.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

“Vanuit de cognitieve psychologie wordt gewezen op het risico om de kennistransfer in een vreemde taal te laten verlopen en te denken dat alles dan evengoed begrepen en verwerkt wordt. Zelfs uit de meest optimistische lezing van bevindingen uit de experimentele psychologie blijkt dat het moeilijker en tijdrovender is om in een vreemde taal stof te verwerken”, gaf Godelieve Laureys, emeritus-hoogleraar bij de Universiteit Gent en de tweede hoofdauteur van het Standpunt, als voorbeelden.  

“Is het daarmee slecht? Nee, maar we moeten wel goed bedenken hoe we daarmee omgaan. Vanuit de didactiek wordt bijvoorbeeld gezegd dat taalkennis niet voldoende is; die moet worden aangevuld met interculturele vaardigheden. Dat je een taaltoets hebt gehaald zegt niet dat je goed kunt lesgeven in het Engels.”  

Vlaamse kaders 

Vlaamse universiteiten zijn echter veel minder vrij om onderwijs in een andere taal aan te bieden. Zo mag slechts 9 procent van de initiële bachelor- en 35 procent van de initiële masteropleidingen van een universiteit bestaan uit ‘anderstalige’ opleidingen. Een bacheloropleiding is echter al ‘anderstalig’ als meer dan 18,33 procent van de studiepunten correspondeert met onderwijsaanbod in een andere taal dan het Nederlands. Voor masteropleidingen ligt die grens op 50 procent.  

Daarenboven kent Vlaanderen een ‘equivalentieregel’. Een opleiding in het hoger onderwijs mag alleen in een andere taal worden aangeboden als elders in Vlaanderen een Nederlandstalige variant bestaat. Afwijking van die regel is mogelijk, maar ingewikkeld, aldus de auteurs.  

Geef vertrouwen aan universiteiten 

Van zulke sterk kwantitatief ingestoken regels moet het Vlaamse hoger onderwijs worden verlost, vinden de auteurs. Want, zo betoogde Versluys, “deze complexe, belastende en betuttelende wetgeving is helemaal niet nodig.” Het aantal anderstalige bachelor- en masteropleidingen ligt in Vlaanderen namelijk op respectievelijk 6,7 en 27,5 procent – lager dan het wettelijk plafond. “Geef vertrouwen aan universiteiten”, bepleitte ook Laureys. “Zoals tot zover is gebleken, gaan zij zeer zorgzaam om met hun taalbeleid.” 

“In 2017 waren we in Nederland nog heel naïef en optimistisch”

Vanuit Nederlands perspectief waarschuwde Radboud-hoogleraar Lotte Jensen, die zich al vaak waarschuwend uitliet over verengelsing, voor zulke goedgelovigheid. “In 2017 waren we in Nederland nog heel naïef en optimistisch”, memoreerde ze. “‘Laat het maar aan universiteiten zelf over, want die weten wat het beste is’, dachten we toen. Sindsdien is het echter helemaal uit de hand gelopen. De situatie is nu desastreus. De cijfers spreken voor zich.” 

Of de ongebreidelde groei iets te maken heeft met de mercantiele aard van de Nederlanders liet Jensen desgevraagd in het midden. “Je kunt ook zeggen dat men simpelweg de regels aan de laars lapt.” 

Vlaamse bacheloropleidingen in het Nederlands 

De Vlaamse academici vertrouwen hun universiteiten echter wel. Waar sommige Nederlandse universiteitsbestuurders bemoeienis van hun overheid verlangen, pleiten de Vlamingen juist voor een overheid die hen verlost van “een dwangbuis van excessieve en restrictieve regelgeving”, zo liet Versluys optekenen. 

Kort gezegd pleiten de auteurs voor een ‘tweesporenbeleid’ met Nederlands als hoofdtaal en een ruime plaats voor kwaliteitsvol Engels. Daarvoor gebruiken ze Denemarken, dat zich goed laat vergelijken met België, als voorbeeld. Daar heeft men de komst van het Engels langzaam geaccepteerd en heel bewust geïnvesteerd in de kwaliteit van het Engelstalig aangeboden onderwijs, vertelde Laureys. “Bij universiteiten moeten het Deens en kwalitatief goed Engels voortdurend naast elkaar aanwezig zijn – bijvoorbeeld doordat een cursus in het Engels wordt gegeven, maar vragen of opdrachten in het Deens zijn.” 

Niettemin moet het Nederlands in principe de onderwijstaal van Vlaamse universitaire bacheloropleidingen zijn, stelt het Standpunt. Eventuele Engelstalige vakken mogen pas vanaf het tweede of derde jaar aan bod komen. De onderwijstaal bij masteropleidingen mogen instellingen wel zelf bepalen.  

Ook de andere kerntaken van de universiteit, het onderzoek (veelal Engels) en de maatschappelijke bijdrage (vooral Nederlands), moeten in het taalbeleid van universiteiten worden onderscheiden.  

Nood aan anderstaligheid om universiteit te kunnen zijn 

Nederlandstalige bacheloropleidingen en wellicht vaker Engelstalige masteropleidingen, dat leidde tot kritiek van de eveneens aanwezige Rik van de Walle, rector van de Universiteit Gent. “Ik ben bang voor een nieuwe cesuur tussen de taalvaardigheden van bachelorstudenten en de verwachtingen van masteropleidingen – zeker wanneer we naar meer anderstalige masteropleidingen gaan”, deelde hij zijn zorg.  

“We hebben anderstalig onderwijs nodig om te kúnnen doen wat we als universiteit moeten doen”

De rest van het Standpunt heeft hem echter opluchting bezorgd. “In alle eerlijkheid had ik erger gevreesd. We leven immers in een tijdsgewricht van bekommernis over het lot en de mogelijke verdringing van onze taal. Dit Standpunt is echter pragmatisch; het gaat uit van wat haalbaar en wat wenselijk is. Dat is een grote verdienste”, blies hij de loftrompet.  

Van de Walle benadrukte het belang van meertaligheid voor de universiteit. “Als universiteit creëren en verspreiden we kennis. Die verspreidt zich nu snel, en vooral in het Engels. Willen wij kunnen blijven spreken met de jonge mensen die wij opleiden en verrijken met die kennis, dan moeten we plaats geven aan het Engels. We hebben anderstalig onderwijs nodig om te kúnnen doen wat we als universiteit moeten doen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK