Taalnationalisme is desastreus voor Nederlands hoger onderwijs

Opinie | door Gabriele Helfert
2 maart 2023 | Naast taalnationalisme is er geen enkele goede reden om het Nederlands algeheel als onderwijstaal te eisen, schrijft Gabriele Helfert (Erasmus Universiteit). Worden universiteiten daartoe wel gedwongen, dan zullen ze veel excellente onderzoekers en docenten moeten ontslaan vanwege hun gebrek aan beheersing van het Nederlands. Dat zal de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, en daarmee het aanzien van het Nederlandse hoger onderwijs, geen goed doen, waarschuwt ze.
Beeld: Skitterphoto

Onlangs publiceerde ScienceGuide het pleidooi van zestien geleerden van Nederlandse universiteiten die eisten dat minister Dijkgraaf de taalwet strenger zou handhaven. De taalwet bepaalt dat Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs alleen bij uitzondering opleidingen in een andere taal mogen aanbieden. Het groepje bestaat voornamelijk uit alfawetenschappers – letterkundigen, historici, cultuurwetenschappers en filosofische geleerden. Het bevat amper vertegenwoordigers van de exacte of sociale wetenschappen, waar de meerderheid van de Engelstalige opleidingen in Nederland wordt aangeboden en waar gemiddeld dertig procent van de studenten internationaal is. Deze exclusief Nederlandse club van geleerden geeft een dubbele reden voor hun pleidooi: het beperken van de instroom van internationale studenten en het behoud van het Nederlands als onderwijstaal. 

Hoger onderwijs is vaak internationaal 

De grootste uitdagingen van de 21e eeuw – beperking van klimaatverandering en ecologische schade, een medemenselijk migratiebeleid, het bevorderlijk gebruik van digitalisering en technologie, de vergrijzende samenleving en wereldgezondheid – vereisen internationale perspectieven en internationale samenwerking in onderzoek en onderwijs, politiek, bedrijfsleven, en maatschappij.  

Een opleiding als cultuurgeschiedenis of letterkunde, met name als deze gericht is op de Nederlandse cultuur of de Nederlandse literatuur, kan prima uitsluitend in het Nederlands worden onderwezen. Programma’s zoals sustainable energy transition, fiscal economics, data analytics, supply chain management, international management, civil technology, of life sciences profiteren echter niet alleen van een internationaal klaslokaal, maar specifiek ook van het aantrekken van internationale topgeleerden en internationale administratieve medewerkers.  

Een internationale faculteit 

Ikzelf, niet-Nederlands van geboorte en opvoeding en elders in Europa gepromoveerd, ben werkzaam bij een grote faculteit van een Nederlandse universiteit. Onze faculteit heeft meer dan 8.500 studenten, meer dan 600 medewerkers en 45.000 actieve alumni wereldwijd. Wij bieden twee bacheloropleidingen aan, waarvan één in het Nederlands, met een jaarlijkse instroom van ongeveer 1.100 studenten, en één in het Engels, met een jaarlijkse instroom van ongeveer 600 studenten.  

Daarnaast hebben we 15 masteropleidingen, die op één na allemaal in het Engels worden onderwezen, met een totale jaarlijkse instroom van ongeveer 2.200 studenten. Het percentage internationale studenten in onze Engelstalige programma’s varieert van opleiding tot opleiding en ligt tussen de twintig en zestig procent. Onze studenten komen uit 90 verschillende landen.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Dat zie je ook terug in de samenstelling van ons onderwijsbureau en ons docententeam. De helft van de onderwijscoördinatoren is Nederlands, de andere helft komt vanuit de hele wereld. Zo hebben we teamleden (gehad) uit onder meer Uruguay, Suriname, Aruba, India, de Verenigde Staten, Hong Kong, Taiwan, Spanje, Letland, Ghana, Egypte, Roemenië en Portugal. Op onze faculteit komt ongeveer dertig procent van de UD’s en UHD’s en tot 75 procent van de promovendi uit het buitenland. 

Internationaliteit bepaalt ook kwaliteit van hoger onderwijs 

Het internationale karakter van onze faculteit (niet alleen onder studenten, maar ook onder docenten en medewerkers) is één van de vier belangrijkste redenen waarom zowel Nederlandse als buitenlandse studenten voor onze opleidingen kiezen. De drie andere redenen zijn reputatie of ranglijsten, carrièremogelijkheden en de kwaliteit van het onderwijs, die ook bepaald wordt door docenten van goede kwaliteit.  

Alle belangrijke wetenschappelijke publicaties in de beta- en gammawetenschappen zijn Engelstalig, en met goede reden; 1,5 miljard mensen wereldwijd spreken Engels. Het is daarmee één van de meest gesproken talen op aarde en heeft de plaats ingenomen die Latijn in vroegere eeuwen had als taal van de academische wereld. De Nederlandse taal daarentegen wordt wereldwijd slechts door zo’n 23 miljoen mensen gesproken.  

Studenten profiteren van Engelstalig onderwijs 

Meer dan de helft van onze docenten spreekt Nederlands niet op een niveau dat voldoende zou zijn om in het Nederlands les te geven. Dat is misschien het grootste probleem als we ons onderwijs alleen nog in het Nederlands mogen geven. Wetenschappers uit China, de VS, Italië of Zimbabwe vragen om Nederlands te leren op een niveau dat voldoende is voor onderwijs zou niet alleen leiden tot een enorm tekort aan onderwijzend personeel, maar ook resulteren in een talentexodus en verarming van de wetenschappelijke output in Nederland.  

De Nederlanders (en zeker Nederlandse academici) behoren tot de beste niet-moedertaalsprekers van het Engels ter wereld. Nederlandse studenten profiteren daarnaast van Engelstalig onderwijs, omdat velen ook op internationale uitwisseling willen gaan of zelfs streven naar een internationale carrière. Noch onze Nederlandse noch onze internationale afgestudeerden hebben moeite een baan te vinden – of in Nederland of elders; rond de negentig procent van de alumni lukt dit al binnen 3 maanden na afstuderen. 

Wijzig desnoods de wet

Ten slotte dragen internationale afgestudeerden volgens een studie van Nuffic uit 2016 fors bij aan de Nederlandse schatkist. Tussen de dertig en vijftig procent van hen blijft vijf jaar na afstuderen in Nederland wonen. Samen dragen ze per jaar rond de 1,57 miljard euro aan belastinggeld bij.  

Kortom, naast taalnationalisme is er geen enkele goede reden om Nederlands algeheel als onderwijstaal te eisen. De instroom van internationale studenten kunnen universiteiten eenvoudig beperken door capaciteitsbeperkingen voor internationale studenten per opleiding in te stellen. Dat kan ook zonder bureaucratie, gewoon te bepalen door elke faculteit of universiteit. Als dat een wetswijziging vereist, weten we wat ons te doen staat. 

Dwing universiteiten in elk geval niet om excellente internationale academici te ontslaan omdat ze niet voldoende Nederlands spreken. Moeten zij wel in het Nederlands onderwijzen of publiceren, dan zal de kwaliteit van hun onderwijs en onderzoek achteruitgaan en zullen wij onze internationale reputatie verliezen – simpelweg omdat een groepje Nederlandse alfa-wetenschappers graag terug wil naar het taalnationalisme van de 20e eeuw. 

Gabriele Helfert : 

Executive Director MSc Programmes, Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK