Studerende mantelzorger loopt ondersteuning mis door onvoldoende zelfherkenning
Mantelzorger onderbelicht
Het verlenen van mantelzorg heeft deels positieve effecten op studenten, zoals een beter zelfbeeld, groeiende volwassenheid en sterkere sociaal-empathische vermogens. Er zijn echter ook negatieve kanten, waaronder angst, depressie, probleemgedrag en psychosomatische klachten. Concentratie en studievoortgang zijn moeilijker voor studerende mantelzorgers. Verzwarende factoren zijn de duur en omvang van de mantelzorg, de leeftijd en woonsituatie van de mantelzorger, maar ook de relatie met professionals zoals studieloopbaanbegeleiders.
In het hoger onderwijs heeft ongeveer twaalf procent van de studenten bijkomende zorgtaken voor een fysiek of psychisch beperkte naaste. Vanaf vier uur mantelzorg in de week lopen deze studenten een groter risico op klachten in hun opleiding en hun privéleven. Toch is er slechts weinig beleid in zorg of onderwijs, en weinig kennis bij onderwijsbegeleiders, gericht op deze groep jonge mantelzorgers. Die zijn zich daarom onvoldoende bewust van de ondersteuningsopties binnen en buiten hun studie.
(Zelf)identificatie mantelzorger
Onderzoekers aan de HAN hebben daarom gesproken met vijf jonge mantelzorgers en zeven studieloopbaanbegeleiders, of slb’ers. Buiten twee slb’ers van de Academie Financieel Economisch Management behoorden alle ondervraagden tot de Academie Paramedische Studies. De slb’ers uit het economisch domein leken zich minder ervan bewust dat mantelzorg niet alleen betrekking heeft op grootouders. Het stereotype beeld van een mantelzorger was een volwassen vrouw die haar ouder(s) ondersteunt. Eerder onderzoek aan de UvA toonde al dat er bij zorgopleidingen meer mantelzorgers rondliepen. Zodoende is er een verondersteld verschil in sociaal bewustzijn bij economische en medische studies.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Mede door deze stereotypen zijn mantelzorgers zich niet zelf bewust van hun taak. Bij de HAN was er geen enkele student die zichzelf als mantelzorger identificeerde, al voldeden zij aan de definities. De zorgtaken voor een naast familielid werden als vanzelfsprekend ervaren, alhoewel men wel leed onder het zorgen maken om deze naasten. Zonder zelfidentificatie waren mantelzorgers zich weinig bewust van ondersteuningsopties binnen en buiten hun studie.
Rol studieloopbaanbegeleiders
Dit laatste gold echter eveneens de slb’ers. Het verbeteren van de bewustwording over mantelzorg onder studieloopbaanbegeleiders verdient daarom ook aandacht, aldus de onderzoekers. Zo zouden slb’ers vaker moeten vragen naar de persoonlijke situatie buiten de studie. Dit protocol zou daartoe in de basistraining van slb’ers opgenomen en tijdens intervisie of interne overleggen besproken moeten worden. Nu worden problemen vaak pas gesignaleerd en herkend wanneer ze in de studie tot uiting komen. Eerdere alertheid en vragen zouden het studiesucces ten goede komen. Dit sluit aan bij eerdere bevindingen over een brede definitie van studentenwelzijn in het licht van zowel de opleiding als de privésituatie.
Een laatste aandachtpunt is maatwerk voor de persoonlijke situatie van de studerende mantelzorger. Tussen studenten zijn er veel verschillen in de ervaren zorgen, ook afhankelijk van het ziektebeeld en de ziekteduur waarmee hun naaste kampt. Zoals gezegd varieert ook het bewustzijn en de kennis per studiegebied. Ten slotte wordt familiezorg in niet-Westerse culturen vaker als vanzelfsprekend gezien. Hierdoor is er wellicht meer mantelzorg, maar minder zelfidentificatie in die groepen. Een diversiteit in casuïstiek kan de herkenning bij slb’ers verbeteren. Vervolgonderzoek moet dit toetsen.
In de maand april doet ScienceGuide onderzoek naar de ervaringen met en opvattingen over het Erkennen en Waarderen-programma. Alle wetenschappers van universiteiten en kennisinstellingen worden uitgenodigd de enquête in te vullen. Klik hier voor de enquête (en hier voor de Engelstalige versie).
De onderzoekers concluderen dat de term ‘mantelzorger’ beter op studenten moet worden betrokken ten behoeve van betere zelfidentificatie en herkenning door studieloopbaanbegeleiders. Als slb’ers doorvragen over de thuissituatie, verlaagt dat de drempel om problemen van studenten te bespreken, signaleren en ondersteunen. Zo gaan de studerende mantelzorgers niet gebukt onder een (zelf)diagnose van ‘aanstelleritis’, maar kunnen zij samen met studieloopbaanbegeleiders profiteren van ondersteuningsprogramma’s.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport