Kamer ongelukkig met rolvervaging Inspectie en NVAO bij toezicht onderwijskwaliteit
De aanleiding voor het debat was een accreditatie-zaak bij Fontys, waar een onderwijsvernieuwer verantwoordelijk bleek voor zowel een bekritiseerde onderwijsvernieuwing als de accreditatie van een opleiding. Dit leidde begin dit jaar tot veel onrust binnen die instelling, maar ook in de Kamer.
Kamerleden deden tijdens het debat voorstellen om zulke incidenten voortaan te voorkomen. Zo moet de medezeggenschap beter en sterker georganiseerd worden, moeten door mislukte onderwijsvernieuwingen gedupeerde studenten gecompenseerd worden en moeten de rollen van de NVAO en de Inspectie worden verhelderd. Als het fout gaat, wijzen die twee instanties nu naar elkaar, verzuchtte de Kamer.
Docenten moeten veel belangrijker worden
Hatte van der Woude van de VVD vindt dat docenten veel belangrijker moeten worden bij het doorvoeren van onderwijsvernieuwingen. “Docenten moeten naar voren worden geschoven. Er moeten zeker geen onderwijsmethoden door onderwijsdeskundigen – want daarvan hebben we er ook ontzettend veel in dit land – steeds top-down worden uitgestort over docenten.”
De zaak bij Fontys kan echter al niet meer worden teruggedraaid. Daardoor hebben studenten geen optimaal onderwijs gehad, zei Van der Woude. “En dat is wat mij raakt in deze zaak. Het zijn jonge mensen die deze tijd gewoon niet meer terugkrijgen. We willen dat dit niet meer gebeurt.”
SP-Kamerlid Peter Kwint vroeg aan de VVD of de rol van de Inspectie en de NVAO, de beide toezichthouders in het hoger onderwijs, niet duidelijker moet. “Als je naar deze casus kijkt, zie je dat docenten ook meldingen hebben gedaan bij de NVAO en bij de Onderwijsinspectie. Eigenlijk zit iedereen met de handen in het haar, want welke bevoegdheid ligt nou waar? Moet de Kamer hier niet zeggen dat de Inspectie na een aantal meldingen wel degelijk moet gaan kijken wat er aan de hand is – dus ook op basis van meldingen?”, zo stelde Kwint voor.
Hoop gericht op nieuw accreditatiestelsel
De VVD zei daarop hoop te hebben dat een nieuw accreditatiestelsel met instellingsaccreditatie de rollen van de Inspectie en de NVAO beter zal verduidelijken.
Jeanette van der Laan van D66 benadrukte bij haar inbreng dat de Kamer niet over onderwijsvernieuwingen gaat; dit is nog altijd de verantwoordelijkheid van instellingen zelf. “Wij moeten met vertrouwen naar onderwijsvernieuwing en innovatie kijken”, vond Van der Laan. “En laat ik heel duidelijk zijn, ik vind het niet aan ons als Kamer om onderwijsmethoden te beoordelen. Laten we alsjeblieft wel het onderwijs de ruimte geven om dat te ontwikkelen en niet met Haagse dictaten komen over wat wel of niet mag.”
Harm Beertema (PVV) diende een voorstel in dat eerder door een groep hbo-docenten was beschreven in een Trouw-artikel. Daar betogen zij dat hogescholen hun studenten financieel zouden moeten compenseren als die de dupe zijn geworden van een mislukte onderwijsvernieuwing. “Deze hbo-docenten stellen voor om een landelijke onafhankelijke commissie in te stellen waar studenten met zorgen terecht kunnen. Dan kan een landelijke commissie beoordelen of deze studenten gecompenseerd moeten worden. Ik vind het een briljant idee”, aldus Beertema.
Doldrieste onderwijsvernieuwers en egomane broodprofeten
De oudgediende greep zijn laatste Kamerdebat ook aan om nog één keer de onderwijsvernieuwers ervan langs te geven. “Ziet de minister hier net als de PVV-fractie mogelijkheden om onderwijsorganisaties te dwingen, op straffe van forse financiële sancties, zorgvuldiger om te gaan met doldrieste onderwijsvernieuwers? U kent ze wel; die vaak charismatische, egomane broodprofeten van het nieuwe leren die als ware sekteleiders in staat zijn om hun hele omgeving naar hun hand te zetten en iedere vorm van peer-kritiek doen verstommen.”
Volgens Lisa Westerveld van GroenLinks vergt het succes van onderwijsvernieuwingen vooral een versteviging van de positie van de medezeggenschap. “Op papier hebben we het prima geregeld, maar in praktijk zie ik te weinig balans in dit systeem”, zei ze. Daarnaast was zij benieuwd of studenten, conform de huidige wetgeving, aanspraak kunnen maken op het profileringsfonds als de kwaliteit van een opleiding niet voldoet.
Minister ziet het ook niet altijd goed gaan tussen NVAO en Inspectie
De minister erkende dat zorgen over de huidige gang van zaken terecht zijn. “Bij signalen kan de Inspectie gericht onderzoek doen, en die gegevens kunnen worden doorgegeven aan de NVAO. Dat is de huidige praktijk, maar werkt dat dan alle omstandigheden goed? Ik denk dat dat die zorgen daarover terecht zijn. Ik denk dat het ook heel erg belangrijk is om dit mee te nemen naar zo’n beweging met instellingsaccreditatie. Welke andere dingen vragen we dan van de Inspectie en de NVAO als het niet goed gaat?”, liet hij optekenen. De minister zei wel dat het aan een nieuw kabinet is om instellingsaccreditatie verder vorm te geven.
Daarnaast moest de minister erkennen dat hij niet wist of het profileringsfonds van een instelling ooit gebruikt was voor studenten die waren gedupeerd door slecht onderwijs. “Het aantal studenten dat vanwege deze omstandigheden aanspraak maakt op het profilering fonds wordt niet geregistreerd en is mij ook niet bekend. De mogelijkheid om bij schade voor studenten het profileringfonds aan te spreken bestaat echter el.”
Volgens Westerveld is de positie van de medezeggenschap ook hier slecht. Uiteindelijk beslist de medezeggenschap of studenten al dan niet gecompenseerd moeten worden.
Panels worden regelmatig gewijzigd op last van de NVAO
Tot slot waren er in de Kamer veel vragen over de onafhankelijkheid van panels. De NVAO heeft onlangs de regels daaromtrent aangescherpt, niet in de laatste plaats omdat de onafhankelijkheid van panelleden bij een aantal visitaties niet geborgd bleek. Jeanette van der Laan (D66) wilde van de minister weten of hij de recente aanscherping van de onafhankelijkheidsverklaring voldoende vond.
De minister heeft geloof in de nieuwe aanpak van de NVAO, liet hij weten, maar daar blijft het wat hem betreft niet bij. Ook voorzitters van panels moeten hun panelleden goed bevragen over hun afhankelijkheden ten aanzien van de opleiding en de instelling die zij visiteren, aldus Dijkgraaf. Die zei ook tegen de Kamer dat door een opleiding voorgestelde panels regelmatig van samenstelling wijzigen omdat de NVAO vindt dat ze niet onafhankelijk genoeg zijn.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport