‘Wie onderzoek doet, moet ook zichzelf bevragen’

Interview | de redactie
25 oktober 2023 | Als kennisinstellingen willen bijdragen aan de grote transities die nodig zijn, moeten ze tegelijkertijd onderzoeken welke verandering dat van hen vraagt, zegt lector Godelieve Spaas van Avans. Zij combineert praktijkgericht en artistiek onderzoek om nieuwe vormen van economische en ondernemende praktijken te vinden. “Wil je een toekomst voorstellen buiten het huidige systeem, dan kom je er niet als je naar deze werkelijkheid blijft kijken en dezelfde stapjes blijft herhalen.”
Godelieve Spaas (midden) tijdens de lecture performance: Exchange (met Falk Hübner (Fontys), Mojra Vogelnik Škerlj en The100Hands). Beeld: Ben Nienhuis

‘There’s a hole in our economy where our heart should be’, staat op het demonstratiebord waarmee Spaas poseert voor haar profielfoto. “Ik ben niet neutraal. Ik ben geëngageerd. Ik sta ergens voor en maak daarin keuzes”, zegt de lector Economy in Common bij het Centre of Expertise Brede Welvaart en Nieuw ondernemerschap van Avans. 

De eigen positie in onderzoek

Wie onderzoek doet, moet juist daarover transparant zijn, benadrukt ze. “Het is overigens een mythe dat daarover niet wordt nagedacht in de wetenschap. Ik ben antropoloog, en in de antropologie geef je altijd aan wat jouw positie is. Ook de positie van de observant doet ertoe; die is per definitie niet neutraal. Dus voor mij is het heel gewoon om na te denken over wie ik ben en wat dat betekent voor hetgeen ik onderzoek.”

Godelieve Spaas komt oorspronkelijk uit de danswereld, werd antropoloog, leerde als consultant bij grote bedrijven de wereld van ondernemerschap kennen, deed een promotieonderzoek in Zuid-Afrika en wist eigenlijk niet eens wat een lector precies deed toen ze solliciteerde bij Avans. “‘Als het aan mij ligt, creëer ik een vrije plaats waarin je echt mag nadenken over mogelijkheden voor een eerlijke economie en waar kunst, onderzoek en ondernemende praktijk elkaar aanvullen’, heb ik gezegd. Binnen twee dagen had ik een baan; dat was heel bijzonder en dapper van het bestuur.”

Onderzoekers en kennisinstellingen moeten zichzelf blijven bevragen – alleen al met het oog op hun positie in en bijdrage aan de grote transities die nodig zijn. “Je kunt niet doen alsof jij daarin wel precies hetzelfde zal blijven”, aldus Spaas. Daarnaast is de westerse wetenschap sterk getekend door een koloniale erfenis. “Ik moet mezelf bewust zijn van het feit dat ik in het Westen ben opgeleid, dat ik wit ben, dat ik vrouw ben en dat zoiets uitmaakt. Het is niet goed of slecht, maar het maakt wel uit. Ik heb een andere positie dan een witte man of een zwarte vrouw.”

Dit laat ik me niet meer gebeuren

Tijdens haar promotieonderzoek in Zuid-Afrika, bij een leerstoel die onderzocht hoe inheemse en westerse wetenschap elkaar kunnen versterken of uitsluiten, zocht Spaas naar alternatieven voor de economie en alternatieve vormen van ondernemen. Daar werd ze zich terdege bewust van haar positie. 

“Ik moest verantwoording afleggen aan zowel een groep wetenschappers als een groep inheemse leiders. Tegen het eind van mijn promotietraject vertelde ik daar dat ik als spreker was uitgenodigd voor een congres in New York, waar ik in een enorme zaal zat met alleen maar mannen voor me en geen moment aan het woord ben gekomen. Telkens als me een vraag gesteld werd, viel iemand me in de rede. Ik heb dat laten gebeuren omdat ik geen zin had om er een vuist over te maken.”

Toen ze dat vertelde in Zuid-Afrika, werden de inheemse leiders daar echt kwaad, aldus Spaas. “‘Jij begrijpt de positie van de witte vrouw niet’, zeiden ze daar. In de tijd van de apartheid was de witte man namelijk alles en had de zwarte man de rol om te doen wat de witte man wilde – de traditionele rol van de vrouw. Zwarte vrouwen deden er helemaal niet toe, maar witte vrouwen legitimeerden hetgeen de witte man deed – ook al wisten ze dat het fout was. ‘En dat is precies wat jij weer hebt gedaan’, werd me, zij het met andere woorden, verteld. Toen heb ik besloten om me dat niet meer te laten gebeuren.”

Praktijkgericht en artistiek onderzoek

Godelieve Spaas is niet alleen onderzoeker, ze is tevens kunstenaar. Ze combineert praktijkgericht en artistiek onderzoek in haar lectoraat Economy in Common, dat wordt omringd door een kenniskring van zowel onderzoekers als kunstenaars, om een toekomst voor te stellen die radicaal anders is dan de huidige economische of ondernemende praktijk. 

“Avans wil een kennisinstelling zijn, en dat heeft een reden: we willen kunnen bijdragen aan de grote transities in Noord-Brabant, maar ook breder. Het thema ‘brede welvaart en nieuw ondernemerschap’ past daarbij, want de basisvraag die we ons stellen is: hoe kun je vanuit een ondernemende praktijk maatschappelijke vraagstukken oplossen?”

Onderzoeken, veranderen, oefenen

Spelen volgens de huidige economische regels is dan niet genoeg, denkt Spaas. “Binnen het Centre of Expertise Brede Welvaart en Nieuw Ondernemerschap hebben we een aantal lectoraten die werken aan het verbeteren van de huidige situatie, bijvoorbeeld door te werken aan circulaire optimalisatie, waarmee je een groot verschil maakt in het gebruik van grondstoffen.” 

Haar lectoraat stelt de spelregels van de economie en ondernemen zelf in vraag, legt de lector uit. “Als we niet praten over hoe het anders kan, ontsnappen we ook niet uit onze gevangenschap van economisme en monetarisme, waarin groei heilig is en we bezig zijn praktisch alles te reduceren tot economische grootheden. Het is van groot belang om te bespreken wat er niet deugt aan onze huidige economie, te onderzoeken hoe we dat kunnen veranderen en te oefenen met alternatieven.” 

Eindproduct als begin van onderzoek

Oefenen – dat is een term waarmee artistiek onderzoek het praktijkgericht onderzoek kan versterken. “Wil je een toekomst voorstellen buiten het huidige systeem, dan kom je er niet als je naar deze werkelijkheid blijft kijken en dezelfde stapjes blijft herhalen. Je hebt alternatieve tastbaarheid nodig – niet alleen in theoretische modellen, maar ook in de praktijk”, benadrukt Spaas. “Ik probeer daarom te leren van praktijken die radicaal anders zijn, bijvoorbeeld ondernemende praktijken in Mali. Daarnaast doen we speculatief, participatief en performatief onderzoek: zodat je jezelf de toekomst kunt voorstellen, erover kunt meedenken en die toekomst kunt ervaren.”

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De onderzoeksproducten die haar lectoraat oplevert zijn daarom niet voorspelbaar. Sterker nog, wat als product kan worden gezien, is eigenlijk het onderzoek zelf, legt de lector uit. Zo werkte ze mee aan de film ‘The Devil’s Avocado’ (een onderzoek van Rijnko van Diepen), waarin de vraag wordt gesteld in hoeverre de winst of profijtelijkheid van bedrijven ten koste mag gaan van iets anders. “Als we een circulaire kledinglijn opzetten, moeten we dan die andere niet afschaffen?”, geeft Spaas als voorbeeld. “Die film is gemaakt om het gesprek op tafel te krijgen; het is dus niet het eindproduct, maar juist het begin van het onderzoek.”

Impact op langere termijn

Studenten treffen bij het lectoraat evenmin doorsnee opdrachten aan. Als studenten binnenkomen, is het haar taak om hen enigszins in verwarring te brengen, zegt Spaas met een kwinkslag. Ze geeft als voorbeeld het project ‘Fair Jobs’ van collega-kunstenaar Klaas Burger. Hij onderzoekt hoe het eruitziet als de uitzendbranche – geheel anders dan nu – is opgezet met en vanuit het belang van arbeidsmigranten. Hij begint bij de vraag wat een persoon uit Oost-Europa wil bereiken, welk werk diegene wil doen, hoe dat mogelijk zou zijn en wat daarvoor nodig is. 

“Vorig jaar heb ik aan een groep studenten Human Resources voorgesteld: ‘Als HR ben je ook een partij bij arbeidsmigratie. Welk rol wil en kun je spelen in het voorkomen van misstanden daarin? Laten we eens in die materie duiken.’ Dat heeft ertoe geleid dat die studenten verandering wilden in het curriculum van Avans om te leren credible activists te worden en hun stem te verheffen in het bedrijf waar ze als HR-adviseur komen te werken. Ze zijn daarmee tot aan de curriculumcommissie gegaan, en met succes.” 

Rond hetzelfde project heeft Spaas nu 150 studenten Ondernemerschap en Retailmanagement gevraagd om prototypes voor onderdelen van het uitzendbureau Fair Jobs te maken. “In het begin vonden ze dat een krankzinnig plan. ‘Er moet gewoon geld worden verdiend’, zeiden ze. Sommigen hebben echt een omslag gemaakt, maar ik verwacht in principe niet dat zo’n oefening meteen effect heeft. Dat hoeft ook niet; ik vermoed dat sommigen er over een aantal jaar ineens aan zullen terugdenken. Ook dat is impact.”

Nieuwe economie tussen kunst en wetenschap

In lijn met de verwevenheid van artistiek en praktijkgericht onderzoek was Spaas als lector samen met Olga Mink curator van de expositie ‘Van wie is de economie?’ afgelopen maand in Den Bosch. Het festival werd georganiseerd door Future of Work, een Bossche organisatie die zich bezighoudt met de toekomst van werk. 

“Vanuit ons lectoraat zeggen we: de economie is van ons allemaal. De enige manier om de economie te veranderen is te bedenken dat we daarin allemaal een verantwoordelijkheid hebben – als participant, als toeschouwer, wat je ook maar wilt zijn. Deze tentoonstelling is dus een uitgelezen kans om het gesprek daarover met veel meer mensen te voeren en te onderzoeken hoe tussen kunst en wetenschap een nieuwe economie kan ontstaan.”

Bevragen, verbinden en beleefbaar maken

De expositie toonde bijvoorbeeld werk van Arne Hendriks dat voorstelt de overconsumptie op te lossen door mensen te laten krimpen met een factor drie. Daarnaast waren er veel uitingen te zien van projecten die draaien om het bouwen van een gemeenschap – bijvoorbeeld een project van ConstructLab met simpele houten krukjes die met behulp van materialen en mensen uit één buurt werden gemaakt. 

“Het leuke is dat mensen op een gegeven moment vroegen of ze die krukjes konden kopen. ‘Nou’, zei kunstenaar Peter Zuiderwijk, ‘dat weten we eigenlijk niet. Waarom zou je het eigenlijk willen hebben? En hoe zouden we dat dan moeten doen?’ Zo wordt dus voortdurend besproken van wie iets eigenlijk is en hoe iets van iemand anders zou kunnen worden. Het gesprek daarover is precies wat we nodig hebben.”

Dat sluit aan bij iets dat Spaas samen met dansgezelschap The100Hands en collega-lector Falk Hübner (Fontys) onderzoekt. Stel dat de transactie de kleinste eenheid van de economie is, dan zou de economie kunnen veranderen door de transactie, die nu vooral monetair is, te vervangen door heel veel andere vormen van uitwisseling. “Kunnen we die samen bedenken, uitproberen en zo stap voor stap het systeem veranderen?”, luidt hun vraag.

Wie een systeem wil veranderen, kan aan drie grote knoppen draaien: jezelf bevragen, je verbinden met de natuur, of een ander denkraam voorstelbaar en beleefbaar maken, aldus Spaas. “Op alle drie die lijnen proberen we onderzoek te doen. Dat betekent dat we voortdurend in gesprek zijn en relaties aangaan met elkaar, het onderwijs en de samenleving. Alleen zo kunnen we samen de economie veranderen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK