“Onderwijs is mensenwerk, technologie moet dat ondersteunen”

Interview | door Michiel Bakker
20 december 2023 | Denk niet dat Digitale Didactiek-lector Esther van der Stappen (Avans) automatisch een tech-optimist is. “Er zijn mensen met hart voor het onderwijs die heel terechte zorgen hebben over de invloed van AI op de ontwikkeling van studenten”, zegt ze. De lector hamert erop dat technologie in het onderwijs altijd ten dienste van de ontwikkeling van de student moet staan. Ze mist nu vaak grondige gesprekken over de precieze technologische behoefte van opleidingen en ontwierp een spel dat zulke gesprekken makkelijker maakt.
Beeld: Esther van der Stappen

Datgene wat ons mens maakt in het onderwijs versterken door technologie, zo luidt de missie van Avans-lector Esther van der Stappen. Per studie of vakgebied zal de specifieke menselijke factor verschillen, maar het gaat uiteindelijk om relaties, legt ze haar visie uit. “In het hbo hebben we veel docenten die uit het werkveld komen en hun kennis en ervaring nu willen overdragen aan studenten. Het overbrengen van passie voor een vak, enthousiasmeren en motiveren, inzicht in de nuances van professioneel handelen in specifieke situaties – dat kan technologie niet zomaar overnemen.”

Denk maar aan die ene goede docent tijdens je opleiding. “Die raakte jou op een of andere manier, die heeft jou iets meegegeven. Misschien zelfs wel als mens, maar in ieder geval als professional. Dat is de kern van het onderwijs: het is mensenwerk.”

Daarmee werpt ze geen onneembare drempel op voor technologie in het onderwijs, benadrukt Van der Stappen. “Het is heel simpel: we hebben het allemaal hartstikke druk, dus we moeten technologie inzetten om te zorgen dat we voldoende tijd hebben voor de belangrijkste taak, namelijk betekenisvolle interacties met studenten. Nadenken over de inzet van technologie moet altijd vertrekken vanuit de vraag hoe dat studenten helpt.”

Technologie kan een docent bijvoorbeeld saai en repetitief administratief werk uit handen nemen, ’s nachts feedback geven als een student daarom vraagt of ervoor zorgen dat studenten niet nutteloos in een klaslokaal zitten terwijl een ander terugkoppeling krijgt. Wordt technologie echter ingezet voor taken die mensen beter kunnen doen, bijvoorbeeld het gezamenlijk nadenken over het gewenste karakter van een beroep, dan verschraalt het onderwijs, aldus de lector.

Technologie gaat geen tijd besparen

Denk niet dat het gebruik van allerlei technologieën of slimme blends van onderwijsvormen voor tijdsbesparing zal zorgen, zegt Van der Stappen. “Dat blijkt ook niet uit onderzoek. Het integreren van technologie vraagt alleen al een heel herontwerp; als je bijvoorbeeld ‘flipping the classroom’ gaat toepassen, zul je eerst allerlei korte filmpjes over lesstof moeten opnemen. Als je dat slim doet, kun je die het volgende jaar opnieuw gebruiken, maar na een paar jaar zal een vak of een curriculum weer worden aangepast, en dan moet je weer aan de slag.” 

Besparing is dan ook niet de reden waarom technologie moet worden ingezet, benadrukt de lector. “Je moet het alleen doen als je denkt dat je studenten op die manier effectiever dingen kunt laten leren, en daarvoor zijn er tal van mogelijkheden.”

Docent blijft expert

In toekomstvisies en onderwijsvernieuwingen wordt vaak vermeld dat de rol van de docent verschuift van kennisoverdrager naar coach of begeleider. Van der Stappen gaat daarin niet zomaar mee. “Kennis is cruciaal. Ik zou bijvoorbeeld geen begeleider kunnen zijn bij een verpleegkundeopleiding; ik kan wel pedagogisch onderlegd zijn, maar ik ken die vakinhoudeljike materie niet en de ins en outs van professioneel verpleegkundig handelen. Basiskennis blijft dus onmisbaar, hoewel het natuurlijk de vraag is wat dan wel of niet tot die basiskennis behoort.” 

Een docent zal altijd meerdere rollen moeten vervullen; wie ontwerpt anders het onderwijs? En wie bepaalt welke opdrachten vanuit het werkveld geschikt zijn voor de opleiding? “De rol van begeleider is ook een docentrol, maar dat zegt niet dat een docent geen expert meer hoeft te zijn”, zegt Van der Stappen.

Goed ingezette technologie kan voordeel opleveren

Als onderzoeker van toekomstbestendig onderwijs ziet ze dat technologie niet de enige factor van belang is voor die toekomstbestendigheid. Daarnaast kan technologie moeilijk worden geïsoleerd van andere omgevingselementen zoals een veranderend werkveld of een veranderende sociale context. 

“Ik denk wel dat het instellingen een voordeel geeft als ze technologie meerwaarde kunnen laten hebben. Dat vergt echter wel goede gesprekken vooraf, want er kan veel geld en energie aan opgaan zonder dat het iets oplevert. Anderzijds kun je ook veel tijd en geld besteden aan een niet-technologische ontwikkeling zoals programmatisch toetsen, maar als je niet de technologie hebt om de datapunten die daarin cruciaal zijn gebruiksvriendelijk en overzichtelijk vast te leggen, kun je dat niet optimaal benutten.” 

‘Best of Both Worlds’

Het is niet eenvoudig om technologie zodanig in te zetten dat het helpt bij het bereiken van onderwijsdoelen, weet Van der Stappen als geen ander. Daarom ontwikkelde ze met haar lectoraat het spel ‘Best of Both Worlds’.  Dat helpt onderwijsteams bij misschien wel het meest wezenlijke onderdeel van de inzet van technologie: het gesprek vooraf. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

In het spel wordt een specifieke casus behandeld waarbij alle deelnemers een rol krijgen toebedeeld. Zo is er bijvoorbeeld een ‘tech-ambassadeur’, een ‘mens-ambassadeur’ en iemand die de student vertegenwoordigt – bij voorkeur iemand die echt student is. Het doel is om alle perspectieven op tafel te krijgen en gezamenlijk te identificeren wat nu de precieze wens is die een technologie moet vervullen. 

“Doordat je zo’n gesprek in een veilige omgeving op scherp kunt zetten, ontdek je makkelijker doemscenario’s en mooie kansen, leer je wat je nodig hebt en krijg je ook zicht op randvoorwaarden die nodig zijn om technologie daadwerkelijk meerwaarde te laten hebben.”

Gesprek over technologie hangt te veel af van toeval

Of en hoe dat gesprek normaliter wordt gevoerd, hangt nu te veel van toeval af, zegt Van der Stappen. Evenzeer is het vaak de vraag of alle perspectieven aan tafel zitten, er voldoende kennis is en er goed zicht is op de gezamenlijke onderwijsvisie. 

“Stel je een onderwijsvorm voor waarin studenten zelf hun leeruitkomsten vaststellen. Dan moeten ze veel uitzoeken, en een AI-chatbot zou daarbij goed kunnen helpen. Je wilt echter wel dat een docent heeft bepaald wat die chatbot precies doet, en bovendien wil je dat er monitoring is of de chatbot goed functioneert. De chatbot kan de docent immers niet vervangen. Tegelijkertijd kan de chatbot misschien wel signaleren wanneer de docent ergens een kijkje moet nemen, zonder dat docenten voortdurend met studenten mee kunnen kijken.”

Tussen al die opties en mogelijkheden zullen keuzes moeten worden gemaakt. “Wij moeten als mens in de lead zijn bij de inzet van technologie, niet alleen in de loop. Om dat te kunnen zijn, moeten we echter wel zeggenschap opeisen, goed leren doorzien wat technologie wel of niet kan en wanneer de inzet ervan wel of niet goed is.”

Terechte zorgen over invloed technologie op studenten

Van een lector Digitale Didactiek zal vaak worden gedacht dat ze technologie in het onderwijs toejuicht. Ze is echter geen tech-optimist, verzekert Van der Stappen. “Hoe meer je jezelf erin verdiept, hoe beter je leert dat technologie nooit one-size-fits-all is en nooit een oplossing voor alles biedt. Bij het introduceren van technologie wordt ook makkelijk vergeten wat het eigenlijke doel was – zo druk zijn met goede VR-brillen zoeken dat je vergeet waarom je eigenlijk VR wilde gebruiken.”

Ze houdt dan ook niet van zwart-wit denken over deze thematiek. “Er zijn mensen met hart voor het onderwijs die heel terechte zorgen hebben over de invloed van AI op de ontwikkeling van studenten. Als we studenten bijvoorbeeld alles met AI laten schrijven, kunnen ze straks misschien geen fatsoenlijke presentaties meer geven omdat ze niet hebben geleerd hun argumenten in woorden om te zetten. Ik vind het jammer als mensen met dergelijke zorgen als angsthaas worden weggezet. De waarheid is dat we veel gewoon nog niet zo goed weten. Nu AI voor iedereen beschikbaar wordt, is het een experiment voor ons allemaal.”

Het is overigens heel normaal om in het onderwijs te beginnen met de voet op de rem en die langzaam los te laten, voegt Van der Stappen toe. “Je kunt prima in het eerste jaar beginnen met het verbieden van AI-tekstschrijvers om studenten eerst zelf te laten leren schrijven. Dat kun je niet vier jaar volhouden, maar je kunt wel bedenken vanaf welk punt je meer ruimte geeft. Eerstejaars studenten spreken hun mentoren in het begin ook elke paar weken, terwijl dat aan het eind van hun studie misschien nog twee keer per jaar is.” 

Een benadering andersom – beginnen met AI om het zo te leren en het daarna steeds vaker zelf doen – is evengoed verdedigbaar, aldus de lector. “Mijn punt is vooral: denk over het gebruik van AI doorheen de opleiding vanuit het perspectief van de ontwikkeling van studenten. Wat moeten ze straks ook zónder AI kunnen?”

We gebruiken ‘domme’ technologie al niet optimaal

De lector voegt nog toe dat veel ‘domme’ technologie zoals leermanagementsystemen al niet optimaal wordt gebruikt – laat staan dat ‘slimme’ technologie dan zomaar weloverwogen zou worden ingezet. “Daar besteden we heel veel tijd en geld aan, maar we bedenken vaak vooraf niet wat we precies willen en wat daarvoor nodig is. Als daarover eerst goed wordt gesproken vanuit allerlei perspectieven in plaats van iets zomaar te proberen, wordt de kans op slagen veel groter.”

Het hoger onderwijs moet een sterkere stem opeisen in de ontwikkeling en toepassing van onderwijstechnologie, benadrukt Van der Stappen – of die nu intern of door EdTech-bedrijven wordt ontwikkeld. “Dan moeten we echter wel helder hebben wat het doel is en hoe we dat kunnen bereiken. Anders kunnen we nooit goed het gesprek aangaan.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK