‘Onderwijsvernieuwing dient vaak alleen de ideale student’

Opinie | door Henk Verhoeven
21 december 2023 | Experimentele onderwijsmethoden zoals ‘zelfontdekkend leren’ dienen in de regel alleen de ideale student. Wie minder intellectuele en culturele bagage meeneemt, ondervindt juist hinder van zulke methodes. Dat schrijft Fontys-docent Henk Verhoeven. Hij bespreekt een boek van Maarten Huygen, voormalig redacteur onderwijs bij NRC, en koppelt dat aan zijn eigen inzichten en opvattingen.
Beeld: Andrea Piacquadio

‘Nog wat geleerd vandaag? Hoe kennis terugkeert in het onderwijs’. Dit is de titel van het nieuwste boek van Maarten Huygen (Boom, 2023), voormalig redacteur onderwijs bij NRC. In eerder werk liet hij zich reeds kennen als een nuchtere, heldere, soms dwarse denker die zich niet laat inpakken door modieuze fratsen maar op basis van feiten en logica tot een standpunt komt dat niet altijd bij iedereen in goede aarde valt.

Ik las zijn boek in de week dat de dramatische PISA-resultaten over het Nederlandse onderwijs bekend werden. Goed dus dat Huygen zijn tanden zet in modieuze, wetenschappelijk niet of slecht onderbouwde onderwijsvernieuwingen die we onder vele namen tegenkomen: denk aan het Nieuwe Leren, Gepersonaliseerd Leren, Talentgericht leren, Ervaringsleren, Praktijkgestuurd Leren of Zelfontdekkend Leren. Huygen legt haarscherp bloot waar dit botst met wetenschap, gezond verstand en de harde praktijk. Of je nu voor of tegen een bepaalde onderwijsvernieuwing bent, dit boek is voor iedereen nuttig.

Studenten willen goed onderwijs

In de moderne opvatting moet onderwijs vooral leuk zijn. “Als ze maar gelukkig zijn”, hoor je ouders weleens verzuchten. Onderwijsvernieuwers springen daar gretig op in. Discipline, lastige stof eigen maken, blokken op huiswerk, oefenen en stampen tot iets routine wordt? Het wordt nog net geen kindermishandeling genoemd. Huygen noemt dit ‘geluk-nu’ boven ‘geluk-later’. Ouders en docenten beseffen helaas niet wat ze jongeren daarmee aandoen, schrijft hij. 

Word abonnee!

Alleen met uw bijdrage kan ScienceGuide bestaan. Word abonnee voor slechts €85 per jaar (incl. 9% BTW), ontvang 50 keer per jaar de nieuwsbrief en draag bij aan een onafhankelijk platform voor het hoger onderwijs.

Het echec van de Amerikaanse Self-Esteem beweging is hiervan een pijnlijk voorbeeld. Daar werd uitgegaan van het idee dat je eerst zelfvertrouwen moet hebben voordat je gaat leren. Er is echter veel meer bewijs is dat juist leren – dus competent worden – het zelfvertrouwen versterkt. Het vak en het beroep waarvoor we als hoger-onderwijsinstelling opleiden, moet mijns inziens weer voorop komen staan. 

Leer je studenten een vak, competenties en vaardigheden waarmee ze werkelijk iets voor anderen en de maatschappij kunnen betekenen, dan leer je hen ook iets voor zichzelf betekenen. Studenten willen geen leuk onderwijs, ze willen goed onderwijs. Laten we als docenten dan ook stoppen met het geforceerd opleuken van lessen. 

Prestatiemaatschappij of standenmaatschappij

Huygen laat zien dat onderwijsvernieuwingen vaak beginnen bij idealisten uit de hogere maatschappelijke klassen. Waar bepaalde idealen bij hun kinderen doorgaans goed uitpakken, is dat heel anders bij kinderen uit gezinnen met minder intellectuele en culturele bagage en ouders die niet kunnen helpen met schoolwerk of niet kunnen betalen voor dure bijlessen. Zelfontdekkende leermethoden, zo laat onderzoek steeds weer zien, zetten juist deze jongeren nog verder op afstand. Daardoor neemt de kansenongelijkheid in onze samenleving eerder toe dan af.

Vernieuwers uit de maatschappelijke bovenlaag projecteren te makkelijk hun eigen situatie op die van de rest van de maatschappij en doorzien onvoldoende dat hun idealen daar heel anders uitpakken dan bedoeld. Het ‘nieuwe leren’, bijvoorbeeld, pint kinderen vast op het niveau waarop ze het onderwijs binnenkwamen. 

Er wordt weleens afgegeven op de prestatiemaatschappij waarin studenten via directe instructie kennis vergaren, systematisch vaardigheden oefenen, presteren belangrijk is, excellentie erkend en beloond wordt en de lat hoog ligt. Cynisch concludeert Huygen dat het enige alternatief voor een prestatiemaatschappij een standenmaatschappij is, waarin mensen bevroren zijn in de klasse waarin ze werden geboren. Zelfontdekkend leren en inclusiviteit sluiten elkaar volgens die redenering uit; een dilemma waarvan beleidsmakers in het onderwijsveld zich best wat meer rekenschap mogen geven.  

Incomplete jubelverhalen over onderwijsvernieuwing

Onderwijsvernieuwingen zijn geen recent fenomeen. Huygen laat in zijn boek een lange stoet zelf-ontdekkende, kind- en studentgerichte benaderingen, verschillende vormen van talentgericht onderwijs en andere modieuze onderwijsvernieuwingen de revue passeren. Steeds weer valt op hoe weinig die van eerdere mislukkingen leren en zich halsstarrig afwenden van hetgeen de wetenschap over leren te melden heeft. Kennelijk is het gat tussen wetenschap en praktijk erg groot. 

Nederland is overigens niet het enige land waar deze problemen spelen. Huygen bespreekt tal van internationale voorbeelden die uiteindelijk allemaal minder rooskleurig uitpakten dan de aanvankelijke proponenten voorspiegelden. Zo richtte filosoof John Dewey in 1897 in Chicago de Laboratoriumschool op. Leerlingen bleken hier enthousiast over en leerden aantoonbaar veel. In de jubelverhalen wordt echter nooit vermeld dat deze particuliere school voor rijke ouders maar 140 leerlingen telde op een staf van 23 speciaal geselecteerde leraren, ondersteund door tien onderwijsassistenten. Dan heb je het zo ongeveer over individuele begeleiding. 

De resultaten van Deweys filosofie waren heel anders op openbare scholen met overvolle klassen, leerlingen uit arbeidersgezinnen of migrantenmilieus met slecht betaalde, ongemotiveerde leraren voor de klas. In dezelfde tijd floreerden katholieke scholen in de VS – scholen die zich niet lieten verleiden door modieuze trends en gewoon gedegen onderwijs bleven geven. Zij haalden de beste resultaten en hielpen zo katholieke minderheden – met name Italiaanse en Ierse immigranten – versneld de maatschappelijke ladder op. Iets vergelijkbaars gebeurde in Nederland, waar het katholieke onderwijs eveneens diens als de emancipatiemachine pur sang. 

Finland niet het goede voorbeeld

Tegenwoordig wordt Finland vaak aangehaald als lichtend voorbeeld van goed onderwijs. Volgens Huygen is dit onterecht. De laatste jaren zijn ook in Finland onderwijsvernieuwingen doorgevoerd van twijfelachtige statuur. Gevolg? De toppositie die dit land had, raakt langzaam verloren. 

Het Finse onderwijs werd groot toen leerkrachten de frontsoldaten vormden in een belangrijk emancipatiestrijd waarin de Finse taal en onderwijs daarin een centraal thema vormde. Leerkrachten stonden in hoog aanzien, werden goed betaald en oogstten brede erkenning voor hun belangrijke maatschappelijke rol. Tegenwoordig zijn landen als China, Singapore en Zuid-Korea de landen die de ranglijsten aanvoeren. Opmerkenswaardig genoeg wordt de ongefundeerde vernieuwingsdrang daar wel buiten de deur gehouden.

Goede vakdocent doet het al goed

Zelfontdekkend leren is duidelijk niet de heilige graal waarvoor het wordt gehouden. Wie daaraan nog twijfelt leze het boek van Maarten Huygen en zijn pleidooi voor kennisintensief onderwijs. Studenten weten immers niet wat ze niet weten. Daarenboven zijn onze hersenen geen dozen. Voor een doos geldt: hoe meer er al in zit, hoe minder er nog bij kan. Bij onze hersenen is het precies omgekeerd: hoe meer er al in zit, hoe meer er nog bij kan. 

Mensen nemen informatie niet op als losse stukjes, maar integreren het in bestaande cognitieve schema’s. Hoe meer die ontwikkeld zijn, hoe makkelijker we nieuwe informatie in een zinvol patroon kunnen inpassen. Vandaar dat de opmerking dat alle informatie toch via twee muisklikken te vinden is, zo compleet de plank misslaat. Vandaar ook dat studenten die van huis uit al een flinke voorsprong meegekregen hebben, beter gedijen in zelf-ontdekkend en gepersonaliseerd onderwijs dan studenten met een karigere bagage. 

Het fenomeen dat onderwijsvernieuwers graag uitgaan van de ideale student begon al met Rousseau en zijn Emile. Natuurlijk zijn er succesverhalen over onderwijsvernieuwing, en die zijn zeker niet verzonnen. Beleidsmakers moeten zich meer afvragen of alle studenten even veel profijt zullen hebben van modieuze onderwijsexperimenten. De wetenschap en eerdere ervaringen geven een duidelijk antwoord: Nee. 

Wat werkt wel? Simpel: directe instructie, kennisoverdracht, vaak herhalen, toetsen wat overgekomen is, oefenen in vaardigheden en basisroutines drillen. Daarna langzaam overstappen naar integratie van verkregen kennis en vaardigheden, om die tot slot in levensechte situaties toe te passen. In het hbo hebben we het dan over het stage- en het afstudeerjaar. Vraagt dit enorme organisatieveranderingsprocessen om docenten hierin mee te krijgen? Nee. Iedere goede vakdocent doet dit al. 


Henk Verhoeven is docent Toegepaste Psychologie. Hij houdt een vlog bij op YouTube waarin hij verschillende ontwikkelingen bekijkt vanuit een evolutionair psychologisch perspectief. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK