‘Universiteiten moeten tempo maken met overzicht internationale partnerschappen’ 

Nieuws | de redactie
28 februari 2024 | Een wetsvoorstel voor de screening van individuele wetenschappers zal voor het zomerreces in consultatie gaan, zegt minister Dijkgraaf. Daarbij zal veel aandacht zijn voor het voorkomen van discriminatie en stigmatisering. Een sectorbeeld over de kennisveiligheid bij hogescholen wordt op korte termijn naar de Kamer gestuurd. Dat ligt nu bij de VH.
Beeld: Shutterstock

Universiteiten moeten tempo maken met het opstellen van een overzicht van internationale partnerschappen. Dat schrijft demissionair minister Dijkgraaf in een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer. Universiteiten hebben reeds belangrijke stappen gezet voor de implementatie van de Nationale Leidraad Kennisveiligheid, maar bepaalde zaken moeten en kunnen volgens de minister beter. 

“Eén daarvan is de ontwikkeling van centrale en actuele overzichten van internationale partnerschappen. Deze zijn van belang voor effectief risicomanagement. Ze helpen bestuurders bij het inschatten van risicovolle samenwerkingen en bij bewustwording over de eventuele afhankelijkheden van de kennisinstelling. Daar zijn de sector en ik het over eens”, schrijft hij. 

Dit voorjaar moet UNL de minister informeren over de manier waarop universiteiten zulke overzichten zullen opstellen. Daarbij moet ook een tijdpad worden gegeven. Dijkgraaf wil echter niet overhaast overzichten opvragen om die aan de Kamer te kunnen sturen; zulke overzichten zijn er in eerste instantie zodat universiteitsbestuurders zelf hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, stelt hij. Daarnaast maakt de decentrale organisatie van universiteiten, waar faculteiten vaak zelf bepalen hoe ze een internationaal partnerschap registreren, het lastig om stante pede een algemeen overzicht te geven, beseft de minister. 

Er komt wel een heldere definitie van ‘internationaal partnerschap’ in een aangepaste versie van de Nationale Leidraad Kennisveiligheid, zegt de minister toe.  

Zorgen over discriminatie en stigmatisering bij screening

Ook met betrekking tot personeelsbeleid wordt die leidraad opgefrist. Universiteiten hebben OCW gevraagd “welke factoren gerelateerd aan kennisveiligheid zij wel en niet mogen meewegen bij selectie van personeel.” In de aangepaste leidraad wordt dat nog dit jaar vastgelegd, schrijft Dijkgraaf in antwoord op zorgen van GroenLinks-PvdA over stigmatisering en discriminatie bij de screening van individuele wetenschappers uit bepaalde landen.  

Word abonnee!

Alleen met uw bijdrage kan ScienceGuide bestaan. Word abonnee voor slechts €85 per jaar (incl. 9% BTW), ontvang 50 keer per jaar de nieuwsbrief en draag bij aan een onafhankelijk platform voor het hoger onderwijs.

Dat dit een reëel gevaar is, wordt binnen universiteiten zeer goed beseft, aldus de demissionair minister. Ook bestaat de kans dat vakgroepen wetenschappers uit bepaalde landen liever niet aannemen omdat voor andere kandidaten geen screeningsplicht geldt. “In de vormgeving van het screeningsproces zal daarom veel aandacht zijn voor een zo kort mogelijke doorlooptijd van screening en het beperken van regeldruk.” In de uitwerking van het wetsvoorstel zal ook specifieke aandacht zijn voor ‘discriminatoire uitsluitingsmechanismen in het screeningsproces’.  

De minister heeft het College voor de Rechten van de Mens om advies gevraagd. Dat zal in maart 2024 komen.  

Opleiding voor toekomstige screeners 

Het wetsvoorstel ‘screening kennisveiligheid’ moet voor het zomerreces in openbare consultatie gaan, is het streven van Dijkgraaf. Binnenkort krijgt de Kamer meer informatie over het tijdpad voor behandeling van dit wetsvoorstel. De VVD, die op dit onderwerp urgentie mist bij de minister, is een van de partijen die het wetsvoorstel zo snel mogelijk ziet verschijnen. Dijkgraaf wil echter naast voortvarend ook zorgvuldig zijn.  

Momenteel voert Justis, de screeningsautoriteit van het ministerie van Justitie die de screening van individuele wetenschappers moet vormgeven, een vooronderzoek uit om te bepalen onder welke voorwaarden dit mogelijk is. Voor de zomer moet daarover duidelijkheid zijn.  

Discriminatie en uitsluiting bij screening krijgen ook een plek in de ontwikkeling van een opleiding voor toekomstige screeners, schrijft de minister. “Daarbij betrekken we de lessen die we in de afgelopen jaren hebben geleerd bij het uitvoeren van de sanctieverordeningen tegen Noord-Korea en Iran.” Zo bleek uit de podcast-serie ‘Vriend of Vijand’ van Saar Slegers dat bepaalde vakgroepen voor de zekerheid geen Iraanse onderzoekers aannemen – niet vanwege zorgen over kennisveiligheid, maar vanwege zorgen over het beleid ten aanzien van Iraanse onderzoekers. 

Loket Kennisveiligheid is effectief 

Het Loket Kennisveiligheid, een andere maatregel die Dijkgraaf tijdens zijn ministerschap heeft geïntroduceerd, werpt volgens hem al vruchten af. “Het loket bestaat nu twee jaar en heeft meer dan 350 adviezen verstrekt. Steeds meer kennisinstellingen weten het loket te vinden voor advies en voorlichting”, schrijft hij. In een meldplicht ziet Dijkgraaf echter geen heil, antwoordt hij op vragen van NSC. “De kennisinstellingen zijn in eerste instantie zelf aan zet zijn bij het afwegen van kansen en risico’s bij internationale samenwerking. Een meldplicht past daar niet bij en suggereert een verantwoordelijkheid die mijns inziens niet bij de rijksoverheid hoort te liggen.” 

De NSC-fractie wil ook weten hoe talrijk de risico’s omtrent kennisveiligheid zijn en in hoeveel onderzoeksgroepen dit speelt. Dijkgraaf werkt momenteel aan het nauwkeurig en gericht afbakenen van sensitieve technologieën die bescherming behoeven, laat hij weten. “Naar verwachting heb ik voor het zomerreces van 2024 meer zicht op de technologieën die met het wetsvoorstel als sensitief zullen worden aangemerkt.” Daarna kan worden geïnventariseerd waar met die technologieën wordt gewerkt. 

Streven naar gezamenlijke Europese aanpak 

Laat de minister het wetsvoorstel afhangen van Europese afstemming op dit punt, vraagt de VVD-fractie. Nee, antwoordt Dijkgraaf, maar hij streeft er wel naar zoveel mogelijk een waterbedeffect te voorkomen. “Daarom zet Nederland zich met gelijkgezinde lidstaten zoals Duitsland en Frankrijk in voor een gelijk speelveld binnen en buiten de EU.” Hij blijft daarom, naast het mogelijk maken van screening op nationaal niveau, streven naar een gezamenlijke EU-inzet en toekomstige harmonisatie tussen lidstaten. 

Een gezamenlijke Europese aanpak heeft onlangs meer vorm gekregen door een voorstel voor Raadsaanbevelingen over kennisveiligheid vanuit de Europese Commissie. “Hierin worden voor het eerst specifiek op kennisveiligheid concrete voorstellen gedaan voor een gezamenlijke EU-aanpak vanuit de Europese Commissie, de nationale overheden, financieringsorganisaties en kennisinstellingen”, schrijft Dijkgraaf. 

Sectorbeeld kennisveiligheid hogescholen op komst 

Na het ‘sectorbeeld kennisveiligheid universiteiten’ zijn nog twee sectorbeelden op komst: één voor hogescholen en één voor de KNAW en NWO. Het sectorbeeld voor hogescholen heeft Dijkgraaf al in bezit, schrijft hij. Voordat dit naar de Kamer wordt gestuurd, wil hij de Vereniging Hogescholen gelegenheid geven schriftelijk te reageren.

“Dit sectorbeeld en de reactie van de VH stuur ik met mijn jaarlijkse brief over de voortgang van de aanpak van kennisveiligheid mee. Deze zal ik op korte termijn met uw Kamer delen. Het sectorbeeld van de KNAW en NWO verwacht ik uw Kamer rond de zomer van dit jaar te sturen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK