Onwennige productiviteit

Nieuws | de redactie
10 mei 2010 | Over productiviteit moet je niet alleen maar met onderwijseconomen praten, vindt Freddy Weima van SBO. Het draait volgens hem immers om de kwaliteit van de docent. “Het is lastig om daarover te discussiëren, want wat is een goede docent?"


Aanleiding voor het debat was het onderzoek ‘Onderwijs enproductiviteit’ dat TIER uitvoerde in opdracht van het SBO om meerinzicht te krijgen in wat productiviteit in het onderwijs is en hoedit gemeten kan worden. SBO ging het debat overarbeidsproductiviteit aan zonder de ‘usual suspects’ erbij tebetrekken. 

“Debatten over arbeidsproductiviteit hadden altijd een economischeinvalshoek”, meent Freddy Weima. “Maar onderwijs gaat niet alleenom economie en financieel gewin, het gaat om de maatschappij inhaar geheel en de sociale cohesie daarbinnen. Daarom wilden we eenkeer een debat over productiviteit dat niet louter door economenwerd gevoerd, maar juist door docenten en onderwijskundigen.”

Dat zorgde er wel voor dat het debat nog wat onwennig verliep. Demeningen over wat deze productiviteit precies inhoudt en welkefactoren eraan bijdragen, waren zo verschillend dat eeninhoudelijke discussie eerst nog moeizaam van de grond kwam, alwerd deze door de veelheid aan visies niet minderinteressant.

Geen diplomafabriek

Volgens Freddy Weima draait arbeidsproductiviteitvoornamelijk om de kwaliteit van de docent. “Deze kwaliteit is hetbelangrijkste aspect van productiviteit in het onderwijs, maar ikhoor het nog te weinig terug in het publieke discours en in hetdebat vandaag. Al begrijp ik dat het lastig is om erover tediscussiëren, want wat is nou een goede docent? Dat weten we vaakzelf wel, maar we kunnen het niet met gegevens algemeenvaststellen. Daarom is het ook zo moeilijk vast te stellen wat nuprecies arbeidsproductiviteit behelst.”

De aanwezigen waren het er wel over eens dat niet slechts naardiploma’s gekeken moet worden. Het onderwijs is geendiplomafabriek. Bij het productiviteitsaspect van het onderwijshoren bijvoorbeeld ook socialisatiefactoren benoemd te worden. Ditwekt vervolgens wel een nieuw probleem, want hoe maak je dezemeetbaar? Een docente merkte op de tevredenheid van ouders enkinderen als maatstaf te willen nemen, maar de subjectiviteitdaarvan leek de aanwezigen een te groot struikelpunt.

Dresschers nuance

Het betoog van AOb-voorzitter Walter Dresscher bleek naafloop het voornaamste onderwerp van gesprek. “Een goed,genuanceerd verhaal”, vond ook Freddy Weima. “Dresscher maaktduidelijk dat het goed gaat in het Nederlandse onderwijs, maar hetnatuurlijk ook beter kan en moet. Het kan ook productiever. Hijstelde overtuigend dat de aandacht hierbij uit moet gaan naar dekwaliteit van onze docenten.”

Hoe dat precies moet, wordt ongetwijfeld een volgende keer doorSBO besproken. Weima: “Het debat over de arbeidsproductiviteit inhet onderwijs begint nu pas, dit is nog lang niet afgelopen. Wezullen hier mee bezig blijven.”

De rede van Walter Dresscher leest u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK