Groepsevaluaties geen sinecure in WO

Nieuws | de redactie
23 april 2013 | Het evalueren van docenten in groepsverband is lang nog niet vanzelfsprekend in het wetenschappelijk onderwijs. Dat moet veranderen, stellen wetenschappers van UvA en UU. Een Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) alleen is niet voldoende om de onderwijskwaliteit te verbeteren.

Op de International Teaching Summit in Amsterdam afgelopen maart stond feedback van en door docenten regelmatig centraal. In het wetenschappelijk onderwijs blijkt echter nog geen belangrijke rol hiervoor weggelegd, zo was de conclusie van een symposium dat georganiseerd werd onder de titel ‘Gras groeit niet door eraan te trekken: docentprofessionalisering in het WO’.  Naar aanleiding van een promotie van Mariska Knol, Improving University Lectures with Feedback and Consultation aan de Universiteit van Amsterdam.

Eén van de sprekers was Hanno van Keulen, verbonden aan de Universiteit Utrecht bij het Interfacultair Centrum voor  Lerarenopleiding Onderwijs Ontwikkeling en Nascholing. Hij stond eind jaren negentig aan het begin van de ontwikkeling van de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO). Hij had als eerste afspraken gemaakt met de universiteit in Nijmegen om gezamenlijk de BKO’s te erkennen.

Een olievlek

Via Nijmegen is het BKO vervolgens als een olievlek over Nederland verspreid. Het uiteindelijke resultaat was dat de VSNU in 2008 met alle rectoren een handtekening heeft gezet onder wederzijdse erkenning van het BKO. Volgens van Keulen is het een unicum dat alle universiteiten gezamenlijk een handtekening onder een document zetten.

Toch waarschuwt van Keulen wel voor BKO-inflatie. “We moeten alert blijven op de kwaliteit van het BKO. Nu deze een belangrijk onderdeel uitmaakt van de prestatieafspraken, waarin het aantal BKO’s een kwaliteitskenmerk is, dan dreigt kwantiteit verkozen te worden boven kwaliteit en dat kennen we in het onderwijs. Dan gaan we diploma’s geven en dan zijn er snel veel ‘gekwalificeerde’ docenten.”

Evalueren geen sinecure

Volgens van Keulen is intervisie heel normaal in de wetenschap, waarom dan niet in het onderwijs, vraagt hij zichzelf af. “In de wetenschap is het heel normaal om feedback op elkaar te geven, als men een artikel recenseert dan zegt men ook niet dat is een waardeloos artikel, maar probeert men dat te onderbouwen met argumenten waarom het niet goed is en wat er beter kan, dat is veel minder bedreigend. Dat moet dus ook kunnen met onderlinge docentevaluaties. We moeten gebruik maken van die cultuur.” Zo zegt van Keulen.

Debby Jaarsma professor Evidence Based Education bij het AMC-UvA heeft onderzoek gedaan naar het effect van de docentevaluaties op onderwijskwaliteit. Toch maakt Jaarsma zich zorgen en zegt dat intervisie bepaalt geen sinecure is. “Ik vind het heel kwalijk dat we in de medische faculteit niet in staat zijn om elkaar aan te spreken op het professionele handelen, want dat heeft direct gevolgen voor de kwaliteit van de gezondheidszorg.”

In haar onderzoek verdeelde Jaarsma twee groepen. Een groep docenten met alleen een feedbackrapport en een groep met een feedbackrapport die gebruik moest maken van teamintervisie. Uit haar onderzoek bleek dat de docenten die ook aan teamintervisie deden een grondigere zelfevaluatie hadden en gezamenlijk ook met oplossingen kwamen voor problemen.

Ook werd duidelijk dat docenten het eigenlijk prettig vonden om elkaar in teamverband feedback te geven. Jaarsma merkte nog wel op dat  “het wel noodzakelijk is dat docenten de tijd vrij maken om in teamverband over elkaars onderwijs te praten. We moeten het daarom echt inbedden in faculteitsbeleid. Het moet normaal worden dat je met onderbouwing geëvalueerd wordt als docent, maar dat moet je wel organiseren.”

Aanbevelingen aan de Rector

Mariska Knol heeft voor haar promotie, onderzoek gedaan onder 75 docenten op de UvA. Uit de resultaten bleek dat de onderwijskwaliteit van docenten substantieel toeneemt wanneer er in teams intervisie plaats vindt.  Knol pleit er dan ook voor dat docenten in teamverband elkaar evalueren.  Maar uit haar onderzoek blijkt dat evalueren alleen niet genoeg is.

“De onderwijskwaliteit stijgt alleen bij docenten die ook tijdens hun verdere loopbaan gecoacht worden.” Aan ScienceGuide liet Knol weten dat ze naar aanleiding van haar onderzoek drie aanbevelingen zal formuleren waar de Universiteit mee aan de slag kan. Deze zal zij overhandigen aan de UvA-Rector en voorzitter van de promotiecommissie Dymph van den Boom. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK