Rutte-II is niet Rutte-I

Nieuws | de redactie
19 juni 2013 | “Elke dag moet Dag van de Excellentie zijn!” Jet Bussemaker is openhartig over moderner leraarschap, de kans en de opbrengst van het leenstelsel, Halbe Zijlstra en de bezuinigingen en huiswerk van Van Rompuy voor Henk Kamp. “Selectie aan de poort vind ik geen bruikbare term.”

“Ik vind die Dag van de Excellentie aan het eind van het collegejaarjaar echt een fantastisch idee. Wij vieren in Nederland dat soort dingen ook veel te weinig. Ik weet nog heel goed toen ik op Harvard was, dat aan het eind van het jaar de Commencement Day werd gehouden. Dat is een groots gebeuren, duizenden studenten en alumni op de Harvard Yard. Toen ik daar was, sprak Madeleine Albright de Commencement Address uit.”

Iedere student kan excellent zijn

“Ik moest die ochtend eigenlijk naar de bibliotheek, maar daar ben ik pas veel later in de avond naar binnen gegaan. Die toespraak van Albright was zeer indrukwekkend. Op zo’n dag vier je met elkaar niet alleen wat je aan de universiteit bent geworden, maar vooral ook wat je van elkaar hebt geleerd. Volgend jaar ben ik er zelf bij op de Dag van de Excellentie, dat spreken we nu af, hè?”

De Sirius-projecten blijken binnen HBO en WO nu echt geland te zijn, zo laat de audit zien. Nu zal het er om gaan de lessen daaruit te vertalen naar de rest van het hoger onderwijs.

“We doen op dit punt al veel. We hebben het Sirius-programma, er zit veel op dit punt in het wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid, we hebben projecten als Eerst de Klas. Deze excellentieactiviteiten moeten niet alleen maar gericht zijn op Honoursklassen en heel erg goede studenten, want de uitstraling naar de rest van HBO en WO, naar alle studenten, moet nu steeds meer voorop komen te staan.”

“Iedere student kan excellent zijn. Het kan niet altijd gaan om een tien voor een vak. Er zijn studenten met bijvoorbeeld fysieke  belemmeringen die alles geven voor een zes of een zeven. Wat dat betreft vind ik het begrip ‘zesjescultuur’ ongelukkig, want ook zulke studenten presteren excellent. Studenten willen ook aangesproken worden op motivatie en ambitie om excellent te zijn. Ik was gisteren bij een groep Pabo-studenten van de HvA en de academische Pabo van de UvA die dat ook weer tegen mij zeiden in ons gesprek over de uitkomsten van de ‘Summit’.”

Die studenten hadden u direct na de Summit gevraagd of ze hun indrukken en conclusies nog eens uit konden werken en met u bespreken. Wat was voor u het belangrijkste dat daar gisteren uitkwam?

“Het is zeer inspirerend om met toekomstige docenten het gesprek aan te gaan over de toekomstige lerarenagenda. Je moet zulke dingen niet alleen met bestuurders bespreken. Die studenten zeiden bijvoorbeeld heel eerlijk dat zij wel eens vraagtekens hebben bij de motivatie van hun collega’s voor het leraarschap. Zij vragen zich dan af: waarom ben jij dit gaan studeren?”

Wereldwijd op de agenda

Uit hun document komt onder andere naar voren dat ze de ontwikkeling van een nieuw soort rol bepleiten, het junior-docentschap. Spreekt u dat aan?

“Ja, dat was het eerste punt uit hun verhaal dat ik gisteren met hen heb opgepakt. De begeleiding van jonge docenten was op de Summit al één van de belangrijkste onderwerpen die wereldwijd op de agenda aan het komen is. Mijn Amerikaanse collega Martha Kanter schreef mij na afloop daar nog over. “The Summit was extraordinary. We all benefitted from our countries’ collaboration,” concludeerde zij.”

“Ik vind dit thema voor ons land ook van belang, vanwege de gegevens over de uitval die we niet zo lang geleden op tafel kregen. Tijdens de studie is er natuurlijk al uitval binnen lerarenopleidingen, maar als mensen in de propedeuse ontdekken dat die functie toch niet iets voor hen is, is dat misschien niet eens zo heel erg. Veel ernstiger is het feit dat veel afgestudeerden die wel voor dat vak hebben gekozen en een diploma hebben gehaald in de eerste jaren van hun baan ook nog opstappen. Veel jonge docenten blijken na hun opleiding in een soort gat te vallen.”

“Dat idee van de functie van junior-docent is daarom erg interessant. Je moet tijdens de studie en in de eerste fase na de studie de jonge docent niet alleen begeleiden, maar ook ruimte geven zich verder te ontwikkelen. Dat kan een master zijn, maar er zijn nog veel meer mogelijkheden tot professionalisering. Sommigen willen zelfs promoveren, of doen mee aan onderzoek in kenniskringen van lectoraten. Nascholing begint op dag één van de nieuwe baan en professionalisering kent ook een grotere variëteit dan alleen het volgen van cursussen en nascholing.

Scherp houden al tijdens de studie

“Dat speelt ook bijvoorbeeld bij het meedoen aan peer-review. Dat begint ook niet pas als je als docent een baan krijgt. Die groep Pabo-studenten waar ik mee sprak – en ook andere voorbeelden daarvan – zijn in feite peer-review groepjes die al tijdens hun studie elkaar scherp houden. Peer-review werkt ook disciplinerend, want het is niet alleen maar een gesprek dat je voert met je docenten, maar vooral ook een gesprek met je collega-studenten en later collega’s in het onderwijs.”

“Ik heb tijdens mijn bezoek aan New York gezien hoe dat daar werkt: als je daar niet goed voorbereid deelneemt, dan ben je een loser bij je peers. Je zorgt dat je echt bijdraagt.”

Zowel bij professionalisering als bij peer-review legt u er de nadruk op dat het hoort bij de versterking van de vakbekwaamheid en dat dit minder het karakter van vrijblijvendheid moet krijgen. Gaan we toe naar verplichtingen op dat punt? Daartegen bestaat binnen de sector ook wel enige weerstand.

“Het is soms goed ook eens naar andere beroepen te kijken. Er was gisteren een student bij die wees naar een vriendin die in de verpleegkunde werkte. Daar wordt al tijdens het eerste college  gewezen op de verplichtingen die in dat vakgebied normaal zijn. Ik was eerder op een conferentie waar bijvoorbeeld vanuit de rechterlijke macht de medische wereld en de architectuur werd verteld hoe men daar met professionele registers werkt. Daar is het namelijk de beroepsgroep zelf die zich op dit punt organiseert.”

Verkeerde connotaties

Wij begrepen dat u tegenover de Pabo-studenten had aangegeven dat u wel degelijk stappen wilt zetten naar selectiviteit aan de poort voor de Pabo en andere lerarenopleidingen.

“Dat klopt, en dat staat ook in ons wetsvoorstel en Kwaliteit in Verscheidenheid. Ik vind die term ‘selectie aan de poort’ niet zo bruikbaar. Hij geeft al gauw verkeerde connotaties van selecteren op cijferlijsten, en daar gaat het mij niet om. Ik wil elke student op de juiste plek, ook voor de lerarenopleidingen. Maar voor die opleidingen geldt ook dat we nog meer de studenten daarheen willen trekken die wij graag als docenten zien.”

“We zullen scherper moeten kijken naar hun vooropleidingseisen. Dat verhindert dat studenten van alles moeten inhalen tijdens de opleiding, bijvoorbeeld rond wiskunde en rekenen. Dit geldt niet alleen het primair onderwijs en de Pabo, maar zeker ook de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs. Je kunt nu leraar Duits worden zonder het vak Duits in je pakket. Een student kan goede redenen hebben die studie dan toch te willen, maar ik vind dat je dat dan wel met hen moet bespreken en duidelijk krijgen.”

Als u de juiste student op de juiste plek wilt, krijgt u natuurlijk voor de voeten geworpen dat een leenstelsel er voor zou zorgen dat duizenden studenten afzien van die juiste plek. De toegankelijkheid van WO en vooral HBO staat wel onder druk, zo vrezen velen.

“Ik vind  toegankelijkheid ook heel erg belangrijk, maar de focus wordt nu wel heel zwaar gelegd op de groep MBO’ers die wel of niet door zou willen studeren bij de invoering van een leenstelsel.”

“Het  gaat hier wel om MBO’ers met een goed diploma, die ervoor kunnen kiezen eerst te gaan werken en dan misschien later in deeltijd een hbo-opleiding gaan volgen. Als je kijkt naar de MBO’ers die nu al in het eerste jaar van hun hbo-studie uitvallen, omdat ze blijkbaar niet op de juist plek zijn gekomen, dan zijn dat er een op de vijf.”

Politiek staat één ding vast

Blijkbaar zijn die kritische kanttekeningen wel voldoende gebleken om nu tot een jaar uitstel van het leenstelsel te besluiten. Is de zaak politiek rond dat voorstel dan zo onzeker?

“Ik vind het heel belangrijk dat scholieren helderheid krijgen over wat ze straks te wachten staat. Wij moeten daarop inspelen, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Om duidelijker communicatie en betere matching bij studies te krijgen zijn al verschillende nieuwe maatregelen genomen via Kwaliteit in Verscheidenheid. Dit hangt niet alleen van het leenstelsel af.”

“Een goede communicatie om de student op de juiste plek te krijgen is een lang traject. Dat krijg je niet goed georganiseerd als je in een hoog tempo de aandacht alleen maar geeft aan het wetgevingstraject. Nu willen we eerst die goede communicatie naar scholieren die hen de gewenste helderheid geeft.”

“Politiek staat één ding vast. We willen allemaal extra investeren in het hoger onderwijs. Er moet geld naar kwaliteit, de prestatieafspraken en excellentie. Als men dan het leenstelsel dan niet wil, dan zeg ik: kom dan met een beter voorstel dan dit.”

U zou bijvoorbeeld het contract van de OV-kaart niet kunnen verlengen. Dat levert meteen 700 miljoen per jaar op die u kunt inzetten voor kwaliteit in HBO en WO.

“Het leenstelsel past veel beter bij een filosofie die al langer in het beleid in een bredere zin aan de orde is. Je ziet dat ook bij Sociale Zaken. We geven minder aan inkomensondersteuning en investeren de middelen meer in kwaliteitsondersteuning. Dat aspect zit ook in het leenstelsel. Voor mij is essentieel dat studenten iets terugkrijgen voor de invoering van het leenstelsel.”

“Met het uitstel hebben we ook ruimte om dit goed voor te bereiden. In het najaar zullen we dan zien wat politiek mogelijk is. Het leenstelsel en ook dat punt van de OV-kaart komen dan beide aan de orde. Je zult dan moeten kijken naar een combinatie van beide.”

Halbe en Olli

Er staat dit najaar waarschijnlijk nog wel meer financieels op de agenda. Hoeveel zal OCW en het hoger onderwijs moeten ophoesten voor de zes miljard bezuinigingen die nu worden genoemd?

“Daar kan ik geen antwoord op geven. Het kabinet moet daar nog onderling over spreken, dat weet u best.”

VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra gaf aan dat er stevig ingegrepen moet worden, maar het onderwijs moet worden ontzien. Dat zult u wel fijn vinden van de voorzitter van een coalitiefractie?

“Ik heb dat heel helder genoteerd. Ik heb ook genoteerd wat uit Europa kwam. Olli Rehn zegt dat ook. We vinden wel met z’n allen dat we als land moeten doorzetten met de lijn van het reduceren van de schulden.”

Herman van Rompuy herinnerde in zijn gesprek met ons er wel aan dat niet alleen de drie procent begrotingstekort, maar ook drie procent BBP aan investeringen in kennis de afspraak is. Dat heeft u vast ook ‘heel helder genoteerd’?

“Daar heb ik nota van genomen. Ons land haalt die Europese norm van drie procent inderdaad niet. Als je nog verder naar de cijfers kijkt, blijkt dat dat vooral komt doordat de private investeringen in kennis en onderzoek achterblijven. Dat is een belangrijk thema dat wij bijvoorbeeld bespreken bij de topsectoren. Dit is vooral een onderwerp waarover ik met mijn collega Kamp spreek.”

“Er gebeuren op dat punt wel hele goede dingen. Ik was gisteren in Helmond bij een Centrum voor Innovatief Vakmanschap in het MBO om het advies van de commissie-Van der Touw in ontvangst te nemen. Daarin zie je dat publieke en private investeringen in kennis samengaan. Ab van der Touw adviseert om dat nog verder te versterken. Hij geeft daarvoor een hele reeks goede punten.”

Niet flauw

Lukt het nog om over zulke investeringen in onderwijs een Nationaal Onderwijs Akkoord te schrijven of is dat van de baan? AOb-voorzitter Walter Dresscher is zo bitter gestemd dat hij zegt dat Rutte-II niks anders is dan Rutte-I.

“Dan moet-ie het regeerakkoord nog eens nalezen van Rutte-I. En dat bedoel ik niet flauw. Stonden daar al die investeringen in die wij in onderwijs doen? Kijk naar al die bedragen voor het MBO. Kijk ook naar de professionalisering in PO en VO. Daarvoor is 340 miljoen beschikbaar, maar dan moeten er wel moderniseringen worden doorgevoerd.”

“Er moeten dingen eigentijdser worden en anders gaan bij het leraarschap. Die studenten gisteren die willen heel graag leraar worden, maar kijken heel anders tegen het vak en de loopbaan aan.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK