Prehistorisch leren in nieuw jasje

Nieuws | de redactie
13 maart 2014 | MOOC's mogen dan geen wondermiddel zijn. Aandacht voor open en online onderwijs is er meer dan ooit. Op het SURF Symposium hierover trekt het HBO nu echt zijn lessen voor de toekomst. “We moeten veel meer van elkaar gebruiken en leren van elkaars didactische benadering.”

Frans van Kalmthout is één van de belangrijkste aanjagers van het gebruik van open en online onderwijs in het HBO. Als oud-collegelid van Avans maakt hij zich hard voor meer samenwerking tussen de verschillende hogescholen op dit gebied. “Het begint bij een eigen programma op je hogeschool. Je moet gestructureerd nadenken over wat je met open vormen wilt.”

Wie is eigenaar?

Volgens Van Kalmthout wordt er nog veel te veel gedacht vanuit het eigenaarschap van de docent. “Wie is er eigenlijk eigenaar van de content waarover je les geeft en waarmee je opleidt? Uiteindelijk ben je als docent vooral eigenaar van de didactische bewerking van die content.” Juist daarom is het zo van belang dat docenten hun onderwijsmaterialen met elkaar delen om zo het onderwijs over de hele linie te verbeteren. Als voorbeeld noemt hij de zes hogescholen in Nederland die nu op het gebied van de verpleegkunde de koppen bij elkaar steken hierover.

De hype rond MOOC’s mag een welkom steuntje in de rug zijn, voor Van Kalmthout moet het HBO het toch over een andere boeg gooien. “MOOC’s zijn eerder docentgericht dan studentgericht.” Juist het inpassen van open leermaterialen in bestaande curricula kan docenten en studenten in het HBO vooruit helpen denkt hij. “We moeten ons afvragen of onze manier van onderwijzen nog houdbaar is. Werkt dat nog , als je vanaf je 23e nog ruim veertig jaar moet studeren om bij te blijven met de huidige ontwikkelingen?”

Niet sleuren, maar begeleiden

Bij Fontys is Pierre Gorissen verantwoordelijk voor de initiatieven die plaatsvinden om online en campusonderwijs met elkaar te verbinden. “Wat wij proberen is het de aanwezige kennis ontsluiten en het bij elkaar brengen van interne en externe partijen. Bovendien proberen wij flankerend onderzoek te helpen opstarten en ondersteunen.”

Net als Van Kalmthout ziet ook Gorissen dat de MOOC’s medewerkers in zijn hogeschool hebben getriggerd. “Bij de dansopleiding zeiden ze dat ze een MOOC wilden, maar toen we gericht gingen kijken, bleek dat ze vooral samen met internationale opleidingen lesmateriaal wilden delen en ontwikkelen. Het gaat er dus om dat je niet gaat zitten sleuren, maar rustig begeleiding geeft op dit vlak.”

“Had ik de mensen gevraagd wat ze willen dan hadden ze gezegd ‘snellere paarden’.” Henry Ford leverde daarmee een fraaie definitie van wat een ‘disruptieve innovatie’ inhoudt. Lou Smeding van De Haagse Hogeschool werkt met collega’s van dertien hogescholen aan iets nieuws. Een sneller paard of een ‘Model T’ voor open education?

Blended als tussenstop?

De groep hogescholen biedt allemaal de opleiding International Business & Management studies aan. Samen met partners in China ontwikkelen zij een online minor in duurzaamheidsvragen, ‘circular economy’. Die zou wereldwijd ‘in the cloud’ moeten kunnen , vooral wat betreft het theoretische deel. De praktijkaspecten kan elke opleiding ter plekke met bedrijven zwaluwstaarten en nader invullen.

Smeding erkent dat deze ontwikkeling nog ‘blended’ is tussen online en offline HBO en dus relatief hybride als ‘MOOC’-vorm. Dat is als tussenstop toch de moeite waard, want samen leren beginnen, aanpakken en invullen leek de betrokken hogescholen nu wezenlijk. “De IBMS-student komt voor de helft van buiten Nederland en betaalt zo’n €8000,- collegegeld. Je moet dan dus wel leveren, als je kwaliteit en open, online aanbod ambieert.”

Disruptief van aard is dit soort ontwikkelingen volgens Smeding allereerst vanwege de drastische verandering van het kostenaspect van dit HO-aanbod. “De docent/student ratio gaat van 1 op 30 naar 1 op 30.000. In elk geval levert dit voor de voorhoede van aanbieders dus ingrijpende veranderingen op, ook in de kosten. Of dit voor alle andere aanbieders op termijn ook zo zal zijn, dat weten we simpelweg nog niet.”

Kiezen voor samengaan

De aanpak van de IMBS-opleidingen vormt een interessante repliek op ‘het MOOC-dilemma’, dat ACA-voorzitter Sijbolt Noorda tijdens de SURF-discussie formuleerde: “We doen het om te profileren en te concurreren, maar het werkt pas als je het samen weet te ontwikkelen.” De hogescholen kiezen hier bewust voor coöperatieve disruptie. Open onderwijs zien zij bij voorkeur als middel om in samenspraak het onderwijs voor allen te verbeteren.

Erik Duval, docent op de KU Leuven en keynote speaker bij het SURF Symposium, ging daar nader en kritisch op in. “Wat mij betreft is het hele wereldwijde web een Open Educational Resource. Door een speciale wereld te creëren voor ‘open onderwijs’, wordt impliciet gezegd dat de rest gesloten mag blijven.” MOOC’s vindt Duval dan ook even belachelijk als belangrijk.

“Het is eigenlijk een prehistorische vorm van onderwijs in een nieuw jasje. Maar het hele debat over MOOCs heeft er wel voor gezorgd dat er nu opeens mensen tegen mij zeggen ‘we moeten daar iets mee doen hè?’ Toch denk ik dat open learning met iets heel anders te maken heeft dan met wat MOOC’s doen.”

Dat hogescholen in een open omgeving leren van elkaars didactische vormen en gebruik maken van de aanwezige leermaterialen op het web om het onderwijs te verbeteren is misschien wel wat Duval, in België een groot voorvechter van Open Learning, voor ogen heeft. “Door alles open op het web te doen, geef je studenten ook veel meer verantwoordelijkheid voor hun handelen. Dat is de open spirit van learning. Dat zijn wat we noemen 21st century skills.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK