‘Elke generatie voert haar eigen strijd’

Seksueel overschrijdend gedrag in het Vlaams hoger onderwijs

Nieuws | door Ruben Claesen
12 december 2017 | “Wij krijgen weleens de oprechte vraag voorgeschoteld: hadden jullie, experts op het gebied van seksuele intimidatie, verwacht dat het probleem zo ernstig is? Wel … ja. Wij weten dat al heel lang. Het verschil met vroeger is dat verhalen en ervaringen veel meer aandacht krijgen dan cijfers. Maar dit fenomeen doet zich in alle sectoren voor, daar steek ik mijn hand voor in het vuur.”

Aan het woord is Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen en docent Seksueel strafrecht aan de Katholieke Universiteit Leuven. Zij is uitgenodigd door de Vrije Universiteit Brussel (VUB) op een studiedag over grensoverschrijdend gedrag aan de universiteit. De VUB wil zo haar inspanningen om ongewenst gedrag en seksuele intimidatie te beteugelen, zoals het opgestarte centrale meldpunt, nader toelichten.

Dat is wat heet: inspelen op de actualiteit. De affaire-Bart De Pauw zit nog vers in het geheugen. De Pauw, Vlaams televisiester, zag zijn contract met de openbare omroep beëindigd wegens machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag met (oud-)medewerkers. Nadat het nieuws bekend werd, kwamen steeds meer getuigenissen à charge naar buiten. Getrouwen van De Pauw kwamen dan weer te hulp en verdedigen hem. Het nieuws over de neergang van een van Vlaanderens chouchous smeult tot vandaag nog.

Het is dan ook de entertainmentsector die vandaag onder vuur ligt, niet in minst door de ‘MeToo’-campagne op sociale media. Voor het hoger onderwijs in Vlaanderen, daarentegen, is de ophef allerminst nieuw. Lang voor de ‘MeToo’-opstoot werd er al flink aan de boom geschud.

Wij overdrijven niet

Sinds maart 2014 verzamelt de blog Sassy (Sharing Academic Sexism Stories with You) getuigenissen van seksisme in een universitaire context. Die getuigenissen vormen mede de basis van het boek ‘#Seksisme – Nee, wij overdrijven niet!’. De hashtag #wijoverdrijvenniet was, toen al, de Vlaamse ‘MeToo’ avant la lettre.

Er was de kwestie-Willem Elias, toenmalig decaan aan de VUB die in april 2015 moest opstappen na een uitlating op een sociaal medium over de zelfdoding van politicus en vriend Steve Stevaert. Eerder op de dag van Stevaerts zelfdoding was bekendgeraakt dat hij vervolgd zou worden vanwege een verkrachtingszaak, en Elias refereerde aan de vrouw die de klacht had ingediend als degene “die deze beslissing op haar geweten heeft”.

Twee maanden geleden werd een hoofdlector aan de faculteit Ingenieurswetenschappen van de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk tot zes maanden gevangenis veroordeeld wegens ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer. Medewerkers getuigden dat ze met hem meegingen op werkreis en in het hotel slechts één bed aantroffen. De lector bleek een naaktslaper. Hij zou zijn slachtoffers bovendien betast en geïntimideerd hebben.

Overigens zijn er wel meer academische relaties in het oog van de storm terechtgekomen dan enkel de hiërarchische verhoudingen tussen professor en ondergeschikte. Ook tussen studenten onderling kan het uit de hand lopen. In december 2016 pakte het VUB-studentenmagazine De Moeial uit met verschillende getuigenissen over seksisme in de studentenverenigingen. Kwamen aan bod: de verkiezing tot pretslet van het jaar, de plotse inval bij eerstejaarsstudenten die culmineert in een missverkiezing-met-lapdancefinale en ‘roeiende’ meisjes die de penissen van jongens hanteren als ware het roeispanen.

Meester-gezel

Het voorbeeld dat de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen echt deed nadenken over de eigen organisatie, dateert van juni 2016. De website Apache bracht toen het nieuws van een doofpotoperatie aan de Universiteit Gent. Een professor, genoemd als toekomstig decaan, zou zich schuldig hebben gemaakt aan, onder andere, machtsmisbruik en seksuele intimidatie. Dertien meldingen zouden zonder gevolg gebleven zijn. Toenmalig rector Ann De Paepe moest tot tweemaal toe toegeven dat ze veel langer op de hoogte was van de feiten dan ze eerder had beweerd.

Gents studentenblad Schamper bracht vervolgens een getuigenis van een oud-doctoraatsstudent die de machocultuur aan de Gentse universiteit hekelde. De drempel om laakbaar gedrag te melden zou veel te hoog zijn, de structuren niet stevig genoeg om degelijk gevolg te geven aan getuigenissen. “Wat je moet begrijpen”, aldus de bron in Schamper, “is dat binnen zo’n vakgroep een kleine groep van vastbenoemde professoren kan bepalen wiens carrière succesvol wordt. Het begint al met de relatie tussen doctoraatsstudent en promotor: als doctoraatsstudent ben je zeer afhankelijk van de goede wil van jouw begeleidende promotor. Of je teksten worden nagelezen en worden gepubliceerd, of je je doctoraat kan verdedigen of niet … Alles hangt af van die promotor: het is een soort feodale patroon-cliëntrelatie. Zo’n relatie is de ideale voedingsbodem voor machtsmisbruik.”

De professor in kwestie werd gedegradeerd van gewoon hoogleraar tot hoofddocent. Overigens niet omwille van zijn amoureuze relatie met zijn medewerkers – die verliepen immers met instemming van beide partijen – maar omdat ‘s mans gedrag niet in overeenstemming was met het ambt van professor.

We waren toch gelijk?

Liesbet Stevens probeert de opstand tegen seksuele intimidatie te begrijpen vanuit een breder perspectief. “Elke generatie voert zijn eigen emancipatorische strijd. Die van mijn moeder vocht om te kunnen blijven werken na het huwelijk en zo economisch onafhankelijk te blijven. Dat was niet mijn strijd. Voor mij was dat reeds vanzelfsprekend. Maar mijn moeder deed wel nog al het huishoudelijk werk en zorgde voor de kinderen. Mijn generatie heeft geijverd om dat werk eerlijker te verdelen. En de generatie van nu focust zich op de lichtere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag – ik bedoel met ‘lichter’: niet meer het zwaardere seksueel geweld zoals verkrachting, die mentaliteitswijziging hebben we al achter de rug. De generatie van nu vraagt zich af waarom hen van jongs af aan verteld wordt dat man en vrouw gelijk zijn, terwijl ze voortdurend in situaties terechtkomen waarin ze vaststellen dat dat niet het geval is.”

Die emancipatorische strijd laat zich dan ook gevoelen in het hoger onderwijs, weet Stevens. “Alle Belgische universiteiten zijn recentelijk op de een of andere manier met gendergelijkheid in de brede zin van het woord geconfronteerd. Er zijn nog maar een of twee Belgische universiteiten waarover wij nog geen klacht over seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben ontvangen.”

Dat heeft zo zijn gevolgen voor het beleid van de verschillende instellingen, duidt Stevens. “Je ziet nu dat de ene universiteit meer bezig is met diversiteit in het personeelsbeleid en, bijvoorbeeld, met een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen in de top van bestuursorganen, terwijl de andere zich focust op het voorkomen en bestrijden van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Om een gendergelijke universitaire context te creëren, moet je echter inzetten op alle deelaspecten samen. Al is het natuurlijk begrijpelijk om eerst de probleemkwesties aan te pakken en daar vervolgens op verder te bouwen.”

Sectoren in overgang

Harde, wetenschappelijke cijfers specifiek over seksueel grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs zijn er evenwel niet. “We hebben ontzettend weinig gegevens over grensoverschrijdend seksueel gedrag in het algemeen en seksueel geweld in het bijzonder”, zegt Stevens. “Voor dit soort grootschalig onderzoek hebben we bij het Instituut, mede door verschillende besparingsoperaties, helaas niet langer voldoende middelen.”

Wel wijst Stevens op een studie uit 2014 van het European Union Agency for Fundamental Rights, dat met kwalitatieve interviews een doorsnede van geweld tegen vrouwen in alle EU-lidstaten heeft gemaakt. Ook bij seksuele intimidatie werd stilgestaan. “Het zijn vooral vrouwen in de leeftijdscategorie van achttien tot 29 jaar die aangeven dat ze te maken hebben met seksuele intimidatie”, weet Stevens. “Zij maken veel meer vormen mee van seksisme of seksueel grensoverschrijdend gedrag dan iets oudere vrouwen. Dat is ook net de dominante leeftijdsgroep aan de hogeronderwijsinstelling, met veel studentes en jonge onderzoeksters.”

Waarom komen sectoren zoals entertainment en hoger onderwijs dan precies in het vizier, terwijl Stevens ervan overtuigd is dat de hele maatschappij kampt met dit probleem? “Het lijkt zo te zijn dat sectoren die zich in een overgangsfase naar gendergelijkheid bevinden, het risicogevoeligst zijn. In een door mannen gedomineerde sector zijn er doorgaans weinig klachten. Waar de verhouding tussen man en vrouw daarentegen evenwichtiger is, daar worden dit soort conflicten belangrijker. Dan ontstaat er meer aandacht voor. Als de interne organisatie daar niet klaar voor is, zorgt dat voor frustratie en wrijving, met steekvlamsituaties tot gevolg. Die ontstaan doordat de nieuwe frustraties niet passen binnen de oude kaders.”

“Dat is het eeuwige probleem met seksueel ongewenst gedrag: wie niet zoekt vindt niets, wie wel zoekt vindt altijd. Zodra er systemen bestaan om gevolg te geven aan dat gedrag, dan stijgen de gevallen. Het lijkt dan alsof men een probleem creëert, maar dat is niet waar. Vrouwen in Scandinavische landen geven bijvoorbeeld vaker aan slachtoffer te zijn van seksuele intimidatie dan vrouwen uit landen waarvan we weten dat het veel minder goed gesteld is met de gendergelijkheid. Zouden die Zweedse mannen dan stiekem veel seksistischer zijn?”

Autonomie van de instelling

Intussen proberen de instellingen om zelf een gedegen genderbeleid uit te werken, vaak met aandacht voor ongewenst seksueel gedrag. In de nasleep van de vermeende doofpotoperatie, had Gents rector De Paepe een externe commissie in het leven geroepen. Die formuleerde aanbevelingen om de interne procedures te stroomlijnen en preventie te bevorderen. Voorts nam de universiteit een gedragscode aan die risicovolle situaties moet ontmijnen. En net als de VUB heeft de Katholieke Universiteit Leuven inmiddels een centraal meldpunt.

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) gunt de hogeronderwijsinstellingen die grote autonomie: “Het is niet mijn taak om dat beleid vorm te geven, dat is de verantwoordelijkheid van elke instelling”, zo zei ze in januari van dit jaar nog in het Vlaams Parlement. Wel heeft ze aan de overkoepelende vereniging voor universiteiten en hogescholen (Vluhr, Vlaamse Universiteiten- en Hogescholenraad) gevraagd om een handleiding te ontwikkelen die expertise moet verspreiden. Aan die handleiding wordt voorlopig nog gewerkt.

“Diegenen met erg stereotiepe opvattingen over man en vrouw vergoeilijken sneller allerlei vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en zullen de schuld eerder bij het slachtoffer leggen. Door bewustmakingscampagnes en vormingen gaan we natuurlijk niet vermijden dat er af en toe iemand met zulke klassieke opvattingen afstudeert”, weet Liesbeth Stevens. “Maar we creëren wel discussieruimte en in dat kritisch denken zit ‘m de vooruitgang.”

Ruben Claesen :  Correspondent in Vlaanderen

Deze Brusselse jurist is ervaren in de onderwijsjournalistiek en was een aantal jaren hoofdredacteur van het universiteitsblad van de Vrije Universiteit Brussel, De Moeial.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK