Maastrichtse wetenschapper na jarenlang seksueel grensoverschrijdend gedrag ontslagen 

Nieuws | door Frans van Heest
19 oktober 2023 | In een uitspraak met schokkende details heeft de Rechtbank Limburg een hoogleraar van de Universiteit Maastricht ontslag verleend wegens ernstig verwijtbaar handelen. De hoogleraar werd beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens studenten en medewerkers.
Tapijnterrein Universiteit Maastricht. Beeld: Kleon3 via Wikimedia Commons.

De zaak kwam aan het licht toen in september 2022 bij de decaan van de faculteit een melding werd gedaan over het gedrag van de docent. Naar aanleiding van deze melding werden meerdere gesprekken gevoerd en werd een extern onderzoek ingesteld. De docent erkende tijdens een gesprek op 5 oktober 2022 dat hij in de jaren 2020 en 2021 een relatie had met een promovendus. Dit had hij moeten melden, wat hij niet heeft gedaan. 

Relatie met promovendus die hij begeleidde 

De hoogleraar was ten tijde van de relatie zowel docent, promotor, divisieleider en manager van de vrouw. Er was dus sprake van een hiërarchische verhouding. Ook werkte de hoogleraar structureel en nauw samen met de promovendus. Als promotor was hij daarnaast rechtstreeks betrokken bij haar beoordeling en examinering. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De man in kwestie had vanaf 1 juni 2020 tot 5 oktober 2022 zitting in het faculteitsbestuur van FHML (Faculty of Health, Medicine and Life Sciences). Daarnaast was hij van 1 februari 2018 tot 25 april 2023 tijdelijk als profileringshoogleraar “Experimentele Neuropsychofarmacologie” aangesteld. Tot 2021 was hij tevens mastercoördinator.  

Naar aanleiding van de meldingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag en de daaropvolgende gesprekken heeft de decaan van de faculteit besloten om de bestuurdersrol van de docent in het faculteitsbestuur van FHML per direct stop te zetten. Verder werd de docent geïnstrueerd om zijn leidinggevende taken per direct neer te leggen. 

In de uitspraak wordt gesteld dat de betrokken hoogleraar verklaarde niet op de hoogte te zijn geweest van de verplichting om een seksuele relatie met een ondergeschikte te melden. De rechtbank beschouwt dit echter als ongeloofwaardig en stelt dat hij als hoogleraar en docent geacht wordt de reglementen van de Universiteit Maastricht te kennen.  

Hij wist wel degelijk dat hij fout zat 

Volgens de promovendus waarmee hij een relatie had, heeft de hoogleraar herhaaldelijk opgemerkt dat hun relatie geheim moest blijven. Anders zou hij zowel zijn baan als zijn vrouw kwijtraken. Ook uit de transcriptie van een opgenomen gesprek lijkt op te maken dat de hoogleraar wel degelijk weet dat het hebben van relaties met collega’s in een afhankelijke positie ongewenst is en dat hij zijn baan zou kunnen verliezen als dit soort zaken bekend worden. 

Naar aanleiding van de melding heeft een onderzoeksbureau onderzoek gedaan naar de klachten en is er met 17 personen gesproken. Het onderzoeksbureau rapporteerde dat de betrokken docent avances en seksueel getinte opmerkingen maakte richting diverse studenten en ondergeschikte medewerkers. De incidenten die in deze zaak werden besproken, waarbij de hoogleraar bijvoorbeeld jonge vrouwen lastigviel en meenam naar huis, gaan terug tot 2015. In sommige gevallen ging het daarbij om ernstige incidenten, zoals het ongewenst aanraken van borsten en het zoenen van dronken studenten. Een van de betrokkenen had zelfs een seksuele relatie met de docent die zij als ongewenst ervoer. 

Na fysiek geweld hulp gezocht 

De gerechtelijke uitspraak bevat veel voorbeelden van het ongewenst gedrag, bijvoorbeeld de aanranding van de genoemde promovendus waarmee hij een relatie had. Zo trok hij haar eens aan de arm , om haar vervolgens plotseling hard in het kruis te grijpen en bij de billen te pakken nadat zij zich verzette. Het lukte de promovendus naar eigen zeggen om weg te komen en de deur van de kamer achter zich dicht te doen, maar zij hield veel pijn over aan het voorval. Dat was mede de reden om hulp te zoeken. 

Meerdere geïnterviewden hebben stress ervaren als gevolg van de ongewenste seksueel getinte bejegening door de betrokken docent, blijkt uit het onderzoek. Ze waren bang dat dit gevolgen zou kunnen hebben voor hun studie- of carrièremogelijkheden. Na de incidenten zocht de docent nog contact met een aantal van hen om duidelijk te maken dat ze er beter niet over konden spreken. Hieruit lijkt volgens de rechter het beeld te volgen dat de docent wel degelijk wist dat zijn avances als ongewenst konden worden beschouwd. 

Verder hebben betrokkenen verklaard dat de docent zich schuldig heeft gemaakt aan intimidatie en pesten, waaronder het vertonen van onvoorspelbaar gedrag variërend van “pleasen tot kleineren”, het uitschelden van collega’s in het bijzijn van anderen of het zich denigrerend uitlaten over collega’s. 

De vrouwelijke studenten en collega’s hadden angst 

De vrouwelijke studenten en collega’s die door de hoogleraar seksueel zijn bejegend, bevonden zich in een afhankelijke positie van hem. Het is goed voorstelbaar dat zij angst hadden dat de man hen en hun studie- of werkprestaties daarna anders zou kunnen gaan beoordelen, zo stelt de rechter in het vonnis.  

De drempel om dergelijke voorvallen te melden is tegenwoordig vermoedelijk lager dan voor de #MeToo-beweging. Het feit dat de betrokkenen nog moesten samenwerken met de docent en in een afhankelijkheidsrelatie tot hem stonden, maakt het invoelbaar dat ze ervoor kozen om het ‘erbij te laten’, zo zegt de rechter. 

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden zonder het toekennen van een transitievergoeding. 

Wanneer komt er nu een landelijk meldpunt? 

Vorige week werd in de Tweede Kamer nog gedebateerd over sociale veiligheid in het hoger onderwijs. D66 wil dat er nu, na jarenlang dralen, eindelijk een landelijk meldpunt komt waar studenten en medewerkers hun toevlucht kunnen zoeken. Zo hoeven klagers niet te vrezen voor de machtsverhoudingen op de eigen universiteit als zij een melding doen. De hierboven beschreven uitspraak van de rechter laat zien dat vaak het eerst vreselijk uit de hand moet lopen – tot aan fysieke mishandeling toe – voordat slachtoffers een klacht durven indienen op de eigen instelling. 

Minister Dijkgraaf ziet echter veel privacy-gerelateerde beren op de weg naar zo’n landelijk meldpunt, zo zei hij tijdens het debat. “Ik wil wel meegeven dat het een complexe zaak is, want een dergelijk centraal meldpunt is ook gehouden aan privacywet- en regelgeving. Er zijn ernstige beperkingen aan het delen met derden van informatie over het functioneren van medewerkers. Er zitten dus wel allerlei juridische randvoorwaarden aan het idee van een centraal meldpunt.” 

Wachten waar Hamer mee komt 

Dijkgraaf wil daarnaast een advies afwachten van Mariëtte Hamer, de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Mariëtte Hamer zal expliciet ingaan op het verbeteren van de meld- en klachtafhandeling, en op de vraag of de optie van zo’n centraal meldpunt daar van meerwaarde is, ook vanuit de ervaringen die zij opdoet, en wat we daar weer van kunnen leren”, aldus de demissionair minister. 

“Ik denk dat het heel belangrijk is om alles te doen om die veilige cultuur te bewerkstelligen, want juist het hoger onderwijs heb je toch vaak situaties waarbij de toekomst van een jong iemand afhankelijk is van één persoon. Dat is super kwetsbaar”, zei Dijkgraaf. “We zien in de voorbeelden in de media dat daar echt op een afschuwelijke manier misbruik van wordt gemaakt, en dat is gewoon onacceptabel.” 

Frans van Heest : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK