SER geeft leven lang ontwikkelen prioriteit bij EU

Nieuws | door Tim Cardol
19 april 2019 | De kansenongelijkheid tegengaan en meer ruimte bieden aan leven lang ontwikkelen. Dat zijn twee van de prioriteiten die de SER stelt in de agenda voor de Europese Unie.

Deze week presenteerde de Sociaal Economische Raad (SER) een advies met aandachtspunten voor het nieuwe vijfjarige mandaat van de Europese Commissie en het Europees Parlement. Die worden later dit jaar herbenoemd dan wel herkozen. “Dit advies laat zien dat er meer motieven zijn dan alleen economische, om binnen Europa samen te werken,” zeg SER-voorzitter Mariëtte Hamer.

“De EU is meer dan een interne markt en een munt. Samen vormen we één Europese maatschappij, waarin we een gelijk speelveld voor bedrijven willen en brede, inclusieve welvaart voor burgers.” In de SER-agenda wordt onder meer ingegaan op thema’s als klimaatverandering, migratie en digitalisering.

Prioriteiten voor een fair Europa

Een belangrijke rol in het advies is weggelegd voor kansengelijkheid. “Zonder adequaat beleid zal de ongelijkheid binnen de EU verder toenemen en zullen delen van de bevolking achterblijven,” schrijft de SER. “Uitgangspunt van de SER is inclusieve en duurzame groei waarbij zoveel mogelijk mensen de kans krijgen om bij te dragen aan de toekomstige economie en samenleving door in perspectiefrijk ‘decent’ werk aan de slag te gaan.”

Flexibel onderwijs

Volgens de SER is het noodzakelijk om te investeren in nieuwe vormen van leven lang leren. Het belang daarvan wordt onderschreven door de Europese Commissie zelf, die eerder al stelde dat de lidstaten hun beroepsonderwijs moeten versterken en flexibiliseren. Ook moet er meer ruimte komen werkplekleren.

De SER pleit ervoor om op Europees niveau te zorgen voor kwaliteitsborging op het gebied van werkplekleren. Er zouden “op Europees niveau kwaliteitsstandaarden moeten worden vastgesteld gericht op een veilige en effectieve leeromgeving met deskundige begeleiding vanuit het bedrijf en de opleiding, waarbij productieve arbeid wordt beloond en de opleiding leidt tot een erkend diploma met civiel effect.”

Wendbaar vakmanschap als gezamenlijke uitdaging

De SER stelt dat zonder beleid op dit punt “de ongelijkheid binnen de EU verder [zal] toenemen en zullen delen van de bevolking achterblijven. Daarbij kunnen de problemen zich versterken doordat de groep die dreigt achter te blijven minder mogelijkheden en capaciteiten bezit om te investeren in opleiding en daarmee minder toegerust is voor structurele veranderingen in de economie.”

Ruimte voor internationalisering

Een ander belangrijk punt voor de SER is het verbreden van de mogelijkheden voor het opdoen van internationale ervaringen voor jonge mensen in het onderwijs. Internationalisering kan hen laten groeien in hun persoonlijke ontwikkeling. “Ook kan dit studenten voorbereiden op het werken in een beroepsomgeving die dagelijks in contact staat met mensen, producten en organisaties uit het buitenland, ook al blijven veel studenten in hun eigen land werken.”

Een belangrijk middel daarvoor is het Erasmus+ programma. Onlangs gaf Eurocommissaris Frans Timmermans op bezoek bij NHL Stenden al aan graag te zien dat de mogelijkheden van het programma met name in het mbo worden uitgebreid. Ook de SER hoopt dat een fors deel van het budget in het programma juist hier zal gaan worden ingezet. De verwachting is dat er komende jaren fors meer geïnvesteerd zal worden in het Europese onderwijsprogramma.

Frans Timmermans wil dat Erasmus+ er ook voor het mbo is

Volgens de SER zouden de middelen uit het programma kunnen worden ingezet voor stages in het buitenland. “Essentieel is dat de kwaliteit van de leerwerkplek of stageplek in heel Europa op orde zijn, zodat studenten daadwerkelijk nieuwe dingen kunnen leren en dat productieve arbeid op de leerwerkplek wordt beloond.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK