Basisscholen hebben te weinig waardering voor de academische leraar

Nieuws | door Frans van Heest
22 oktober 2019 | Ze zijn vaak onderbetaald, worden onvoldoende uitgedaagd en soms met de nek aangekeken. De academische leraar wordt nog onvoldoende gewaardeerd binnen het primair onderwijs.
Anko van Hoepen, vicevoorzitter van de PO-Raad

De Universiteit Leiden en de Hogeschool Leiden vieren tien jaar Academische Pabo. In de Sterrenwacht in Leiden wordt stilgestaan bij wat er in tien jaar bereikt is en hoe het nu verder moet. Tijdens deze middag wordt duidelijk dat de academisch geschoolde leraar nog wel waardering mist in het basisonderwijs.

Ivan Trouwborst, directeur van de JH Snijdersschool in Rijswijk is helder in zijn opvatting. Hij vindt dat er op iedere school een minimaal aantal docenten academisch geschoold moet zijn. “Ik ben van begin af aan betrokken geweest bij de Academische Pabo. Toen het werd gestart dacht ik: dit is het, hier gaat het onderwijs beter van worden.”

De schooldirecteur ziet namelijk bij de traditionele pabo-docenten te weinig intentie om het onderwijs te innoveren. “Als je kijkt naar de traditioneel opgeleide leerkrachten dan zijn die heel erg gewend om betrokken te zijn bij de kinderen. Pedagogisch hebben zij dat vaak heel goed voor elkaar. Maar als je het hebt over het innoveren van het onderwijs, dan zijn er veel beren op de weg. Dan hoor ik vaak: ‘laat mij maar gewoon een klas draaien.’ Ik vind daarom dat 1 op de 3 leerkrachten academisch geschoold zou moeten zijn.”

Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg

De zaal reageert niet meteen enthousiast op de stellingname van Trouwborst. “Ik denk dat er nu wel een heel negatief beeld ontstaat van de pabo-opgeleide leerkrachten. Daar zie je ook leerkrachten die prima in staat zijn om analytisch en kritisch te kunnen denken. Dat zijn niet allemaal doeners. Nu wordt het beeld geschetst of een school heel erg zal opbloeien als er ook academisch geschoolde leerkrachten op een school werken. Ik denk dat er ook hele goede pabo-docenten zijn die ook dat werk- en denkniveau hebben.”

Ook een stagebegeleider merkte op dat basisscholen de academisch geschoolde leraar nog te weinig waarderen. “Ik kom in mijn rol als stagebegeleider op veel verschillende basisscholen. Ik ontmoet daar ook mentoren, die dan tegen mij zeggen: waarom zijn deze docenten per se beter. Ben ik met mijn pabodiploma een minder goede leerkracht? Wat ik merk is dat op heel veel basisscholen toch ook wel een beetje het idee heerst van: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Ga eerst maar als docent een paar jaar aan het werk. Vervolgens zien we dan wel wat je kunt gaan doen als academische docent. Basisscholen geven volgens mij te weinig ruimte aan academisch geschoolde leerkrachten.”

Een alumnus van de Academische Pabo herkent dit beeld wel en volgens hem was zijn toekomst aan het eind van de opleiding wel iets te rooskleurig voorgesteld, ook op financieel gebied. “Als ik heel kritisch mag zijn. Ik ben vijf jaar geleden afgestudeerd en toen is ons wel beloofd: ‘als jullie straks klaar zijn en met al die extra bagage en tools het onderwijs instromen dan krijgen jullie ook een hoger salaris.’ Wij hebben de afgelopen jaren wel gezien dat dit echt niet overal het geval is. Bij een deel van de docenten heeft dit wel geleid tot een niet-gemotiveerde houding. Ik vind het wel belangrijk om dat voor de toekomst mee te nemen.”

Te weinig verankering in de cao

Een andere bijna afgestudeerde docent die ook nog een master volgt herkent het beeld van zijn collega. “Je hebt als academische docent wel extra bagage, maar er is niet een manier waarop je kunt bewijzen wat je elke dag kunt gaan doen in de klas. Daar moet ook echt iets voor in de cao geregeld worden. Zodat je extra functies kan vervullen in een school en je ook in aanmerking komt voor een hoger salaris. De verwachting van de eerste lichting academische pabo-docenten was namelijk dat we iets meer zouden verdienen. Dit blijkt niet zo te zijn.”

In de praktijk blijken de carrièrekansen van deze docenten toch beperkt te zijn. “Ik werk nu op een school met vijf academische leerkrachten, maar er zijn niet genoeg plekken om academische leraar te worden, want er zijn geen specifieke functies voor. Als je alleen in de klas blijft staan, dan kun je geen hogere functies krijgen, dus ook geen hoger salaris. Als ik bijvoorbeeld naar mijn vrienden kijk die ook een academische master hebben, dan verdienen die toch echt veel meer. Laat duidelijk zijn, ik doe het voor de kinderen, maar wil ook iets met de kennis bereiken die ik hier heb opgedaan.”

Een aanvulling op teams in scholen

Bij het plenaire deel in het academiegebouw van de Universiteit Leiden toonde Anko van Hoepen, vicevoorzitter van de PO-Raad zich warm voorstander van de academische leraar. Die ook nodig is vanwege de tanende kwaliteit van het onderwijs. “Wat mij betreft is de academische leraar iemand die de innovatie in het onderwijs aanjaagt. Dit is ook nodig, niet omdat we innovatie zo belangrijk vinden, maar omdat het ons gaat om onderwijskwaliteit. Niet alleen vanwege het lerarentekort, maar ook omdat de kwaliteit van het onderwijs al jarenlang achteruit kachelt. Dat mag toch niet gebeuren in een rijk land als Nederland.”

Volgens Van Hoepen is de academisch geschoolde leraar niet per definitie beter, maar is het wel een belangrijke aanvulling op teams in scholen. “De academische leraar versterkt de innovatiekracht. De grote fabel die we ook steeds op social media lezen is dat de academische leraar een betere leraar is. Ook de academische leraar moet gewoon lessen draaien. Het is geen betere leraar voor de klas, maar het kan wel een betere leraar zijn in een team. Deze docenten hebben andere kennis en vaardigheden en die hebben we ook hard nodig.”

De vicevoorzitter van de onderwijskoepel vindt het dan ook opmerkelijk dat deze functie niet specifiek beschreven is in de cao. “Hoe kan het zo zijn dat we maar één bevoegdheid kennen in het basisonderwijs? Namelijk je staat voor een klas met kinderen en dan heb je een lesbevoegdheid. Zou het niet zo moeten zijn dat we de teams gevarieerder maken, met meer verschillende deskundigheden? Volgens mij gaat daardoor de status en de reputatie van het beroep fors omhoog. De komst van de academische leraar kan dat volgens mij versterken.”

Taak voor werkgevers

De PO-Raad bestuurder vindt het dan ook onbegrijpelijk dat er nog heel veel academisch geschoolde docenten in de laagstbetaalde salarisschaal zijn ingedeeld. “Laatst was ik bij de ledenvergadering van BAB, de beroepsvereniging van academische leraren. Ik stond daar met allemaal academisch opgeleide leraren en 98% van die aanwezige leraren zei: ‘wij zijn benoemd in functieprofiel LA-1, de laagste trede en de laagste schaal.’ Dat is niet goed, dat hoort anders te zijn. Jullie zijn hoger opgeleid en jullie hebben andere mogelijkheden. Dus dat betekent dat wij als werkgevers daar ook iets moeten doen.”

Volgens Van Hoepen is dit niet alleen een verantwoordelijkheid van de werkgevers, ook docenten moeten zijn achterban tot de orde roepen. “Jullie moeten een beetje lef tonen. Want hoe kan het nou dat als je afgestudeerd bent aan de Academische Pabo dat je je laat afschepen met een LA-1 functie? Ik snap daar helemaal niks van. Er is een lerarentekort in Nederland. Hoe kan het zo zijn dat dan gaat werken bij een schoolbestuur waar je niet de ruimte krijgt om te doen waar je voor bent opgeleid? Er zijn schoolbesturen die wel op jullie zitten te wachten en er zorg voor dragen dat de academische leraar wel een goede plek krijgt om zich te ontwikkelen. Maak daar gebruik van. Probeer het eerst bij je huidige werkgever. Lukt dat niet: ga weg, want jouw talent en energie is te kostbaar.”

Niet klakkeloos meegaan met onderwijstrends

Een andere spreker deze middag was Marije Groos, teamleider van de Academische Pabo van de Hogeschool Leiden. Volgens Goos heeft het concept van de academische leraar zich nu al meer dan bewezen. “Vier jaar na de start van de opleiding kwamen de eerste afgestudeerden in het onderwijs en toen bleek al direct dat de combinatie van die onderzoekende houding met een flinke dosis praktijkervaring ook echt een verrijking zijn voor het onderwijs. Ik denk dat het heel waardevol is dat er leerkrachten zijn die niet klakkeloos meegaan met allerlei onderwijstrends die heel hip klinken. De academische leerkracht is iemand die een stapje terug doet en met zijn denkkracht de afweging maakt: is wat we doen wel goed en moeten we ook niet een andere weg durven kiezen?”

Robert Viëtor, directeur van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Leiden stelt dat de academische pabo in Leiden goed aansluit bij het recente rapport van de Onderwijsraad. “De academische pabo zou zomaar een voorloper kunnen zijn van het adviesrapport van de Onderwijsraad, ‘Ruim baan voor de leraar’. In dat rapport wordt gepleit voor leraarschap dat zich in de loopbaan kan bewegen, verbreden en specialiseren in vakdomeinen en in verschillende thema’s. De Onderwijsraad zegt daarbij dat de lerarenopleidingen samen een gemeenschappelijke basis voor leraarschap zouden moeten ontwikkelen.”

Volgens Viëtor wordt de Academische Pabo hierin gesteund door de minister. “De minister stuurde vlak voor de zomer een brief, waarin ze de oproep deed aan universiteiten en hogescholen om gezamenlijk het initiatief te nemen voor een vernieuwde lerarenopleiding. Die handschoen pakken wij graag op hier in Leiden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK