Vrouwen in de wetenschap worden op vele fronten achtergesteld

Nieuws | door Frans van Heest
18 november 2020 | Pas de cultuur binnen de wetenschap aan, in plaats van fix-de-vrouw cursussen te geven en vrouwen te trainen om aan het ideaalbeeld van de mannelijke, individualistische en competitieve wetenschapper te voldoen.

Uit nieuw onderzoek onder bijna 4000 Nederlandse wetenschappers van 14 verschillende universiteiten blijkt dat vrouwen structureel worden achtergesteld. Ze verlaten eerder de wetenschap en kunnen daarom minder goed carrière maken, mede omdat het ideaalbeeld van de succesvolle wetenschapper mannelijk is. Met een heldenstatus die gericht is op individuele prestatie, is dat een stereotype waar mannen in hoge mate van profiteren. Vrouwen worden wel getraind om meer aan dat beeld van de succesvolle wetenschapper te voldoen, maar dat is het paard achter de wagen spannen, zeggen wetenschappers Ruth van Veelen en Belle Derks van de Universiteit Utrecht.

Hardnekkige genderkloven

Wereldwijd zijn vrouwen hoger opgeleid dan ooit tevoren. In veel westerse landen zijn de genderkloven in het onderwijs aan het verdwijnen – soms zelfs in het voordeel van vrouwen. Dat heeft de positie van vrouwen in het onderwijs verbeterd, maar het vertaalt zich niet evenredig in de samenstelling van de wetenschappelijke staf. Ongelijkheid in de academische wereld blijft bestaan, waarbij vrouwelijke academici worden geconfronteerd met een aantal hardnekkige genderkloven.

Recent onderzoek toont ook een meer verborgen genderkloof in onderzoeksmiddelen aan. Naar eigen zeggen hebben vrouwelijke academici aanzienlijk minder tijd, faciliteiten en hulp tot hun beschikking om onderzoek te doen in vergelijking met hun mannelijke leeftijdsgenoten. In de loop van de tijd dragen deze genderkloven bij aan de loopbaanstrategie en het vertrek van vrouwen uit de academische wereld. In het huidige onderzoek wijzen de onderzoekers op een nog subtielere genderkloof in de academische wereld, namelijk een gebrek aan toerusting onder vrouwelijke wetenschappers. Daardoor passen zij minder in de normatieve rol van de mannelijke superheld in de wetenschap.

Minder identificatie met het beroep als wetenschapper

Uit dit nieuwe onderzoek wordt duidelijk dat vooral vrouwelijke academici in het begin van hun carrière zich onvoldoende geprepareerd voelen voor een baan in de wetenschap. Zij ervaren meer stress en identificeren zich minder met het beroep als wetenschapper. Daardoor hebben ze ook een grotere behoefte om de wetenschap weer te verlaten.

En dat is niet goed, stellen de Utrechtse onderzoekers. Het is belangrijk dat er gendergelijkheid is in de wetenschap, en niet alleen vanuit morele overwegingen. Het leidt namelijk ook tot betere wetenschap. Diversiteit in de organisatie leidt tot beter geïnformeerde besluiten en er is minder sprake van groepsdenken.

Ook al onderschrijven universiteiten in toenemende mate de toegevoegde waarde van een divers personeelsbestand, het dichten van bestaande genderkloven in de academische wereld is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een belangrijke reden hiervoor is de impliciete en doordringende aard van genderstereotyperingen in de academie en daarbuiten. Vraag bijvoorbeeld een 14-jarige een wetenschapper te tekenen en 75% van alle tekeningen tonen witte mannen van middelbare leeftijd.

Teamspeler is minder belangrijk

De academische wereld wordt nog steeds gezien als een mannenwereld. Een hypothese van de onderzoekers is dat academici de neiging hebben een zeer mannelijk idee te hebben van wat er nodig is om een succesvolle carrière in de academische wereld op te bouwen. De onderzoekers stellen dat eerder onderzoek onder leidinggevenden, zoals decanen, laat zien dat een succesvolle wetenschapper zelfverzekerd, competitief en outputgericht is. Dat iemand een teamspeler, een aardige collega of een goede docent is, wordt minder belangrijk gevonden.

Deze ingrediënten voor academisch succes passen bij de huidige belonings- en promotiecultuur in de academische wereld. Die is nog grotendeels gebaseerd op een superheldennorm van hoge individuele prestaties met prestatieindicatoren zoals de impact van publicaties, H-indexen en het verwerven van zeer competitieve onderzoeksbeurzen.

Deze mannelijke norm van wetenschappers zorgt er ook voor, zo stellen de onderzoekers in hun hypothese, dat het welzijn van vrouwen in de wetenschap onder druk staat. In brede zin hebben zowel mannen als vrouwen hiermee te maken, bleek ook recent weer uit onderzoek van FNV. Er is een hoge baanonzekerheid, publicatiedruk en onderlinge concurrentie om onderzoeksfinanciering. Daar komt ook nog een hoge onderwijslast bij. De hoge eisen gecombineerd met het idee dat je hier weinig invloed op hebt, zorgen voor een hoge werkdruk en burn-out.

Voor deelname aan het onderzoek zijn in 2017 en 2018 12.414 academici van 14 universiteiten benaderd. In totaal hebben 3798 academici de vragenlijst ingevuld. Van de respondenten was 59% man, en 41% vrouw. De helft van de respondenten was universitair docent, 22% universitair hoofddocent en 27% was hoogleraar. De gemiddelde leeftijd van de participanten was halverwege de veertig.

Bij het onderzoek werden er vragen gesteld over de zelfperceptie van de wetenschappers als professional. Daarnaast werd gevraagd om een succesvolle wetenschapper binnen hun eigen discipline te typeren, en tot slot werden er vragen gesteld gevolgd over de eigen carrière.

Vrouwen hebben minder goede arbeidsvoorwaarden

De resultaten laten zien dat vrouwelijke academici in hun vroege carrière zich minder toegerust voelen voor hun werk in vergelijking met hun mannelijke collega’s. Met negatieve gevolgen voor hun carrière. Ook blijkt dat vrouwen in de academische wereld minder goede arbeidsvoorwaarden hebben.

Volgens de Utrechtse onderzoekers wordt met dit onderzoek voor het eerst aangetoond dat er een subtiel psychologisch proces is waarbij vrouwen minder toegerust zijn om te voldoen aan de mannelijke superheldenstatus in de wetenschap, die vooral gericht is op persoonlijke prestige. Daarnaast blijkt dat jonge vrouwelijke academici in meerdere mate het gevoel hebben dat zij niet voldoen aan de verwachtingen die van een succesvolle wetenschapper worden gevraagd. Vrouwelijke wetenschappers identificeren zich daardoor ook minder met de rol van wetenschapper en dit draagt bij aan een verminderd welzijn.

De gemiddelde leeftijd is lager

De verschillen gingen verder dan alleen geslacht: de gemiddelde leeftijd van vrouwen in de academie is lager en het niveau van de arbeidsovereenkomst is bij vrouwen ook slechter. Hoewel de effectgroottes in de onderzoeksresultaten klein waren, waren ze wel structureel, zeggen de onderzoekers.

Een ander opvallend resultaat van dit onderzoek betreft het zelfbeeld van wetenschappers. Op de vraag hoe wetenschappers zichzelf als professional zouden omschrijven, gaven vrouwen aan dat zij meer belang hechten aan gemeenschappelijkheid dan aan ‘competitief en resultaatgericht’ zijn. Anderzijds werd de succesvolle wetenschapper wel gestereotypeerd als competitief en resultaatgericht. Dit contrast was extra sterk aanwezig bij jonge wetenschappers. Daaruit blijkt dat hun huidige zelfbeeld als wetenschapper en hun toekomstbeeld niet met elkaar overeenkomen, en jonge vrouwelijke wetenschappers lagere verwachtingen van hun wetenschappelijke carrière hebben.

Coping-strategie om op succesvolle mannen te lijken

Uit het onderzoek wordt duidelijk dat vrouwen gedurende hun carrière een verandering doormaken in hun zelfbeeld als academicus, meer dan bij mannen het geval is. Hoe hoger de vrouwen in functie, hoe meer dat zij naar eigen zeggen voldeden aan het stereotype van de succesvolle academicus. Zij omschreven zich als zeer competitief en resultaatgericht en schatten zichzelf laag in op kenmerken zoals gemeenschappelijkheid en samenwerken. In feite voelden vrouwen zich in de loop van de carrière meer prestatiegericht en competitief dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Volgens de onderzoekers is dit een coping-strategie voor vrouwelijke leiders, om op die manier geaccepteerd te worden in een dominante positie.

De resultaten van dit onderzoek laten zien dat vrouwen zich minder thuisvoelen op de universiteit, en dat is verontrustend, zeggen de onderzoekers. Vrouwen hebben een veel minder lange loopbaan in de academische wereld. Wereldwijd is er bij vrouwen ieder jaar 19% meer kans dat zij de wetenschap verlaten. Doordat vrouwen een kortere loopbaan doormaken in de wetenschap hebben ze ook een kleinere kans om even productief te zijn en evenveel impact te genereren als mannen.

Om deze ontwikkeling te kenteren is het nodig dat het mannelijke superheldendom in de wetenschap wordt veranderd. Dit zou niet alleen vrouwen ten goede komen, zeggen de onderzoekers, maar ook mannen zouden hierdoor beter toegerust zijn op een baan in de wetenschap.

Er zijn op dit moment veel initiatieven op het gebied van genderdiversiteit om de positie van vrouwen in de academische wereld te verbeteren. Maar die aanpak is er op gericht om de vrouwen voor te bereiden op een carrière die geënt is op het competitieve en individuele mannelijke model in de wetenschap. Zo zijn er trainingen voor vrouwen waarbij ze leren om een beter CV te ontwikkelen, om betere onderhandelaars te worden en om meer zelfvertrouwen te krijgen als leidinggevende.

Het legt de verantwoordelijkheid bij vrouwen

Hoewel goed bedoeld, legt een dergelijke fix-de vrouw benadering de verantwoordelijkheid weer bij vrouwen. Het bevestigt nog steeds het stereotype van de succesvolle mannelijke wetenschapper en de hulpbehoevendheid van vrouwen daaromtrent, terwijl het huidige competitieve en op het individu gerichte systeem van de wetenschap blijft bestaan.

Er is steeds meer onderzoek dat aantoont dat dit soort assertiviteitstrainingen juist in het nadeel werkt van vrouwen. Ze worden beschouwd als bazig of ‘bitchy’ tijdens sollicitatiegesprekken of onderhandelingen over salaris. Dit vergroot de kans dat ze niet worden aangenomen.

Verander de cultuur

Daarom pleiten de Utrechtse onderzoekers voor een verandering van de cultuur binnen de wetenschap, in plaats van vrouwen toe te rusten voor de huidige cultuur. Dat wil zeggen dat de huidige, op de man gebaseerde cultuur van superheldendom als garantie voor succes moet worden veranderd in een academische cultuur van inclusiviteit. Daarin worden niet alleen individuele prestaties beloond, maar ook de gemeenschappelijke prestaties.

Daarbij noemden de wetenschappers de discussie over het nieuwe erkennen en waarderen van onderzoekers binnen de Nederlandse wetenschap. Teamscience speelt daarin een belangrijke rol, net als meer waardering voor onderwijs en meer aandacht voor samenwerken in het academische leiderschap.

Wanneer daarvoor meer ruimte komt, zal er een inclusieve definitie ontstaan van academisch succes, met meer ruimte voor diversiteit. Niet omdat vrouwen en mannen inherent anders zijn, maar omdat er dan een meer inclusief beeld ontstaat van wat succesvol zijn in de wetenschap nu precies betekent. En daarmee zullen impliciete vooroordelen minder impact hebben op de selectie en promotie van zowel vrouwen als mannen in de wetenschap.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK