Rekenkamer waarschuwt dat bekostiging van universiteiten uit het lood is

Nieuws | door Frans van Heest
23 juni 2021 | De bekostiging van universiteiten is gebaseerd op verouderde en onjuiste modellen, zegt de Algemene Rekenkamer. Ambtelijk OCW vindt overigens dat er niet zoveel aan de hand is, universiteiten weten zich prima te handhaven in financieel opzicht.
Gebouw van de Algemene Rekenkamer Lange Voorhout Den Haag

De Rekenkamer is met een rapport gekomen waaruit blijkt dat de overheid op tal van beleidsterreinen niet de juiste ramingen maakt. Er is een vijftal casussen op verschillende beleidsdepartementen onderzocht, waaronder ook de bekostiging van universiteiten.

Oude modellen uit de jaren ’80

Jaarlijks wordt het onderwijsbudget voor universiteiten aangepast aan de hand van stijgende of dalende studentenaantallen. De afgelopen twintig jaar zijn die aantallen alleen maar gestegen. Het onderzoeksdeel van de bekostiging wordt hier niet jaarlijks op aangepast. Sterker nog, het percentage van de bekostiging die onder het onderzoeksdeel valt is sinds 1984 niet meer veranderd.

Het bedrag dat een universiteit krijgt per student is gebaseerd op een berekening uit 1984, schrijft de Rekenkamer. Bij een tijdsbestedingsonderzoek dat 37 jaar geleden plaatsvond is vastgesteld dat 34,9 procent van het studentgebonden budget bedoeld is voor onderwijs en de rest van het bedrag voor onderzoek.

De jaarlijkse aanpassingen van de raming is sindsdien echter nooit geactualiseerd. Dit betekent dat, gezien de voortdurende groei van de studentenaantallen, de huidige verdeling van geld voor onderwijs en onderzoek totaal is gewijzigd ten opzichte van 1984. Waar er in 1984 nog 65 procent van de studentgebonden bekostiging bestemd was voor onderzoek, is dat nu gedaald naar 45 procent. Dit houdt in dat er 2,5 miljard euro naar onderwijs gaat en 2,2 miljard euro naar onderzoek. Het bedrag dat universiteiten voor onderzoek krijgen is de afgelopen 35 jaar dus verhoudingsgewijs fors afgenomen.

Ambities moeten naar beneden worden bijgesteld

Naast het feit dat er geen actuele grondslag is voor de verdeling tussen het te bekostigen onderwijs- en onderzoeksdeel, bestaan er ook geen afspraken over welk deel van de kosten voor onderwijs en onderzoek door het ministerie van OCW zou moeten worden bekostigd. De Rekenkamer waarschuwt daarom dat de bekosting ieder jaar iets verder uit het lood zal raken als er geen aanpassing wordt gemaakt in de raming. Hierdoor kan er ineens veel geld nodig zijn om een financiële situatie te herstellen of moeten de ambities naar beneden worden bijgesteld.

Meld u hier aan de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Hoewel er op basis van deze gegevens misschien niet veel aan de hand lijkt te zijn, gaat deze situatie gepaard met aanzienlijke verborgen kosten, waarschuwt het Hoog College van Staat. Zo zegt de Rekenkamer dat de bekostiging van universiteiten niet meer gebaseerd is op daadwerkelijke tijdsbesteding van personeel. Deze tijdregistraties zijn namelijk niet actueel en worden ook niet gebruikt bij het opstellen van de ramingen.

Zwaar leunen op onbetaald werk

In maart 2021 concludeerden consultants van PricewaterhouseCoopers al dat het budget voor de bekostiging van universiteiten niet toereikend is om de veronderstelde kwaliteit te realiseren. In dit onderzoek is ook gekeken naar kosten die eigenlijk wel gemaakt moeten worden, maar die worden vermeden door bijvoorbeeld onderhoudsuitgaven uit te stellen of zwaarder te leunen op onbetaald overwerk. Een raming zou echter alle kosten moeten meenemen, dus ook deze, en daarnaast moet het ministerie een bewuste keuze maken over de vraag in hoeverre het deze kosten wil dekken.

Ook heeft de minister van OCW geen beleidsopvatting over de mate waarin zij de kosten van universitair onderwijs en onderzoek zou moeten financieren. Wel wordt een deel van het budget jaarlijks aangepast aan het aantal studenten.

We weten wel wat we uitgeven, maar niet wat het kost

Voor dit onderzoek heeft de Rekenkamer ook interviews gehouden met ambtenaren van OCW, waarvan er één de situatie treffend samenvatte met de woorden: “We weten wel wat we uitgeven, maar niet wat het kost.”

Medewerkers van OCW vertelden de Rekenkamer verder niet gealarmeerd te zijn over signalen van negatieve begrotingsruimte in het hoger onderwijs. De financiële positie van universiteiten is immers gezond en Nederland scoort internationaal goed met wetenschappelijk onderzoek, meenden zij. Kennelijk weten de universiteiten zich toch goed te redden met het budget.

De nood aan een aanpassing van de bekostigingsverhoudingen is volgens de Rekenkamer het duidelijkst bij het ministerie van OCW. Als de veronderstellingen waarop de raming zijn gebaseerd lange tijd niet worden getoetst en waar nodig worden geactualiseerd, is het de vraag of de raming nog aansluit bij het oorspronkelijke doel van het budget, zo besluit de Rekenkamer.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK