Zonder leven lang ontwikkelen blijven innovaties op de plank liggen

Nieuws | door Ramon van Doorn
16 juni 2021 | Technologische innovatie kan te snel gaan voor werknemers en opleidingen, ondanks dat deze partijen vaak al samenwerken. Regieorgaan SIA wil helpen met het beter organiseren van deze samenwerkingsverbanden, zodat alle partijen samen kunnen leren, werken en innoveren.
Beeld: StartupStockPhotos via Pixabay.

Voor brede maatschappelijke transities op het gebied van bijvoorbeeld de zorg of energie is het noodzakelijk dat bedrijven en publieke partijen samenwerken. Daarom worden steeds meer publiek-private samenwerkingsverbanden (pps’en) opgezet waarin kennisinstellingen, onderwijs en bedrijfsleven met elkaar aan innovatie werken.

Het is volgens Regieorgaan SIA echter lastig om onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven duurzaam met elkaar te verbinden. Daarom heeft SIA het initiatief genomen om een netwerk te initiëren waarin onderzoekers, beleidsmakers en praktijkprofessionals gezamenlijk learning community-concepten, waarin leren, werken en innoveren met elkaar worden verweven, verder ontwikkelen en toepassen in bestaande of nieuwe pps’en.

Learning communities niet alleen gericht op leren

Het begrip ‘learning communities’ is echter niet voor iedereen duidelijk en is misschien zelfs een verwarrende term, vertelt Frans Grobbe, coördinator Netwerk Learning Communities. “Het wordt op verschillende wijzen geïnterpreteerd, en dan vooral als onderwijsconcept, dus eenzijdig gericht op leren. Terwijl learning communities eigenlijk twee doelstellingen hebben: het ondersteunen van het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking, én het ondersteunen van het innovatievermogen van bedrijven. Het zit dus echt op de grens van onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven, oftewel leren, werken en innoveren.”

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Volgens Lex Sanou, programmamanager bij Regieorgaan SIA en initiator van het Netwerk Learning Communities, is een learning community dan ook geen nieuwe entiteit, maar bestaat het uit concepten en methodieken die toegepast kunnen worden op bestaande of nieuw op te zetten pps’en. “Daarin werken bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen al samen, maar dan is het nog niet gezegd dat ze met en van elkaar leren, werken en innoveren.”

“Je kunt een pps vanuit verschillende perspectieven doorontwikkelen,” vertelt Grobbe, “en elke doorontwikkeling heeft consequenties voor de organisatie en het samenspel in de driehoek van werken, leren en innoveren. We proberen mensen te ondersteunen bij de keuzes in die ontwikkeling. Dit doen we door kennis te ontwikkelen en aan te bieden die partijen kunnen gebruiken in hun samenwerking.” Eigenlijk helpen learning community-concepten dus om een samenwerking tussen verschillen partijen een duidelijkere vorm en structuur te geven.

De kunst afkijken is gewenst

Er zijn volgens Grobbe in Nederland honderden van dit soort samenwerkingsverbanden die allemaal innovatie hoog in het vaandel hebben. Doordat pps’en die leren, werken en innoveren dichter op elkaar willen organiseren een zelfde doel hebben, is het idee van het Netwerk ook dat verschillende samenwerkingsverbanden bij elkaar kunnen afkijken om te zien wat wel en wat niet werkt. “Wij helpen samenwerkingen zichzelf beter te organiseren”, zegt Grobbe hierover. “Wanneer je welke vraag aan je partners moet stellen, en hoe je beter van elkaar kunt leren. Het is eigenlijk vooral het beter leren navigeren van mensen die leidinggeven aan die complexe samenwerkingsverbanden.”

Volgens Sanou is het wel uiterst belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt naar de concepten. “Al die pps’en zitten in verschillende domeinen als zorg, energie of het groene domein. De learning community-concepten moeten dus steeds aangepast worden op het domein, op de context waarin ze gebruikt worden. Er is dus nog heel veel onderzoek nodig over wat wel en wat niet werkt in welk domein, en ook of er generieke elementen zijn die overal werken. Daarom is het Netwerk opgericht, met onderzoekers, mensen uit de praktijk en beleidsmedewerkers die gezamenlijk zoeken naar oplossingen om werken, leren en innoveren toe te passen in pps’en.”

Werknemers moeten technologische ontwikkelingen kunnen bijhouden

Volgens Frans Grobbe is een aantal jaar geleden vanuit de Nederlandse topsectoren veel aandacht voor learning community-concepten gekomen, en speelt daarnaast het NWO een grote rol in het onderzoek daarnaar. “In de topsectoren was de gedachte dat voor de grote maatschappelijke transities werken, leren en innoveren beter met elkaar verbonden moeten zijn om leven lang leren en ontwikkelen te stimuleren. Het NWO ondersteunt onderzoek hiernaar, omdat het kennisontwikkeling en kennistoepassing in samenwerkingsverbanden wil stimuleren.”

Innoveren is in de topsectoren volgens Grobbe vaak gericht op technologische innovaties door bedrijven, bijvoorbeeld om de zorg slimmer te maken. Die innovaties moeten echter gebruikt worden door de beroepsbevolking, mensen die daadwerkelijk in de zorg werken. Werknemers moeten de innovaties leren gebruiken en uiteindelijk moeten de innovaties ook weer in opleidingen terechtkomen voor de toekomstige beroepsbevolking.

Daarom blijven er volgens Sanou ook geregeld innovaties op de plank liggen. “Omdat de beroepsbevolking daar niet in meegaat. Er moet een koppeling zijn tussen technologische innovatie en sociale innovatie, de ontwikkeling en het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking en de beroepsopleidingen. Learning communities verbinden die technologische en sociale innovatie, waardoor ze meer in balans zijn.”

Mbo krijgt een grote rol in het netwerk

Praktijkgericht onderzoek neemt in de pps’en een prominente plaats in en staat ook in het hart van learning community-concepten. De belangstelling voor learning communities is ook groot vanuit het hbo, vertelt Grobbe. “Traditioneel gezien is dit thema in het hbo sterk aanwezig, maar één van de doelstellingen van het netwerk is om het nu ook meer te verbinden met het wo en het mbo.”

Volgens Sanou is vooral het betrekken van het mbo bij het Netwerk een belangrijke vervolgstap. “Omdat mbo en hbo de beroepsbevolking van de toekomst opleiden en de arbeidsmarkt vraagt om hoger opgeleid personeel, zeker als het gaat om innovatieve technologieën.”

“De doorstroom van het mbo naar het hbo zou daarom groter moeten worden,” beargumenteert Sanou, “en learning communities kunnen daaraan bijdragen langs de lijn van praktijkgericht onderzoek. Dat betekent een betere verbinding tussen lectoraten en practoraten in het mbo.  Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk voor studenten uit het mbo en hbo om onderzoekend vermogen te ontwikkelen in een doorlopende leerlijn.”

Voor hun werk in netwerken moeten docenten meer ruimte en tijd krijgen

Om de onderzoeksrelatie tussen hogeschool en bedrijfsleven duurzaam te versterken loopt er nu een pilot Innovatietraineeship, met studenten die na hun laatste onderzoeksstage nog een jaar doorgaan bij hetzelfde bedrijf, vertelt Sanou. “Ze doen daar eerst een onderzoek, en daarna neemt het bedrijf de student in dienst om het onderzoek voort te zetten en de resultaten te implementeren. Tijdens dit jaar wordt de student ook nog begeleid door de onderwijsinstelling.”

Dergelijke initiatieven kunnen volgens Sanou het innovatievermogen van met name het mkb versterken. Daarnaast leert de onderwijsinstelling ook het bedrijf beter kennen, en zo wordt de relatie versterkt. “Het Innovatietraineeship kan heel goed ingepast worden in learning community-concepten, zoals al in enkele hogescholen gebeurt.”

Learning community-concepten vragen echter wel om een andere rol van docenten; deze groep verdient dan ook meer aandacht, vindt Sanou. “Het ontwikkelen van zo’n learning community vraagt om heel andere competenties van docenten, die niet altijd in het bestaande stramien passen. Docenten moeten de ruimte krijgen om te experimenteren en veranderingen toe te passen, en daarvoor moeten ze de gelegenheid krijgen in nieuwe contexten te werken. Je gaat pas veranderen als je in een andere omgeving gaat werken.”

Docenten hebben al een uitgebreid takenpakket, waarin voor intensieve samenwerking met bedrijven niet altijd plek is, vertelt Grobbe. “Je hoort nu vaak dat het werken in zo’n pps-constructie een beetje in de marge van je takenpakket plaatsvindt, terwijl het gewoon standaard onderdeel van het takenpakket moet zijn. Anders is dit het eerste dat verdwijnt als je het druk hebt.”

Lees hier meer over het Netwerk Learning Communities, en lees hier meer over het Onderzoeksprogramma Learning Communities.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK