Studentselectie kan worden verbeterd door meten karakter en zelfbeeld student

Nieuws | de redactie
24 augustus 2021 | Selectieprocedures van hoger onderwijsinstellingen zouden kunnen worden aangevuld met het testen van de mate waarin een student bij een instelling past, persoonlijkheidstesten en testen van het zelfbeeld van studenten. Dat schrijven Utrechtse onderzoekers op basis van een literatuuronderzoek naar personeelsselectie en studentselectie.
Het toevoegen van non-cognitieve criteria aan selectieprocedures voor studenten kan ervoor zorgen dat hun non-cognitieve vaardigheden beter worden gemeten. Beeld: Peter van der Sijde ©UG

De toestroom van studenten groeit harder dan de onderwijscapaciteit van hoger onderwijsinstellingen, waardoor hoger onderwijsinstellingen een steeds grotere verantwoordelijkheid krijgen om goede en eerlijke selectieprocedures op te tuigen. Het onderzoek naar selectieprocedures en –criteria bij hoger onderwijsinstellingen richt zich echter voornamelijk op cognitieve vaardigheden, schrijven onderzoekers van de Universiteit Utrecht. In een recente literatuurstudie onderzoeken zij in hoeverre onderzoek naar personeelsselectie een aanvulling kan bieden op kennis over studentselectie. Uit het onderzoek blijkt dat het opportuun kan zijn om ook verscheidene non-cognitieve vaardigheden zoals zelfvertrouwen en nauwgezetheid mee te nemen in selectieprocedures; sommige non-cognitieve vaardigheden blijken goede voorspellers van succes zijn. 

Non-cognitieve maatstaven bij selectie en beoordeling 

Hoewel studenten bij hoger onderwijsinstellingen op andere vaardigheden worden geworven en beoordeeld dan en personeelsleden bij organisaties, kan onderzoek naar personeelsselectie waardevolle inzichten voor studentselectie opleveren, schrijven de onderzoekers. Onderzoek naar personeelsselectie betreft namelijk veel vaker non-cognitieve vaardigheden, iets waaraan het in veel onderzoek naar studentselectie ontbreekt. Daarom is het goed mogelijk dat selectieprocedures van hoger onderwijsinstellingen goede non-cognitieve maatstaven ontberen.  

Daarnaast hebben veel opleidingen het doel studenten op te leiden voor toekomstige banen, waarin non-cognitieve vaardigheden zoals teamwerk en communicatie steeds belangrijker worden, aldus de onderzoekers. Studentsucces kan daarom niet als academisch succes worden gezien, wat overigens meestal al niet meer gebeurt; ook non-cognitieve maatstaven moeten worden gebruikt om studentsucces te meten. 

Vergelijk tussen studentselectie en personeelsselectie 

Vooral literatuur over contextuele prestaties van personeelsleden, oftewel hun positieve bijdrage aan het klimaat en de cultuur van de organisatie, bevat kennis die ook van toepassing kan zijn op selectieprocedures van hoger onderwijsinstellingen, betogen de onderzoekers. Daarom hebben zij zoektocht naar literatuur vooral gericht op onderzoeksartikelen over contextuele prestaties. 

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

Uit een eerste selectie van 4745 artikelen werden 834 artikelen geselecteerd die over de voorspellende waarde van een criterium voor studentselectie of personeelsselectie gaan. Ruim twee derde daarvan betrof studentselectie; de rest kwam uit de literatuur over personeelsselectie. Deze artikelen werden geordend op basis van de selectiecriteria die ze behandelden. Alleen criteria die in tenminste twee verschillende artikelen werden behandeld zijn meegenomen in de analyse. Dat leverde 22 criteria op; van elk criterium is aangegeven hoeveel procent van de betreffende onderzoeken een positieve, een negatieve of geen voorspellende waarde met betrekking tot selectie heeft gevonden.  

Vul studentselectie aan met persoonlijkheidstest 

In de dataset van de Utrechtse onderzoekers kwamen 426 artikelen voor over onderzoek naar non-cognitieve selectiecriteria. 247 daarvan betroffen studentselectie; de andere 179 artikelen hoorden bij de literatuur over personeelsselectie. Hoewel de positieve voorspellende waarde bij alle non-cognitieve criteria hoger was voor personeelsselectie dan voor studentselectie, wijzen de Utrechtse onderzoekers op een aantal criteria die veelbelovend kunnen zijn voor studentselectie.  

Zo werd het criterium ‘persoonlijkheidstest’ veel vaker in de context van personeelsselectie bestudeerd, namelijk veertig van de 48 keer, maar vond wel negentig procent van de onderzoeken een positieve voorspellende waarde van persoonlijkheidstesten in personeelsselectie. Hoewel dit voor studentselectie significant lager was, namelijk 62,5 procent, geeft het element ‘nauwgezetheid’ van persoonlijkheidstesten veel betere resultaten. Nauwgezetheid is namelijk ook als geïsoleerd criterium meegenomen. De dertien keer dat het onderzocht werd, waarvan twaalf keer in het kader van personeelsselectie, leidden allen tot de conclusie dat het een positief voorspellend criterium voor selectie is.  

“Persoonlijkheidstesten kunnen universiteiten helpen bij het selecteren van studenten met vaardigheden die nodig zijn voor de gekozen opleiding of in hun toekomstige banen”, schrijven de onderzoekers. Daarbij benadrukken ze dat het ontwerpen van een persoonlijkheidstest voor studentselectie een nauwgezette analyse van de benodigde vaardigheden vereist. Ook waarschuwen ze dat persoonlijkheidstesten zich lenen voor fraude en manipulatie wanneer aspirant-studenten van tevoren weten wat er van hen gevraagd wordt. Wanneer bij voorbaat duidelijk is dat nauwgezette aspirant-studenten meer kans maken op selectie, kan iedere aspirant-student de test zodanig invullen dat het lijkt alsof ze nauwgezet is.  

Test mate waarin student bij onderwijsinstelling past 

Ook andere criteria die niet of nauwelijks in het kader van studentselectie zijn onderzocht maar wel vaak als positieve voorspellers in onderzoeken naar personeelsselectie zijn gevonden, worden door de Utrechtse onderzoekers genoemd als interessante criteria voor studentselectie. Zo werd een test van de mate waarin een individu bij een organisatie past altijd als een positieve voorspeller van personeelsselectie bevonden. Omdat eerder onderzoek heeft aangetoond dat studenten beter presteren in academische omgevingen die passen bij hun eigen persoonlijkheid, zou het bekijken in hoeverre een student bij een onderwijsinstelling past, een onderdeel van studentselectie kunnen worden. Daartoe is eerst onderzoek nodig naar een dergelijke test in het kader van studentselectie; zulk onderzoek hebben de onderzoekers namelijk niet kunnen vinden.  

Het zelfbeeld van studenten en de mate waarin zij verschillende dingen tegelijk kunnen doen zijn twee andere non-cognitieve criteria die in het kader van personeelsselectie altijd een positieve voorspellende waarde blijken te hebben, maar nog niet in het kader van studentselectie zijn onderzocht.  

Cijfers zijn goede selectiecriteria 

In de geselecteerde artikelen werd ook 503 keer verslag gedaan van onderzoek naar cognitieve criteria zoals cijfers, gestandaardiseerde toetsen en talenkennis. Het merendeel van die artikelen, namelijk 461, behoorde tot literatuur over studentselectie. Vooral de voorspellende waarde van cijfers en gestandaardiseerde toetsen voor studentselectie blijkt vaak onderzocht te zijn. In het geval van cijfers heeft 87 procent van de onderzoeken een positieve voorspellende waarde voor studentselectie gevonden, schrijven de onderzoekers. Daarbij wordt vermeld dat de cijfers voor wiskunde de beste voorspellers zijn. Voor gestandaardiseerde toetsen vindt 74 procent van het onderzoek daarnaar een positieve voorspellende waarde. Het verschil in de voorspellende waarde van cijfers en gestandaardiseerde toetsen is volgens de Utrechtse onderzoekers in lijn met veel theorie.  

Ook taalvaardigheid is een cognitief criterium dat, evenals toelatingstoetsen, in het kader van studentselectie is onderzocht. Naar deze twee criteria, waarvoor respectievelijk 71 procent en 64 procent van de onderzochte literatuur een positieve voorspellende waarde heeft gevonden, is echter veel minder onderzoek gedaan. 

Onderzoek nodig naar studentselectie buiten geneeskundeopleidingen 

Het toevoegen van de genoemde non-cognitieve criteria aan selectieprocedures voor studenten kan ervoor zorgen dat hun non-cognitieve vaardigheden, die steeds belangrijker worden in het hoger onderwijs, beter worden gemeten, concluderen de  onderzoekers. Dat leidt weer tot betere selectieprocedures, betogen zij. Het identificeren van de vereiste vaardigheden, wat per opleiding of studieprogramma met selectie moet gebeuren, zal echter zorgvuldig moeten gebeuren. Daarnaast moet men goede maatstaven vinden om te meten in hoeverre aspirant-studenten deze vaardigheden hebben. 

Ook schrijven de onderzoekers dat de literatuur over studentselectie gaten vertoont. Door inzichtelijk te maken naar welke selectiecriteria nog weinig onderzoek is gedaan, hopen zij collega’s aan te zetten tot het vullen van deze gaten in de kennis. Daarnaast melden de onderzoekers dat de literatuur over studentselectie vooral onderzoek onder geneeskundeopleidingen betreft, terwijl dat een vrij specifieke groep studenten is. Zij roepen daarom op tot het doen van onderzoek naar studentselectie in andere studierichtingen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK