Pan-Europese master eerste stap naar Europese Universiteit

Interview | de redactie
10 september 2021 | Bij de Universiteit Utrecht is onlangs een pan-Europese master van start gegaan. De master is geaccrediteerd in vijf Europese landen en leert studenten denken in Europese termen, vertelt Jan Haarhuis. De master vormt de eerste fase van een Europese Universiteit.
Betrokkenen bij het CHARM-EU project waaruit de pan-Europese master is voortgekomen.

De master Global Challenges for Sustainability is een gezamenlijke master van de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Barcelona, de Eötvös Loránd University uit Budapest, het Trinity College uit Dublin en de Universiteit van Montpellier. Het plan voor een pan-Europese master ontstond begin 2019, vertelt Jan Haarhuis, onderwijskundige bij de Universiteit Utrecht en een van de trekkers van het project CHARM-EU. “Als universiteiten wilden we iets nieuws doen, innovatief onderwijs ontwikkelen, iets anders dan bestaande cursussen delen met anderen.”  

Eén van de grootste uitdagingen in de aanloop naar de master werd gevormd door het accreditatieproces; de opleidingen moest immers in elk land worden geaccrediteerd door de bevoegde instantie. “Al vanaf het begin hebben we gesprekken gehad met accreditatie-instanties in de vijf betreffende landen; zodra we de contouren van het programma hadden, hebben we hen gevraagd daarop te reflecteren”, legt Haarhuis uit. “Op onze beurt wilden wij weten hoe we hen het best tegemoet konden komen en hen comfort konden bieden om het in hun eigen land te kunnen uitleggen. Ook mensen die zich binnen de Europese Commissie bezighouden met de kwaliteit van onderwijs zijn hierbij betrokken geweest. We hebben hen van tevoren onze ideeën opgestuurd en daarover met hen gesproken.” 

Transparantie en gezamenlijke aanpak 

De gesprekken met de verschillende commissies leiden tot het optuigen van een externe commissie van experts die het voorziene onderwijsprogramma toetste. Hun bevindingen werden vervolgens gebruikt voor de accreditatie in de verschillende landen. “Over het geheel genomen zijn we heel content met de wijze waarop de accreditatie is verlopen, zeker gezien het feit dat het allemaal binnen anderhalf jaar moest gebeuren.” 

Vooral de transparante en gezamenlijke aanpak lijkt de sleutel te zijn geweest in de succesvolle accreditatie. “Je moet al die verschillende partijen heel snel meenemen in het proces, je moet het gesprek aangaan, goed luisteren om de verschillen boven water te krijgen, overeenstemming bereiken,” somt Haarhuis op, “én zorgen dat je programma voldoet aan de eisen van de verschillende landen.”  

Onderwijsontwikkeling in samenspraak 

Nu de master van start is gegaan, wil men studenten opleiden tot professionals die bedrijven, organisaties en overheden kunnen helpen in verduurzamende veranderingen. “De master draait rond het brede thema van duurzaamheid; het raakt bijvoorbeeld aan de SDG’s van de UN en thema’s zoals de Europese Green Deal. We richten ons daarbij op transdisciplinair onderwijs. We verbinden dus kennis en expertise binnen onze instelling en exterene belanghebbendenmet elkaar”, vertelt Haarhuis. 

Dat onderwijs wordt niet alleen door de onderwijskundigen en inhoudelijk experts van de universiteiten ontwikkeld, ook organisaties buiten het onderwijs helpen mee in de ontwikkeling daarvan. Zij weten vaak beter wat de meest prangende vraagstukken zijn in allerlei gebieden en omstandigheden. “Vorig jaar juli hebben we een forum gehad met externe belanghebbenden. Daarnaast hebben we gebruikgemaakt van de connecties die betrokken academici al hadden. Zo zijn er nu tussen de tachtig en honderd organisaties vanuit de hele wereld die hebben aangegeven graag bij Charm-EU betrokken te zijn. Daarbij gaat het om grote multinationals met honderdduizenden werknemers tot kleine organisaties en ngo’s, een heel gemêleerd gezelschap.” 

Lokaal denken in een Europese samenstelling 

Omdat duurzaamheidsvraagstukken bijna altijd een multidisciplinaire aanpak vereisen, heeft men geprobeerd de studenten met allerlei verschillende vooropleidingen aan te trekken; een universitair bachelor-diploma is de enige vereiste. “We hebben zelfs zodanig geselecteerd dat we studenten uit de breedte van alle disciplines hebben aangetrokken”, vertelt Haarhuis. Voor ons onderwijs is het van belang dat studenten uit allerlei richtingen met elkaar in gesprek zijn. We willen namelijk dat de studenten groepsgewijs uitdagingen identificeren en aangaan tijdens deze masteropleiding. Door hun diverse vooropleidingen kunnen zij dan allen vanuit de eigen achtergrond inbreng leveren.” 

Dit groepsgewijs aangaan van gekozen uitdagingen, steeds geënt op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) van de Verenigde Naties, staat centraal in de master.  “We hebben deze week, op de tweede dag van het onderwijs, al een hybride bijeenkomst gehad waarbij studenten met elkaar in gesprek gingen aan twaalf thematafels. Over die tafels waren de SDGs verdeeld, en per tafel moesten de studenten probleemgebieden binnen die SDGs aanwijzen. Daarbij konden ze in gesprek gaan met experts vanuit de betrokken instellingen en experts van externe organisaties. Zo kunnen studenten al vroeg in het programma nadenken over de uitdagingen die ze tijdens het traject willen aangaan – welk SDG en welk probleemgebied. Het is belangrijk dat studenten het voortouw nemen.”  

Aangezien studenten internationale of juist heel lokale uitdagingen kunnen kiezen voor hun groepsopdrachten, zou het kunnen dat studenten uit Barcelona, Boedapest en Utrecht samen nadenken over een verduurzamende verandering bij een Utrechtse woningbouwcorporatie, bevestigt Haarhuis. “Door allerlei lokale, nationale en internationale uitdagingen rondom duurzaamheid te behandelen, willen we onze studenten een breed denkveld meenemen – niet alleen gericht op Nederland, maar op Europa.”  

Hybride contact met studiegenoten 

De master is gestart met vijfenzeventig studenten, verdeeld over vijf Europese universiteiten. De campus van CHARM-EU is daarom virtueel, en op elke instelling is een hybride onderwijsruimte ontwikkeld, legt Haarhuis uit. “Het onderwijs vindt synchroon en a-synchroon plaats. Wanneer het synchroon is en het een college betreft dat door een docent van een van de partnerinstellingen wordt gegeven, zullen sommige studenten fysiek aanwezig zijn en de anderen online. Daarbij kan natuurlijk wel iedereen vragen stellen en anderszins participeren. Het kan ook zijn dat er een werkcollege is waarbij meerdere docenten betrokken zijn, zodat elke docent op locatie een werkcollege geeft. Uiteindelijk krijgt iedere student echter vergelijkbaar onderwijs.” 

Daarnaast bevat de master veel kleinschalig groepsonderwijs met veel actieve werkvormen in groepsverband, vertelt Haarhuis. Ook binnen de groepen zal het contact dus veelal hybride of online plaatsvinden. Het programma bevat echter wel een verplichte uitwisseling van studenten. “We willen dat studenten ook in een andere cultuur in aanraking komen met uitdagingen rond verduurzaming. Daarom zullen studenten bij voorkeur een volledig semester op een andere universiteit volgen. Het kan ook dat ze voor een bepaalde opdracht een aantal weken naar een andere universiteit gaan omdat daar het laboratorium is waar het benodigde onderwijs plaatsvindt.” 

We ontwikkelen niet alleen een master, maar een universiteit 

De vijf universiteiten die de gloednieuwe pan-Europese master dragen, zetten daarmee een stap richting een Europese Universiteit, vertelt Haarhuis. “Dat idee is in een stroomversnelling terechtgekomen nadat de Franse president Macron het in 2017 noemde in een toespraak bij de Sorbonne. Dat is toen opgepikt, er is een project van start gegaan en vandaaruit is een call uitgeschreven. Die call is in de tussentijd weer aangescherpt en uitgebreid; er zal eind dit jaar een tweede call uitgaan waar de huidige allianties een voorstel kunnen indienen voor de volgende fase 2022-2027, zo snel gaat het nu. Europa is dit initiatief nog veel belangrijker gaan vinden.” 

De samenwerking tussen de vijf universiteiten betreft nu nog een master, maar daar blijf het niet bij, voorspelt Haarhuis. “We ontwikkelen natuurlijk niet alleen een master, we ontwikkelen een universiteit. We willen dit masterprogramma gaan verbreden en verdiepen, maar we zullen ook gaan nadenken over onderzoek, promotietrajecten en leven lang leren. Dat zijn interessante uitbreidingen die passen binnen zowel onze universiteit als binnen een Europese Universiteit.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK