Instellingen moeten mentale gezondheid van studenten beter ondersteunen

Nieuws | de redactie
15 maart 2022 | Onderwijsinstellingen moeten de mentale gezondheid van hun studenten beter ondersteunen, bepleiten onder andere het Trimbos Instituut en de Nationale Jeugdraad. Speciale vakken en een veilige omgeving kunnen daarbij helpen.
Samia Boukhizzou, bestuurslid van JOB MBO tijdens de Rondetafel in de Tweede Kamer

Tijdens een rondetafelgesprek van de vaste commissie Welzijn en Sport pleiten verschillende organisaties voor een prominentere rol voor onderwijsinstellingen bij het ondersteunen van de mentale gezondheid van studenten. Prestatiedruk en sociale isolatie vanwege coronamaatregelen versterken mentale problemen onder jongeren. Instellingen kunnen hun studenten ondersteunen door speciale vakken te geven en door ondersteunende vaardigheden van het onderwijspersoneel te versterken. 

Minder zekerheden voor jongeren 

“Het aantal jongeren dat mentale ongezondheid ervaart is sinds het eind van 2020 verdubbeld”, verklaart Tanja Traag van het Centraal Bureau voor de Statistiek tijdens de Rondetafel. “Ongeveer een op de vijf jongeren tussen de 18 en 25 jaar heeft last van mentale ongezondheid.” Dit is deels te verklaren door de hevige impact van de coronamaatregelen op uitwonende studenten, maar er is ook een groep die opluchting ervoer tijdens de lockdown, zegt Traag. “In algemene zin hebben adolescenten het heel druk. Daarnaast maken ze zich zorgen over de toekomst; veel dingen die vroeger zeker waren zijn dat nu niet meer.” 

Volgens Hannah Hollestelle van MIND Platform is hier een rol weggelegd voor de hoger onderwijsinstellingen. Volgens haar moeten instellingen de prestatiedruk verlagen en de jongeren onderwijzen in het omgaan met mentale problemen. Hoewel er al succesvolle projecten lopen – zoals de MIND Young Academie, een platform met informatie over mentale (on)gezondheid voor jongeren – kunnen instellingen volgens Hollestelle meer doen. Een manier is lessen over mentale gezondheid organiseren, maar het liefst zou Hollestelle een totale cultuurverandering zien, waarin alle docenten weten hoe ze studenten met stress kunnen helpen. 

Mentale gezondheid is een taboe 

Ook Samia Boukhizzou, bestuurslid van JOB MBO, ziet dat de ervaringen binnen een school of instelling veel impact kunnen hebben op de mentale gezondheid van jongeren. Door de coronamaatregelen liepen veel mensen op het mbo en hbo studievertraging op, doordat examens en stages werden uitgesteld of doordat hun lesmateriaal niet konden betalen wegens financiële problemen. Dit zorgde voor veel extra stress. “We hoorden van studenten dat er op school geen plek was om erover te praten”, zegt Boukhizzou. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Boukhizzou wijst er daarnaast op dat jongeren een groot deel van hun tijd studerend doorbrengen. Veel mbo-studenten zijn dan ook geneigd om als eerste naar hun studieloopbaanbegeleiders te stappen als ze thuis problemen ervaren. “Maar studieloopbaanbegeleiders sturen studenten die niet lekker in hun vel zitten vaak door naar een vertrouwenspersoon en de wachtlijsten van de vertrouwenspersonen zijn vaak enorm.” Bovendien is mentale gezondheid volgens Boukhizzou op het mbo een taboe; in de media gaat het vaker over de mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijs. “Mbo-studenten worden daar veel te vaak in vergeten.” 

Vincent Vegt van de Nationale Jeugdraad wijst erop dat er altijd stressfactoren zullen bestaan voor jongeren. Volgens hem moeten instellingen jongeren helpen hiermee om te gaan door er vakken over te geven en mentoren te leren hoe ze studenten het beste kunnen ondersteunen. Dit kan volgens Vegt zorgen voor een veilige sfeer waarin het makkelijker is om over de mentale gezondheid van jongeren te praten. Daarnaast benadrukt Vegt dat jongeren de politiek jongeren in de besluitvorming moet betrekken, omdat ze zelf het beste weten wat voor hen werkt. 

‘We moeten zorgen voor een stevige basis’ 

Marloes Kleinjan van het Trimbos Instituut waarschuwt voor de standaarden die sommige instellingen aan hun studenten opleggen. “Jongeren voelen minder de ruimte om te falen en denken vaak dat ze het in één keer goed moeten doen”, zegt Kleinjan. “Het narratief in de huidige samenleving gaat over excellentie en maakbaarheid. Wanneer iets niet lukt, dan ligt het aan jezelf.” Dit narratief wordt volgens Kleinjan in stand gehouden door instellingen, maar ook door ouders en door het onderwijsbeleid. Om dit tegen te gaan moeten instellingen goed kijken naar wat ze uitdragen; gaat het om welzijn en persoonlijke groei of ligt de nadruk op het presteren en excelleren? 

Kleinjan pleit daarom voor een integrale aanpak om de mentale gezondheid van jongeren te ondersteunen. “Om het welbevinden van jongeren te versterken zijn losstaande interventies niet genoeg”, aldus Kleinjan. Een duurzamere aanpak richt zich op het ontwikkelen van sociaalemotionele vaardigheden binnen het onderwijs; niet alleen voor docenten en studenten, maar ook voor de rest van het onderwijspersoneel. Het Trimbos Instituut is al bezig met het programma Welbevinden op School en onderzoekt of dit naar het mbo en het hoger onderwijs vertaald kan worden. 

Daarnaast waarschuwde Kleinjan dat huidige preventiemaatregelen te veel vanuit de zorg worden opgezet. Het doel van die maatregelen is nu om mentale problemen bij jongeren zo vroeg mogelijk te signaleren om ze vervolgens laagdrempelige hulp te bieden. “Dat is heel belangrijk”, zegt Kleinjan, “maar eigenlijk moeten we eerder beginnen en zorgen voor een stevige basis.” Kleinjan redeneert dat mentale problemen pas echt voorkomen worden wanneer de emotionele weerbaarheid van jongeren wordt versterkt.   


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK