Nederlands internationaliseringsbeleid: oren open, oogkleppen af

Opinie | door Hans de Wit
12 december 2022 | Het internationaliseringsbeleid in het Nederlandse hoger onderwijs wordt meer bepaald door marktwerking en concurrentie dan doorwrochte visie, zegt Hans de Wit, voormalig directeur van het Center for International Higher Education bij het Boston College. Hij raadt Nederlandse beleidsmakers aan om de oog- en oorkleppen af te doen en te leren van hetgeen in het buitenland gebeurt – want Nederland is niet het enige land dat worstelt met dit vraagstuk. 
Beeld: Andrew Butler

Ik heb met belangstelling en instemming de bijdrage van Sander van den Eijnden gelezen, waarin hij constateert dat het Nederlandse internationaliseringsbeleid de afgelopen dertig jaar weinig is opgeschoten. Het is inderdaad triest maar waar.  

In de jaren negentig was Nederland zowel in beleid, uitvoering als analyse internationaal vooraanstaand. Organisaties zoals Nuffic en de NVAO (die aan het begin van deze eeuw werd opgericht) liepen voorop en werden in het buitenland als richtinggevend aangehaald. Het ‘Center for Higher Education Policy Studies’ (CHEPS) werd international als een toponderzoekscentrum op het gebied van hoger onderwijs beschouwd en diverse individuele onderzoekers hadden een belangrijke invloed op de ontwikkeling van internationaliseringstheorie, beleid en uitvoering.  

Helaas is van die erkenning in Nederland  weinig over; in ieder geval wordt er in het buitenland meer aandacht en betekenis aan de bijdragen van Nederlandse internationaliseringswetenschappers gegeven dan hier.  

Internationalisation at home kan ook in het Nederlands 

Het huidige beleid kenmerkt zich niet alleen door dovemansoren maar ook door oogkleppen. Internationalisering wordt hier zowel door voor- als tegenstanders met een uitsluitend Nederlandse blik bekeken en er lijkt weinig geleerd te worden van inzichten uit het verleden of uit het buitenland. Internationalisering wordt nog steeds nagenoeg uitsluitend geïdentificeerd met werving van buitenlandse studenten en het onderwijs geven in de Engelse taal, een misvatting die ik al in mijn oratie als lector aan de HvA in 2011 al aan de kaak stelde.  

Internationalisation at home’, waarnaar Nederlanders internationaal vooraanstaand onderzoek hebben gedaan, wordt, zoals nog recentelijk door Lotte Jenssen in ScienceGuide, afgedaan als “een soort modewoord waarmee men zegt dat dankzij de komst van buitenlandse studenten, we hier kunnen internationaliseren. Dat is wat mij betreft een vreemde manier om te zeggen dat internationalisering alleen via die weg zou kunnen verlopen.” Inderdaad, dat is een wel erg vreemde interpretatie van dit concept, want ‘internationalisation at home’ gaat juist om het bevorderen dat alle Nederlandse studenten internationale en interculturele competenties op doen, en niet alleen die twintig procent die naar het buitenland gaat.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De aanwezigheid van buitenlandse studenten is daar een van de vele mogelijke instrumenten voor, maar zeker niet de belangrijkste. Internationalisation at home richt zich vooral op het leren van en het omgaan met de internationale en interculturele diversiteit in relatie tot de Nederlandse samenleving en kan ook heel goed in de Nederlandse taal. Het biedt daarmee tevens een belangrijk verdieping op het burgerschapsonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs.  

Internationalisering meer vanuit marktwerking dan strategie  

Internationalisering is helaas een containerbegrip geworden waarvan iedereen naar lieve lust uit eigen belang gebruikmaakt, zonder context, zonder visie en zonder gebruik te maken van het rijke vergelijkingsmateriaal dat internationaal voorhanden is. Het aantal onderzoekers en onderzoekscentra, promovendi, publicaties in wetenschappelijke tijdschriften over (aspecten van) internationalisering is internationaal de afgelopen jaren explosief gegroeid. Gelukkig zien we ook een nieuwe generatie van Nederlandse onderzoekers, die internationaal actief zijn.  

Leer van hen en van hun collega’s elders, en constateer dat onderwerpen zoals de rol van het Engels, het ongelimiteerd werven van buitenlandse studenten en de uitdagingen betreffende kwaliteit van onderwijs en dienstverlening ook elders spelen. Werving van buitenlandse studenten is echter meer gerelateerd aan de marktwerking in het hoger onderwijs dan aan internationalisering, waarbij het voornamelijk om economische doelstelling gaat.  

Als er goede Nederlandse onderzoeksrapporten verschijnen, zoals die van de Inspectie en de KNAW over de rol van het Engels of heel recentelijk het rapport van de Adviesraad Wetenschap en Technologie over kennisontwikkeling en kennisveiligheid, maak daar dan gebruik van en accepteer de nuances in hun aanbevelingen in plaats van te polariseren en oogkleppen op te doen.  

Moet we op bachelor-niveau zo ruimhartig werven? 

Om bij het heetste hangijzer van de afgelopen jaren te beginnen: probeer niet één standpunt en actie te formuleren maar plaats het in de lokale en institutionele context. Het is belangrijk dat op master- en PhD-niveau opleidingen in het Engels worden aangeboden bij instellingen zoals de WUR, de TU Delft en de TU Eindhoven. Ook bij specifieke opleidingen aan andere universiteiten en hogescholen kan internationaal onderwijs in het Engels en het werven van toptalenten belangrijk zijn, maar moeten zij ook op bachelor-niveau zo ruimhartig werven en in het Engels doceren?  

In plaats van die vraag echt te beantwoorden schuiven sommige universiteiten liever de verantwoordelijkheid af naar de minister. Het is op zich terecht dat de Maastrichtse bestuursvoorzitter Rianne Letschert opkomt voor het internationale karakter van de Universiteit van Maastricht, maar dat impliceert nog niet dat nuancering en beperking van internationale werving en onderwijs in het Engels elders een uiting zou zijn van nationalisme en populisme, zoals Lotte Jenssen terecht opmerkt.  

Nood aan visie op internationalisering 

De argumenten van marktwerking en het in stand houden van opleiding hebben de overhand gekregen over een analyse van het waarom en waarvoor van Engelstalig onderwijs en het werven van buitenlandse studenten. Een visie op internationalisering, waar Sander van den Eijnden terecht voor pleit, vraagt om een heldere analyse waarom en in welke context internationalisering belangrijk is en wat we ermee willen bereiken. Internationalisering is geen doel in zichzelf maar moet gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs, ons onderzoek en onze dienstverlening aan de samenleving.  

De extreme nadruk op concurrentie en marktwerking van de afgelopen jaren moet omgezet worden in een meer inclusief en ethisch internationaliseringsbeleid. Luisteren en om je heen kijken helpt, evenals nuancering. Net als Sander van den Eijnden ben ik al veertig jaar met internationalisering bezig en heb ik uitvoering, beleid en onderzoek in al die jaren ruim met elkaar gecombineerd. Ik heb daarbij ook altijd over de grens gekeken en gewerkt; dat verruimt de blik. Ik zal niet beweren dat het elders zo veel beter is geregeld dan in Nederland (zie bijvoorbeeld mijn blog met Philip Altbach voor University World News van 3 december 2022), maar er wordt in ieder geval geluisterd en rondgekeken naar hoe het beter kan. In Nederland lijkt men alleen maar oeverloos langs elkaar heen te praten.  

Zoals Sander van den Eijnden stelt is de huidige minister prima uitgerust om wél een visie op internationalisering te ontwikkelen. Geef hem de tijd, dan kan hij in Europees verband samenwerken met een nieuwe generatie ministers met visie en internationale ervaring in het hoger onderwijs, zoals Pedro Teixeira in Portugal en Ligia Dega in Roemenië.  

Hans de Wit : 

Distinguished Fellow, Professor Emeritus en voormalig directeur van het Center for International Higher Education, Boston College. Hij is Senior Fellow van de International Association of Universities (IAU), consulting editor ‘Policy Reviews in Higher Education’ en co-editor ‘International Higher Education’. Hij heeft een groot aantal boeken en artikelen geschreven over internationalisering van het hoger onderwijs en vele universiteiten, overheden en internationale organisaties hierover geadviseerd.           


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK