Studentsucces verbeteren? Focus op oorzaken, niet op symptomen

Opinie | door Ellen Klatter & Guus Smeets
19 juni 2023 | De maatregelen vanuit OCW om studieuitval (mbo) en studiestress (hbo) te verminderen lijken sympathiek, maar missen een fundamentele probleemanalyse. Teleurstellend dat onze minister van OCW de methode van de wetenschappelijke leer niet blijft hanteren, schrijven Ellen Klatter (Hogeschool Rotterdam) en Guus Smeets (Erasmus Universiteit Rotterdam).
Beeld: Joshua Hoehne

Studentsucces voor het mbo vat de minister op als het resultaat van instroom, doorstroom en uitstroom; de klassieke definitie van studiesucces. Dat succes daalt: veel mbo’ers stoppen voortijdig met hun opleiding. Daardoor zijn ze vaker werkloos, doen ze vaker een groter beroep op sociale voorzieningen en de zorg, en hebben ze een grotere kans om in criminaliteit te vervallen. Bovendien is het in tijden van arbeidstekorten van belang dat zoveel mogelijk jongeren een opleiding afronden en aan het werk gaan.

Om uitval tegen te gaan, presenteert Dijkgraaf een Aanvalsplan met gerichte maatregelen; er moet van alles beter, soepeler, meer, of op maat. Welke mechanismen de feitelijke oorzaak vormen van het probleem wordt echter nog onvoldoende onderzocht. De toegezegde miljoenen lijken sympathiek, maar vormen vooral pleisters op de wond van een economisch probleem.

Bsa en studentsucces

Voor studentsucces in het hoger onderwijs richt de minister zijn pijlen op studentenwelzijn. Er heerst een epidemie aan mentale klachten onder studenten en ze ervaren te veel stress. Hoewel Dijkgraaf zich realiseert dat studenten ook andere barrières tegenkomen, zoals huisvesting, studieschulden, prestatiedruk of eenzaamheid, is volgens hem de oplossing simpel: verlaag het bindend studieadvies (bsa). 

De grondige probleemanalyse die daarbij van belang is, ontbreekt. Stel dat studenten een ziekmakende prestatiedruk ervaren wanneer ze aan een universiteit gaan studeren, hebben ze dan wel de juiste keuze gemaakt? Verwacht het hoger onderwijs te veel of verwachten studenten te weinig van het hoger onderwijs? Stellen de opleidingen te hoge eisen aan studenten of stellen studenten te hoge eisen aan zichzelf? Waar komt de druk nu echt vandaan?

Onderwijskwaliteit draagt bij aan studentsucces

De toename van mentale klachten beperkt zich niet tot studenten, maar is een breed probleem in Nederland. Veel mensen kampen met eenzaamheid, problemen met huisvesting en financiële moeilijkheden. Wie maakt zich daarnaast geen zorgen over de opwarming van de aarde, de oorlog in Europa, vluchtelingenstromen en de financiële crisis? Heel Nederland lijdt aan ‘de pandemie van mentale klachten’: door oorlogen, klimaatcrisis, wooncrisis, energiecrisis, inflatie, et cetera. Alles waarvan studenten uiteraard ook (misschien zelfs relatief veel) last hebben – maar niet omdat ze student zijn.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het bsa verlagen zonder eerst te onderzoeken of dit nu werkelijk het probleem gaat oplossen, is dat niet vreemd voor een ministerie van wetenschap? Met een vermaard wetenschapper aan het roer verwachten we toch een meer wetenschappelijke aanpak; start met een diepgaande probleemanalyse die inzicht biedt in de mechanismen die de stress (in het ho) en de uitval (in mbo) veroorzaken. Ons punt is dat juist deze redenatieketen ontbreekt. Ad hoc en ondoordacht beleid draagt niet bij aan de onderwijskwaliteit, terwijl juist die een voorwaarde voor studentsucces en studentenwelzijn lijkt.  

‘Slechte’ studenten wegsturen verhoogt onderwijskwaliteit niet

Even terug in de tijd. Het bindend studieadvies was initieel bedoeld om het studiesucces te verbeteren door studenten effectiever te selecteren op basis van hun prestaties in het eerste jaar. Het bsa dient dan echter wel een valide meting te zijn. Was dat het geval? Verbetering van onderwijskwaliteit was niet te verwachten door ‘slechte’ studenten weg te sturen, en ondanks de inzet van kwaliteitsgelden, stelden noch het ministerie van OCW noch de NVAO hogere eisen aan die kwaliteit. 

Dat is op zijn minst opmerkelijk. Het verhoogt immers de kans dat het niet voldoen aan de bsa-norm een gevolg is van zwak onderwijs. Juist de kwaliteit van het onderwijsproces is bij uitstek het mechanisme voor succesvol studeren. 

In de hele discussie over het bsa blijft de kwaliteit van een opleiding, het docententeam en het management traditioneel buiten schot. Toch ligt juist daar de eerste verantwoordelijkheid voor het organiseren van een studeerbaar programma dat curriculair, didactisch én pedagogisch zo goed in elkaar zit dat studenten met plezier, succes én welzijn kunnen studeren. 

Verlagen van bsa-norm zal meer kwaad dan goed doen

Afgezien van de vraag of de bsa-norm echt een oorzaak is van het lage studentenwelzijn, zijn er goede redenen om aan te nemen dat het verlagen van de bsa-norm studenten in ieder geval meer kwaad dan goed zal doen. Onderzoek aan de Erasmus Universiteit wijst uit dat juist een hoge bsa-norm van 60 studiepunten, in combinatie met compensatiemogelijkheden en een beperkt aantal herkansingen, een sterk positief effect heeft op het studiesucces van studenten. Voor instromers met het laagste cijfergemiddelde in de vooropleiding was het effect juist het grootst en nam de uitval niet toe (Fig. 1). 

Figuur 1. Propedeuserendement vóór en na de invoering van de BSA-norm van 60 EC

Met name de wat zwakkere studenten profiteren van een systeem dat uitstelgedrag voorkomt. Deze vliegende start was zelfs na drie jaar nog zichtbaar: meer studenten haalden hun bachelor-diploma. Ook hier profiteerden de zwakste studenten het meest (Fig. 2). De lat hoger leggen en uitstelgedrag voorkómen draagt dus bij aan studiesucces, zowel op de korte als op de langere termijn. Te verwachten is dat de groep die minister Dijkgraaf denkt te beschermen, juist het hardst getroffen wordt. Dat zou het middel erger maken dan de kwaal en de maatregelen vooral een vorm van symptoombestrijding doen zijn. 

Figuur 2. Diplomarendement vóór en na de invoering van de BSA-norm van 60 EC

Wie studentsucces wil verbeteren, richt zich op onderwijskwaliteit

Dus minister Dijkgraaf, blijf ook in de ministeriële rol de wetenschappelijke werkwijze hanteren door te starten met een goede probleemanalyse. Als je het welzijn van studenten echt wilt verbeteren, en faalervaringen wilt voorkomen, richt je dan op het verhogen van de onderwijskwaliteit. Het lukraak verlagen van de bsa-norm om het studentenwelzijn te verhogen getuigt daar niet van.

Reageren op dit stuk middels een ingezonden bijdrage? Neem contact op met de redactie via redactie@scienceguide.nl.

Wees niet bang om te blijven kijken naar studiesucces als uitkomstmaat van het onderwijs – al was het maar omdat een snelle doorstroom en een hoog numeriek rendement niet alleen gunstig is voor studentenwelzijn en hun financiering, maar ook voor de onderwijsinstelling qua werkdruk en kostenbesparing. Ook de maatschappij, die vraagt om meer hoger opgeleiden, heeft hierbij baat. 

Uiteindelijk is het economische belang het grootste goed van deze regering, nietwaar? 


Bronnen

Ellen Klatter : 

Lector Versterking Beroepsonderwijs en Lector Studiesucces bij Hogeschool Rotterdam.

Guus Smeets : 

Hoogleraar Psychologie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK