“Bij burgerinspraak moet je ruimte laten voor écht conflict”

Interview | door Michiel Bakker
13 juli 2023 | Van buiten lijken processen voor burgerinspraak vaak geoliede machines, maar in werkelijkheid blijft de leefwereld van wijkbewoners in armere wijken vaak buiten beeld. Dat zeggen lectoren Maja Ročak (Fontys Hogescholen) en Sabrina Keinemans (Zuyd Hogeschool). Zij pleiten voor politisering: stel bewoners in staat zich te organiseren en hun stem te laten horen. “Daarmee verdeel je de macht.”
Maja Ročak (links) en Sabrina Keinemans.

Maja Ročak is lector Sociale Veerkracht bij Fontys Hogescholen, maar werkt ook binnen het lectoraat Sociale Integratie van lector Sabrina Keinemans bij Zuyd Hogeschool. Samen doen ze onderzoek naar burgerinspraak in Heerlen-Noord. In deze buurt zijn de kansen voor bewoners zoveel lager dan gemiddeld dat er een Nationaal Programma is opgezet om dit te veranderen. Waar onderzoek en stedelijke ontwikkeling ten bate van burgers plaatsvindt, moeten de wensen, behoeften en leefwijzen van die burgers goed in kaart worden gebracht. Precies daaraan schort het vaak, zeggen Ročak en Keinemans.

Vanuit gemeentes, maatschappelijk werkers en ‘sociale makelaars’ wordt burgerinspraak vaak geschetst als een goedgeoliede machine, vertelt Ročak. “Er is een scala aan beleidstaal zoals ‘dialogen’ en ‘burgerpanels’, waarmee men wil laten zien wat ze allemaal doen. Die groep bereiken ze zus, de andere zo, en het werkt voor doelgroep x, dus ze denken dat ze het goed geregeld hebben. Ga je echter in gesprek met de mensen die echt in de wijk wonen, dan zie je een leefwereld die buiten beschouwing blijft.”

Moraliserende organisatie van burgerinspraak

Hoe kan dat? “Die twee werelden komen gewoon niet met elkaar in contact”, concludeert Keinemans. “Dat komt deels doordat burgerinspraak zowel qua vorm als qua inhoud wordt georganiseerd op voorwaarden van degene die aan de knoppen zit en niet aansluit op de leefwereld van de wijkbewoners. Zo wordt stedelijke ontwikkeling vaak ingezet met ‘levelling up’ als doel, wat heel moraliserend is: ‘zo moeten jullie gaan leven’, zeg je daarmee. Dat is een gebrek aan respect. Daarnaast is het altijd de vraag of het ideaalplaatje van die ontwikkelaars überhaupt een haalbare realiteit is voor de mensen om wie het gaat.”

Ga dan de wijk in om daarop antwoord te vinden, zou men denken, maar dat levert volgens Keinemans soms pijnlijke plaatjes op. “Denk aan wijksafari’s waarin door de wijk wordt gelopen en even kort met bewoners wordt gesproken. Zo krijg je natuurlijk geen beeld van hun echte leven.” 

We zien steeds vaker mensen die de overheid mijden

In alle manieren waarop stedelijke ontwikkelaars de perspectieven van inwoners verzamelen, ontbreekt het vaak aan representativiteit, diversiteit en oog voor machtsverhoudingen. Vooral die laatste factor kan een bepalende rol spelen, zegt Ročak. Bewoners van wijken zoals Heerlen-Noord hebben bijvoorbeeld te maken met ‘territoriale stigmatisering’ – vooroordelen dat iedereen uit die buurt wel lui of crimineel zal zijn. Zulke stigma’s worden geïnternaliseerd, zegt de lector. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

“Bewoners merken dat ze niet de juiste kleren dragen, niet de juiste taal spreken en volgens anderen niet op de juiste manier leven. Zulke vormen van stigmatisering, evenals een sturende en moraliserende houding van degenen die burgerinspraak organiseren, hebben invloed op de uitkomst ervan.”

Via hun onderzoek, ook actief in andere Limburgse gebieden, horen de onderzoekers steeds vaker dat bewoners een gebrek aan erkenning voelen. “Ze ervaren niet alleen dat hun stem niet ertoe doet, ze proberen zelfs de overheid te mijden en onder de radar te blijven in plaats van gebruik te maken van hun recht. ‘Onder de radar blijven’ is een thema dat in al die onderzoeken zichtbaar wordt”, delen de onderzoekers hun zorg. “Dat is precies het tegenovergestelde van hetgeen wordt beoogd met inspraakprocessen.”

Burgerinspraak in een ruimte voor conflict

In de ‘agonistische ruimte’, een concept van de Belgische politicologe Chantal Mouffe, zien Ročak en Keinemans een betere optie. “In die opzet is ruimte voor conflict – écht conflict, bijvoorbeeld over de vraag welke kant het op moet met de duurzaamheidstransitie in de wijk. Het kan heel goed dat bewoners daarover verschillende standpunten hebben, ook standpunten die nu worden weggezet als irrationeel of zelfs immoreel. Dat polariseert”, aldus Keinemans. 

“Volgens mij ontkomen we er niet aan om dus toch te luisteren, ruimte te maken voor het conflict en alles te laten doordringen – maar dan wel in een ruimte met verschillende uitwegen, niet een soort sluis naar een vooraf bepaalde consensus.” 

Besluit niet over maar met bewoners

Is het soms niet beter om te luisteren naar experts in plaats van ieders opvatting gelijkelijk te wegen? Keinemans snapt die vraag, maar benadrukt in haar antwoord dat kwesties zoals de duurzaamheidsaanpak in een wijk door en door politiek zijn. “Experts weten hoe je aan iets werkt, maar waaraan ga je werken? Nu wordt dat vaak besloten zonder daarin burgers te horen, waarmee wordt miskend dat burgers politieke actoren zijn die juist moeten meepraten over de te volgen koers.”

Om burgers daartoe in staat te stellen, is collectivisering nodig, zeggen Ročak en Keinemans. “In de afgelopen decennia hebben we in Nederland vooral geïnvesteerd in individualisering. Je kunt mensen echter ook op het niveau van een gemeenschap – of groter – collectiviseren en hen vanuit die hoedanigheid hun belangen laten behartigen. Daarmee verdeel je de macht”, aldus Ročak. 

In de Verenigde Staten wordt veel geëxperimenteerd met zulk soort community organizing, waarbij een lid uit een groep van bijvoorbeeld vijfhonderd mensen meepraat aan de tafel waarop bepaalde vraagstukken liggen, zegt ze. “Zo’n politiserende versie van sociaal opbouwwerk zie je in Nederland eigenlijk niet meer. Wij zijn hier vooral bezig met het organiseren van harmonieus samenleven, niet met politiseren.” 

Rechtvaardigheid en inclusie kernaspecten van sociaal werk

Een oplossing voor deze problematiek is niet eenvoudig te vinden, maar Ročak en Keinemans noemen sowieso een cultuuromslag als onmisbaar ingrediënt. “Er gelden sterke opvattingen over de goede manier om een leven te leiden – bijvoorbeeld dat je betaald werk moet verrichten. In ons onderzoek komen we bijvoorbeeld mensen tegen die na een arbeidsreïntegratietraject nauwelijks ruimer bij kas zitten en zich dan ook nog eens onder slechte omstandigheden suf moeten werken. Toch vindt onze maatschappij dit beter dan in een bijstandssituatie verkeren”, zegt Keinemans. 

“Daar zit het euvel. Wij verwachten van mensen met structurele opgaven dat ze toch voldoen aan ons beeld van ‘goed leven’.” 

Zelf zien de lectoren het als hun plicht zich te blijven inzetten voor degenen die nu niet worden gehoord. “Bijdragen aan rechtvaardigheid en inclusie van mensen is een van de kernaspecten van sociaal werk.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK