‘Nederlandse universiteiten reproduceren een wit koloniaal kennisregime’ 

Nieuws | door Frans van Heest
31 juli 2023 | De Nederlandse universiteiten zijn een bastion van witte mannen en reproduceren een wit koloniaal kennisregime, zo wordt gesteld in een essaybundel voor de Rijksoverheid. Hoe hogerop in de academische hiërarchie men kijkt, hoe witter het er is. Universiteiten moeten daarom quota instellen vanwege de historische schuld die zij hebben ten aanzien van mensen van kleur, wordt betoogd.
Het Oost Indisch Huis in bezit van de UvA, was het voormalige kantoor van de VOC
Het Oost Indisch Huis in bezit van de UvA, was het voormalige kantoor van de VOC

In de essaybundel ‘Doorwerking van slavernijverleden’ reflecteren tien wetenschappers vanuit hun expertise op de vraag in welke mate het Atlantische slavernijverleden kan doorwerken in hedendaagse ervaringen met discriminatie en racisme. De bundel bevat een bijdrage Patricia Schor, onderzoeker aan de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit en betrokken bij het NWO-project ‘Figures of Race in Dutch Modernity: Blacks, Jews and Muslims’ 

Diversiteitbeleid heeft nauwelijks effect 

Schor wijst erop dat het gehanteerde diversiteitsbeleid niet heeft geleid tot significante aantallen Nederlanders van kleur op de universiteit, noch tot de kritische perspectieven van zwarte studenten die geïncludeerd zijn op de universiteit. In haar essay schrijft zij over de fundamentele kwestie van de productie van kennis over het trans-Atlantische slavernijverleden en over de doorwerking daarvan in het hedendaags racisme.  

Evenals andere instituties moet ook de universiteit rekening houden met de structurerende kracht van systemisch racisme, zegt Schor. “De universiteit is dus niet van ons allemaal, maar moet het (nog) worden.” Zij wil in haar essay aangeven hoe anti-zwart racisme een organiserend principe is in Nederland. Schor benadrukt dat de universiteit daarenboven een kennisregime reproduceert dat mede tijdens het slavernijverleden is bepaald. 

Vestiging van een constitutionele monarchie 

“Nederland was de afgelopen eeuwen cruciaal voor de productie van een kapitalistisch begrip van de mens, waarbij alles werd onderworpen aan een notie van eigendom”, schrijft Schor. Daarmee werd de imperiale en epistemische macht van Nederland en Europa over de hele wereld sterk beïnvloed. 

Deze epistemische en materiële orde is ons koloniale en imperiale erfgoed, aldus Schor. Het huidige neoliberale kapitalisme borduurt voort op dit wereldwijde raciale productiesysteem, dat niet los gezien kan worden van de vestiging van een constitutionele monarchie; in andere woorden: “een democratie onder condities van onvrijheid, ofwel het raciale contract.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De Nijmeegse onderzoeker verwijst daarbij naar Gloria Wekker’s invloedrijke concept van ‘het imperiale culturele archief’. “Dat geeft ons verder inzicht in de erfenis van de slavernij. Wekker omschrijft het culturele archief als “een bewaarplaats van herinneringen in de hoofden en harten van mensen in de metropool, welke inhoud ook stilzwijgend is verankerd in beleid, in organisatorische regels, in populaire en seksuele culturen, en in de alledaagse common sense, en dit alles is gebaseerd op vierhonderd jaar imperiale heerschappij”.”  

De academie blijft het raciale denken onderschrijven 

De academie was instrumenteel in de vorming van het imperiale raciale denken. Die fungeert daarom als een belangrijke gastheer voor ons culturele archief, waarmee men “een imperiale raciale economie, met zijn gender-, geseksualiseerde en geclassificeerde kruispunten, dominante manieren van kennen, interpreteren en voelen blijft onderschrijven”, benadrukt de auteur. 

Witheid is de kern van het Nederlands cultureel archief. Het is een onuitgesproken norm die ingrijpende materiële gevolgen heeft voor zowel degenen die baat hebben bij witheid als voor degenen die het uitsluit, zegt Schor. “Het raciale concept ‘witheid’ ligt verankerd in de zogenaamd neutrale en objectieve retoriek van bureaucratie, zorg, stedenbouw en asielbeleid”, schrijft ze.  

Zwarte activisten zijn niet zeker van hun baan 

Hoewel er – zeker na de Black Lives Matter-demonstraties – steeds meer aandacht is voor antiracisme, is die ook snel weer vervlogen. In de academische wereld heeft deze recente golf van antiracistisch activisme niettemin inzichtelijke tijdschriftartikelen, speciale uitgaven, seminars, en subsidies mogelijk gemaakt. “Echter worden zwarte activisten die de stilte over het koloniale/slavernijverleden en racisme verbreken, niet zonder gevaar voor hun persoonlijke veiligheid en (loop)banen, uitgesloten van de oogst van hun strijd, en dat geldt ook voor de Afrikaanse diaspora in breedste zin”, zo stelt Schor in het essay dat zij schreef in opdracht van de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme. 

Als reactie op de eisen en aanbevelingen van antiracisten, studenten en academici (van kleur) zijn er diversity officers aangesteld op de meeste universiteiten. Zulk diversiteitsbeleid is er daarentegen nauwelijks in geslaagd significante aantallen zwarte mensen of de kritische antiracistische perspectieven van zwarte studenten en activisten op te nemen in de universiteit, stelt Schor teleurgesteld vast.  

“Hoe hogerop in de academische hiërarchie, hoe witter. Tegelijkertijd zijn zwarte mensen oververtegenwoordigd in tijdelijke, onzekere en precaire posities. Achter het mantra van meritocratie schuilen patronen van uitsluiting, achterstelling en benadeling van zwarte mensen.” 

De academische wereld bestaat uit witte culturele klonen 

De academische wereld wordt nu gestuurd door een proces van culturele klonen, waarbij de dominante culturele norm (wit, man, christelijk en westers) wordt gereproduceerd, schrijft Schor. “De voorwaarden om binnen dit academische raciale regime te functioneren, vooruitgang te boeken, en te slagen zijn obstakels voor degenen die niet daarin passen, of als ongeschikt worden beschouwd. De academische wereld als werkomgeving is nog steeds een ‘bastion van witte mannen’, de ‘natuurlijke habitat’ van een bevoorrechte groep.” 

Alles is gericht op het dienen van dit normatieve homogene collectief dat al het meest profiteert van de ondersteunende infrastructuur. De veronderstelling dat er sprake is van een gelijkwaardige concurrentie is dus onjuist, benadruk de Nijmeegse wetenschapper. 

Dit regime bewijst zwarte mensen in het hele Koninkrijk een slechte dienst. Dat kan men terugzien in de wijze waarop Nederland omgaat met de onderwijs- en onderzoeksinfrastructuur in het hele Koninkrijk. “De machtsverhouding tussen het continent en het Caribisch gebied en het gebrek aan voldoende onderwijsinfrastructuur zijn erfenissen van het Nederlandse kolonialisme, die binnen de academie nogmaals worden geactualiseerd”, legt Schor de vinger op een zere plek. 

Radicale standpunten worden belachelijk gemaakt 

Door de hegemonie van de ‘witte’ epistemologie vermijden de academische wereld en de politiek de radicale problematisering van deze structurende beginselen die de machtsverhoudingen bepalen. Ook aangedragen oplossingen of fundamentele veranderingen worden zo gemeden. “Degenen die radicale standpunten innemen, worden vaak genegeerd, belachelijk gemaakt, of symbolisch vermoord”, schrijft Schor, “vooral als ze zwart zijn.” 

In het slot van haar essay komt de wetenschappers met de aanbeveling dat nieuwe kennis vraagt om een nieuwe universiteit. De Nederlandse overheid moet zorgen voor de (her)opbouw van de infrastructuur van het basisonderwijs tot aan het hoger onderwijs van Caribisch Nederland volgens de inzichten van dat deel van het Koninkrijk. Dit omvat structuren om de trans-Atlantische slavernij en zijn doorwerking in racisme te onderwijzen en te onderzoeken, evenals de geschiedenis en culturen van de Afro-Nederlandse diaspora’s.  

De historische schuld moet worden ingelost met quota  

Universiteiten moeten Afro-Nederlanders uit het hele Koninkrijk en de Afrikaanse diaspora (te weten uit Suriname) integreren. Gezien de historische schuld die er is bij deze bevolking en de hindernissen die hen worden opgelegd, moet affirmative action worden ingesteld waarbij minderheden extra kansen moeten krijgen op alle universiteiten, betoogt Schor 

Daarnaast dienen volgens Schor quota te worden ingesteld om de integratie van deze bevolkingsgroep in haar diversiteit te waarborgen en te behouden en zo de vorming van een kritische massa van Afro-Nederlanders te garanderen. Universiteiten moeten een veilige en inclusieve omgeving met mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling garanderen voor zwarte studenten en werknemers.  

Universiteiten moeten dekoloniseren  

Daarnaast moeten universiteiten een proces van dekolonisatie doormaken. Gezien de historische rol van universiteiten in de (re)productie van een wit (koloniaal) kennisregime dat onteigening en inbezitneming legitimeerde, moeten universiteiten een diep proces van zelfanalyse en transformatie doormaken, schrijft de Nijmeegse wetenschapper. 

De academische norm van witte, mannelijke elite moet onderzocht worden. Zwarte en (andere) inheemse paradigma’s en talen moeten worden opgenomen, met name van voormalige Nederlandse koloniën. Dit houdt ook het kritisch analyseren van het neoliberale extractieve en utilitaristische model van kennisproductie in. Er moet tevens een collectief proces worden geïmplementeerd dat een omgeving voor ogen heeft die kritisch denken, collectieve reflectie en creatieve co-creatie met andere dan academische kennisproducenten ondersteunt.  

Permanent gefinancierde leerstoelen 

Schor pleit ook voor het instellen van permanente academische leerstoelen voor de kritische studie van ras of racisme en (trans-Atlantisch) kolonialisme, met een specifieke focus op Nederland, in nauwe samenhang met permanente leerstoelen over Afro-Nederlandse geschiedenis en culturen. 

Deze leerstoelen moeten dan structureel (dus niet middels tijdelijke subsidies) gefinancierd worden door de overheid. “Aangezien de producenten van kennis over racisme, in het verleden en nu, voornamelijk zwarte (onafhankelijk) intellectuelen en activisten zijn, moeten hun kennis en ervaringen leidend zijn bij de organisatie van genoemde leerstoelen en functie”, zo besluit de Nijmeegse onderzoeker.  

Frans van Heest : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK